Luik

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Luik image

GG als TinTin in Liège-Luik

Luik
België
Gerrit-Gaspedaal

GG als TinTin in Liège-Luik

“$%#@Duizend bommen en granaten”, zou Kapitein Haddock zeer waarschijnlijk gezegd, nee, gebruld hebben als ie dit futuristische ‘ruimteschip’ voor z’n loef- of lijzijde had gespot. De wereldbekende naar Brabants tafel/picknickkleedje geruite ruimteraket uit het Kuifje-album (hier in Franstalig gebied TinTin) “Raket naar de Maan” had een niet toepasselijker (zij het tijdelijke) plek kunnen krijgen dan hier, frontaal en prominent op de centrale ‘communicatiebrug’ van het waanzinnig gewaagde en daardoor uitermate geslaagde en gerealiseerde treinstationontwerp van architect Santiago Calatrava dat op haar (men is ervan overtuigd dat de architect vrouwelijke vormen voor ogen had bij het ontwerp) beurt weer pontificaal gesitueerd is midden in de oude stadswijk Guillemins van het Waalsbelgische Luik. Liège dus. Een stad in beweging. Studenten, IT-specialisten en toeristen arriveren en vertrekken kriskras doorelkaar in allerlei richtingen. Bouwbedrijvigheid, haast en snelheid bepalen het straatbeeld. Luik leeft. Richting morgen.

“&%#$Merde!!”, en woorden van, naar ik aanneem… want ik versta ze nauwelijks, gelijke chagrijnige strekking hoor ik om me heen. Zondag 15 september en lijstaanvoerder Standard Luik voetbalt een uitwedstrijd tegen hekkensluiter KV Oostende. Oostende uit, altijd lastig… ’t is namelijk de thuisclub die scoort: 1-0, Laurent Depoitre. “%#@Zut alors!!!”. Vier mannen van meer dan pensioengerechtigde leeftijd zitten achterin café ‘Le Tube’ op houten barkrukken rondom een groenoplichtend tv-scherm gekluisterd. ‘Nen straffe pint erbij. Wandelstokken tegen de met een groezelig bordeauxrood cafétapijtje bedekte tafel. Eentje met bruingeruite sloffen. Een ander met smoezelig zwarte ribbroek en grijze pet. De vier grijskale rimpelgegroefde gezichten verraden dat zij hoogstwaarschijnlijk Michel Preud’homme, Eric Gerets, Arie Haan en Simon Tahamata nog samen in één team kampioen hebben zien worden onder leiding van Raymond Goethals. Misschien live in stadion Sclessin. Of misschien hier in deze wijk. Guillemins. De wijk waarin zij opgegroeid zijn onder het geweld van de zware staalindustrie en mijnbouw. Rokende schoorstenen, asgrauwe luchten en beroete gevels bepaalden de verpauperde skyline van de Maasstad. Een donker armoedig arbeidersbestaan. Slechts verlicht door de wekelijkse match. Lastige maar mooie tijden. Achteraf ook vooral.

En ik? Ik pendel.

Ik pendel net als de roodgekuifde razende wereldreporter uit de stripalbums (maar dan blond, minder opvallend gekuifd en zonder Bobbie of veelvloekende bebaarde metgezel) nieuwsgierig heen en weer tussen de van oudsher saaie, grijsgrauwe, zwaarmoedig verloederde stad en de zich snel ontwikkelende moderne tijdgeest die er steeds meer grip begint te krijgen. Stoffige kolenmijnen zijn grotendeels gesloten. Zware staal- en wapenindustrie zwijgt. De oude arbeidersgeneratie Luikenaren wordt langzaamaan ververst door een nieuwe, die zich meer richt op studie, toerisme en high-tech handel. Verouderde infrastructuur en voorzieningen zijn zich in een rap tempo aan het aanpassen aan deze nieuwe generatie waardoor een interessante symbiose is ontstaan tussen historisch bewaard gebleven juweeltjes als De Trappen van Van Bueren en het Prinsbisschoppelijk Paleis en fantastische nieuwkomers als Station Luik-Guillemins en Winkelcentrum MediaCité. En daartussenin krioelt (mooi woord is dat) het van de tegenstellingen. Moderne Grand-Cafés en smalle bruine pijpelakroegen. Art Nouveau panden en staalconstructies. Groene parken en lawaaiige (nog zo’n mooi woord) bouwplaatsen. Strompelende oudjes op straat de laatste buurtpraat verspreidend en pubers met hun I-pad/koptelefoon-combinatie zwijgend voor zich uit starend in de bus.

