Antwerpen

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Antwerpen image

Antwerpen

Antwerpen
België
EvanderHel

Gemoestetbegotisweete…

‘Pardon, mag ik u iets vragen?’
‘Bent u Jeannette? Van Reisreporter?'
Stilte.
En dan… ‘Wablief?’

Eerder die dag.

Na vele maanden van voorpret en last minute stress is het zover. Vandaag ga ik naar Antwaarp waar ik zo’n 12 jaar geleden voor ’t laatst ben geweest en toen niet verder ben gekomen dan de dierentuin en het station. Daar gaat dit weekend verandering in komen want begin van de middag heb ik afgesproken met Abytravel en Rhodaxx in het Internationaal Zeemanshuis en de rest van de middag/avond kan ik de stad gaan verkennen.
Het idee is goed, de uitvoering wat minder. Aan de andere kant kun je ook zeggen dat ik niet alleen Antwerpen heb gezien maar ook de omgeving. De weidse omgeving… Nou ben ik natuurlijk ook een enorme doos door zonder Tom naar onze zuiderburen af te reizen maar het Belgische wegennet zit ook wel raar in elkaar geknoopt hoor.
Na mijn fashionable late arrival doen we de dingen die we voor vandaag nog wilden regelen in de grote zaal en nadat Rhodaxx weer naar huis is gegaan, besluiten Abytravel en ik saampjes de straten van Antwerpen te verkennen. Dat is geen straf want ze blijkt hier met enige regelmaat te komen en ik heb dus gratis en voor niks een goeie gids. We dwalen rond en vooral de kruipdoorsluipdoorsteegjes zijn erg leuk. Het is al vroeg donker en ook best fris. De magen knorren en we gaan een hapje eten bij een Italiaan die uit z’n pizzavoegen barst, zo druk is het er.

‘Kies jij voor een voorgerecht en de hele rataplan erna?’
'Nee, ik ga liever voor alleen een hoofdgerecht in de hoop dat er nog plek is voor een toetje.’

Perfect, we zitten op dezelfde pastalijn. Na het mierzoete toetje (jawel, gelukt en het lieve ding heette Calimero) besluiten we een afzakkertje te halen in het café in het hotel. Een klein stukje lopen ware het niet dat de gids de weg in het donker anders ziet dan in het licht. Na een flinke stadswandeling ‘hé, dit plein ken ik nog niet’ of ‘ik geloof dat we nu hierheen moeten’ en ‘kijk nou wat een geluk, een machtig mooie grote muurschildering’ zien we uiteindelijk een aanknopingspunt en niet veel later zijn we weer in ons thuis voor 3 dagen.
Met onze drankjes ploffen we in zachte fauteuils met onze blikken gericht op de lobby. Want we weten dat er nog meer RR’s in het hotel zitten. Zou toch lachen zijn als we ze vanavond al kunnen ontmoeten?

‘Hmmm… dat lijkt Jeannette wel.’
Ik kijk naar de dame in kwestie en weet het nog zo net niet.
‘Als ik het me goed meen te herinneren heeft ze er wel wat van weg hoor.’
We kijken naar haar. Ze is niet alleen, een man met grijs haar en een donkerblauwe lange jas loopt erbij.
‘Dan zou dat Paul moeten zijn. Ik twijfel wel hoor maar ja, het is een jaar geleden dat ik ze heb gezien en mensen veranderen.’
De twijfel hangt om Abytravel heen, ik zit gehuld in een wolk van nieuwsgierigheid. En ik ken mezelf, dat hou ik niet lang vol.
‘Zal ik het gewoon gaan vragen aan haar? Dan weten we ’t tenminste.’
'Jaah? Doe je dat?’
Ikke wel en loop de trap af.

Wabliehief?? Ondanks dat ik er nog nooit ben geweest weet ik best dat ze in Groningen geen wablief zeggen. Ik voel nattigheid hoewel ik niet in m’n broek sta te plassen. Dit gaat ‘m niet worden, Ellen. Maar goed…
‘Bent u Jeannette?’
‘Moar neu, die kennekik ni hè!'
Juist. Magst mie leuven of nait, Vloms klappe lijkt in den verste verte niet op Grunnegs.
‘Oh, neem me niet kwalijk dan. Ik meende u te herkennen van iemand die ik nog niet ken…'

Nu kijkt ze me pas écht heel vreemd aan en ik snap het volkomen. Ik begrijp mijn eigen woorden ook nog niet helemaal en hol hard terug naar Abytravel die het met een grote grijns aan zit te kijken.
Wat een bak zeg. Ik besluit om vroeg m’n zeemansmandje in te duiken in de hoop morgen weer fris en fruitig te zijn. Abytravel loopt mee maar als we bijna bij de liften zijn staan daar vier mensen en ze zegt ‘Jaah, dat zijn ze!’ Is het raar dat ik haar nu niet meteen geloof?
Ze draaien zich naar ons toe en dan hoor ik de echte Jeannette zich voorstellen. En Paul. En Obiwan. En zijn vrouw. Ze zijn het!
Een spraakwaterval gaat aan en pas weer uit als we om 00:45 merken dat we toch wel naar bed moeten. Wat een gezellige pré party, dat belooft wat voor morgen! Helemaal hyper duik ik m’n bed in. Om 02:00 uur vind ik mezelf behoorlijk zielig want slapen lukt niet en ik kan moeilijk bij de rest aankloppen voor nog wat middernachtelijk social talk.
Zero 500 komt voorbij… gloeiende, gloeiende fritkotten nog aan toe… Om half zeven geef ik het op en om kwart over zeven loop ik door de stad die er verlaten bijligt. Een eenzame man met herdershond loopt over straat, een jogger hijgt in m’n nek en de frisse buitenlucht prikkelt in m’n neus. Heerlijk, ik kom helemaal bij. Na wat omzwervingen lonkt het ontbijt. En daarna? Doe ik iets wat ik op zondag nooit doe. Ook niet op zaterdag trouwens. Of op… Ik ga naar de kerk. Met Jeannette. ‘Wablief?’ Jazekers, maar we verdwijnen stiekem tijdens ’t zingen de kerk uit. De Belgische chocolade lonkt. Amai!