De kruisbladwolfsmelk is een plant die in Nederland en België van nature voorkomt, zij het zeldzaam. Het is familie van o.a. gekweekte soorten als Christusdoorn en Kerstster.
Je ziet deze soort wel vaker als tuinplant. Niet vanwege de onopvallende bloempjes, maar vanwege de opvallende kroonbladeren, de lancetvormige en lederachtige bladeren die kruisgewijs om de stengel staan en de opvallende zaaddoosjesdie ze vormen. Tegenwoordig vind je de plant steeds meer in parkachtige omgevingen en in de vrije natuur, omdat de zaden of de wortelstokken als tuinafval gedumpt worden. De plant kan wel tot 100 cm hoog worden.
De plant is, zoals alle Euphorbia of wolfsmelksoorten, giftig en het sap wordt in de volksmond ook wel "heksenmelk" genoemd. De kleinste beschadiging van de plant zorgt er namelijk voor dat de melkachtige sapstroom op gang komt. Omdat het bijtend (en giftig) melksap vroeger gebruikt werd om wratten mee aan te stippen, kom je ook de naam “wrattenkruid” tegen.