De Sint-Annatunnel is een voetgangers- en fietstunnel die helemaal onder de Schelde loopt in de stad Antwerpen. De bouw van de Sint-Annatunnel begon in 1931 en de tunnel werd in 1933 geopend.
Deze 572 meter lange tunnel, die zich 31,57 meter onder de grond bevindt, wordt door de Antwerpenaren ook wel de Voetgangerstunnel genoemd. Het oude en nieuwere Antwerpen worden zo met elkaar verbonden.

Beide kanten hebben een lift voor 40 personen en twee authentieke houten roltrappen. Deze roltrappen waren voor die tijd een echte nieuwigheid. De uitwendige diameter van de tunnel bedraagt 4,74 m, de inwendige 4,30 m. De beide toegangsgebouwen zijn van de hand van Emiel Van Averbeke.

Over een permanente oeververbinding was men het in 1874 reeds eens. Er waren meerdere plannen voor een brug, maar die werden telkens verworpen omdat die de scheepvaart zou belemmeren. Pas in 1931 werd de knoop doorgehakt en koos men voor een tunnel.
De tunnelbekleding bestaat uit gietijzeren elementen met loodvoegen. De kostprijs bedroeg ongeveer 1 miljoen euro. Er worden nog veel authentieke onderdelen van de tunnel bewaard waaronder: de houten roltrappen, oude waarschuwingsborden, de twee aankomsthallen.

Het is erg leuk om dit te gaan bezichtigen, vooral doordat alle onderdelen zo authentiek zijn. Bovendien is het grappig om te zien hoe ieder met zijn fiets op de roltrap staat om zo de tunnel te bereiken. Men zou de lift kunnen nemen, maar die gaat volgens menig Antwerpenaar te langzaam.

Vanuit de stad Antwerpen is de ingang bij Sint-Jansvliet en aan de overkant bij Frederik van Eedenplein