München
Heidi's en Heinrich's op Oktoberfest
Het is ongelofelijk maar waar! Kisse heeft zomaar een week vrij genomen om het Oktoberfest in Munchen te kunnen bezoeken, met Holle en mij. Met z'n drieen rijden we van Frankfurt naar Munchen en terwijl Kisse achter het stuur zit, kijken Holle en ik lekker een filmpje tijdens de vier uur durende rit. We gaan de komende twee nachten logeren bij vrienden van Holle. Terwijl we Munchen binnenrijden moeten we ons opeens flink aan de verkeersregels houden, want in dit gedeelte van Duitsland zijn ze strikt met de regels. Voor je het weet heb je een bekeuring te pakken!
De stad is volgeparkeerd voor het zuipfestijn. De grootste moeite is dan ook om een parkeerplekje te vinden. Na bijna een half uur rondrijden zien we eindelijk een leeg plekje tussen al het gekleurde blik! Snel keren we de auto en scheuren erheen. Op het moment dat we draaien om er goed in te kunnen rijden, piept een auto ons snel voorbij en gaat op de plek staan. Wanneer de man ons ziet gebaart Holle wild met zijn arm wat duidelijk moet maken hoe onbeschoft hij het vindt. Direct verontschuldigt de man zich vanuit het raampje, draait zijn auto er weer netjes uit en rijdt weg. Op zoek naar een andere lege plek. “Dit kan alleen in Munchen”, zegt Holle. “Hier zijn de mensen zo beleefd het is bijna onnatuurlijk.” Hmm...Beleefd en een gigantisch zuipfestijn, ik ben benieuwd hoe die twee samengaan in deze grote stad.
Terwijl we op de S-Bahn stappen om naar het feestelijke terrein te rijden, krijg ik het al benauwd van de grote stroom mensen. We staan hutje-mutje op elkaar geplakt en wanneer we uitstappen op het desbetreffende perron lijkt het nog veel erger te zijn. Op elke vierkante meter staat een mens! Zo ver als ik kan kijken! En dat is ver, aangezien we ondergronds zitten en de roltrappen ellenlang omhoog reiken. Voor me staat een grote man in lederhosen die met zijn zwetende okselhaar bijna in mijn neus kietelt. De mensenmassa stroomt schuifelend steeds een centimeter naar voren. Ik moet er niet aan denken dat hier nu brand uitbreekt of iets dergelijks! We zouden geen kant op kunnen. Nou, niet aandenken en gewoon je mee laten voeren met de stroom. Voor mij is het extra benauwend omdat ik aardig klein ben, Kisse daarentegen steekt met kop en schouders boven de massa uit en ervaart het dan ook minder drukkend. Wanneer we ook eindelijk op de roltrap staan heb ik het idee dat ik me zomaar achterover zou kunnen laten vallen, zonder ooit de grond te raken! Net alsof je aan het crowdsurfen bent, iets wat ik altijd al eens had willen ervaren. De chagrijnige hoofden achter me kijken me waarschuwend aan alsof ze mijn gedachten kunnen lezen. Eindelijk, ein-de-lijk bereikt de roltrap de frisse buitenlucht en staan we midden op een plein waar we opeens vollop de ruimte hebben! Ik moet even stilstaan om de omgeving even in me op te nemen. Overal staan houten blokhutjes waar je eten en drinken kan kopen, met daaromheen een schare mensen die aan hun wilde bewegingen te zien al aardig wat pullen bier achterover hebben geslagen. Terwijl ik stilsta krijg ik een ruwe duw in mijn rug. Achter me staat een vrouw gekleed als een heidi-figuur met maar liefst tien pullen bier van elk 0,5 liter in haar twee handen. Haar polsverstevigers zitten onder het bier. Snel stap ik opzij om haar dorstige klanten van dit gele vocht te voorzien.
Het loopt al tegen de avond wanneer wij de rest van het terrein verkennen. Overal liggen mensen voor pampus in het gras even bij te slapen. Sommige blijven hier hele dagen hangen en leven op bratwurst en bier. Terwijl we langs de grote feesttenten lopen, die elk weer een ander thema uitdragen, probeer ik de kotsplassen op de grond te ontwijken. Tussen de grote tenten in staan speeltentjes, waar je prijzen kan winnen en is er zelfs een heuse achtbaan gebouwd. In de karretjes hangen een paar wel hele groen hoofden over de rand en de kotslucht naast de attractie is dan ook groter dan waar dan ook op het terrein. De regel is dat je pas eten en drinken mag bestellen, wanneer je een zitplaats hebt. Daarom sluiten we ons netjes achter in de rij aan bij een van de tenten. Twee uur later zijn we pas drie meter opgeschoven en is de deur nog niet eens in zicht. Wanneer een flinke groep de tent in een keer verlaat staan wij zomaar voor de deur. We mogen als volgende naar binnen! De uitsmijter wil wel eerst vijfitg euro zien, die mooi zijn eigen zak in wordt gedrukt. Dit weigeren we te betalen, omdat er geen entreeprijzen zijn, dus kunnen we weer vertrekken. We besluiten om maar gewoon buiten te zitten, op een terrasje waar het beduidend minder druk is en drinken eindelijk ons eerste biertje. Een glas waar ik de hele avond mee zoet ben, terwijl de jongens aardig wat kunnen laten verdwijnen. Wanneer het rustiger wordt proberen we nog een keer een tent binnen te komen. Dit lukt meteen, maar wat ik daar zag was verschrikkelijk. Elke hoek van de tent was letterlijk volgepropt. Mensen stonden op tafels, te schreeuwen, muziek te maken, te drinken, te eten. Ik werd herhaaldelijk in mijn rug geduwd door dronken lui die er langs moesten. Op een gegeven moment raakte ik zo overprikkeld dat ik niets meer waarnam. De pfeiffer raasde nog als een gek door mijn lichaam en dit was echt teveel van het goede. Terwijl alles als een droom aan me voorbij ging, heeft Kisse me aan de hand naar buiten getrokken. De massa uit, de frisse bratwurstlucht in. Kisse en Holle willen nog even wat prijzen in de wacht slepen en proberen in hun aangeschoten toestand de schiettent leeg te winnen. Twintig kogeltjes later vertrekken we naar onze slaapplaats met lege armen, een lege maag en een benevelde geest.