Op vrijwel ieder plekje in de natuur vindt wel een verteringsproces plaats. Of het nu een boomstronk betreft, of een kadaver, de mest van een dier of verdorde plantenstengels, vroeg of laat zijn ze verdwenen. Ieder diertje heeft daarin een eigen functie en kan van het voedsel in bijvoorbeeld een boomstronk profiteren zonder de anderen te hinderen.
Dat geldt ook voor deze ca. 3 cm grote bonte ribbelboktor of gevlekte dennenboktor. Het is een van de meest voorkomende boktorren. Met wat geluk kun je hem vooral in de periode van midden april tot eind juni vinden. Ik vond deze op de bloesem van een vlier, maar je vindt ze ook vaak bij de bloesem van de lijsterbes en meidoorn. Hoewel hij een voorkeur heeft voor naaldhout zoals den, spar, fijnspar, wordt hij ook vaak in rottend loofhout gevonden. Hij legt zijn eieren in diepe en lange geboorde tunnels. De larve voedt zich met het rottend hout van de boom en verpopt zich na twee jaar in de herfst. De totale leeftijd van de bonte ribbelboktor bedraagt meestal twee en soms drie jaar. Het lichaam is overwegend zwart, met uitzondering van de dekschilden. Deze hebben een bruinrood en zwart patroon met twee paar langwerpige gele vlekken. Sommige exemplaren hebben een afwijkende tekening.