De Rouches scoren de gelijkmaker. 1-1, Imoh Ezekiel. Lachende tandeloze rimpelgezichten. Stella tapt vier nieuwe schuimende Artois.

Ik loop het café uit en struikel in nog minder dan een vingerknip 40 jaar vooruit in de tijd. Achter mij de oudjes in de bruine kroeg. Voor mij zakenmensen die uit de TGV stappen. Roltrappen naar het met een pilaarloos 200 meter lange boogconstructie overspannen perron. Geruisloze chroomglazen liften. Witgelakt staal, wit beton en veel glas. Op 50 meter afstand van elkaar. Om de hoek de plaatselijke Chinees, Thai, Turk, Congolees en Marokkaan. Tal van 24-uurs winkeltjes en de dvd-cabines naast Beate Uhse. Alles in ’t Frans. Samen met een Casino, speelautomatenhal ‘Le Mirage’ en een Ladbrokes ‘the usual suspects’ rondom een trein/busstation van een middelgrote stad. Maar ook een Quick Hamburgerrestaurant. En een keukenstudio. Architectenbureau’s. Exclusieve kappers… excusez moi… Salons des Friseurs. En restaurant Frédéric Maquin (voorgerecht ‘tartare de boeuf coupé au couteau, tomates et artichaut marinés, roquette, al caparons’ á €16.00). In elke ooghoek een ander tijdbeeld. Bizar.

De reden van mijn bezoek is natuurlijk het treinstation. Mijn eerdere ‘close-encounters’ met Calatrava’s werken als de Turning Torso te Malmö, Gare do Oriënte te Lissabon en de Torre de Calatrava te Barcelona smaakten naar meer en als de ‘grote meneer’ het behaagt om zo’n project op een kleine twee uur rijden van mijn woonplaats te realiseren… tja… dan is het slechts een kwestie van tijd. Heeft nog lang geduurd trouwens. Wat buiten de enorme boogconstructie opvalt, is de staat waarin het bouwwerk verkeert. Kwade tongen die beweerden dat het witte station in geen tijd net zo stoffig zou zijn als hoe de stad ooit was, hebben, gelukkig, ongelijk gekregen. Het station blinkt bijna nog net zo wit en flonkerend als bij de opening in 2009. Ze klinkt mooi: Liège Guillemins. En ze ís mooi, niet alleen van buiten. Ze ligt op haar buik. Ik vermoed dat het ontwerp gemodelleerd is naar de bips. Billen die nét ietwat wulps boven het tweekontjeshoge gras uitsteken. Uitdagend strak en aaibaar glad. De rest fantaseer ik er zelf bij als ik me weer omdraai naar het verleden.

Rust in Oostende. De man die ik ervan verdenk de oudste van het stel te zijn, staat leunend op z’n stok in de deuropening van ‘Le Tube’ een sigaartje te roken. Ik knik en hij glimlacht van oor tot oor. Ik check m’n smartphone om te zien dat Standard nog twee keer gescoord heeft. 1-2 en 1-3, allebei door de Belg (?) Michy Batshuayi. Kat in ’t bakkie en ik in de bus.

Voor één euro negentig rijd ik naar het centrum. Ik heb gelogen. Ik heb nog een tweede reden om in Luik te zijn. Om er voor eens en altijd achter te komen of de Brusselse dan wel de Luikse wafel de lekkerste is. Dat vereist een uitgebreide test…

[img width=500 src= http://www.columbusmagazine.nl/images/user_images15/a3d73/a3d73.jpg][/img]


Foto's

be9e2.jpg
be9e2.jpg
Gerrit-Gaspedaal
3e2dd.jpg
3e2dd.jpg
Gerrit-Gaspedaal
3e2dd.jpg
3e2dd.jpg
Gerrit-Gaspedaal
79ed5.jpg
79ed5.jpg
Gerrit-Gaspedaal
79ed5.jpg
79ed5.jpg
Gerrit-Gaspedaal
4525b.jpg
4525b.jpg
Gerrit-Gaspedaal
4525b.jpg
4525b.jpg
Gerrit-Gaspedaal