Lhasa
Potala en de dalai lama
Het grote symbool van Lhasa is zonder twijfel het Potalapaleis, het paleis van de dalai lama. Het eerste deel van het paleis werd in de zevende eeuw tegen een berg aan gebouwd en in de zeventiende eeuw werd het door de vijfde dalai lama uitgebreid. Tot aan 1959 diende het als winterresidentie voor de dalai lama’s. Een deel van de gebouwen is rood, hetgeen staat voor godsdienst en een ander deel is wit, wat staat voor politiek. In dit grote gebouw verenigden de dalai lama’s de spirituele en besturende taken. Tijdens de verovering van Tibet en de absurde Culturele Revolutie is het paleis gelukkig gespaard gebleven, mede dankzij de persoonlijke inzet van de toenmalige Chinese minister Zhou Enlai. Veel Tibetanen hebben de schatten uit de tempels en kloosters gehaald toen de Chinezen binnenvielen en hebben deze toen verstopt. Nu de kloosters op de lijst van cultureel erfgoed van de UNESCO staan worden de gouden beelden weer teruggebracht. Toch hebben de Chinezen ook heel veel stukken verborgen, naar men zegt. Het Potalapaleis alleen al bevat genoeg goud om driemaal de stad Shanghai op te kopen. Het is een en al rijkdom. Overal ligt er geld in de tempels en bij de beelden. De Tibetanen komen bankbriefjes en jakboter offeren. De monniken gebruiken dit weer om te overleven en de gebouwen in stand te houden. Het geld ligt er overal voor het grijpen, de bevolking is arm maar niemand zou het in zijn hoofd halen om iets te ontvreemden. Het volk wordt al jarenlang onderdrukt en mishandeld maar de geest is onaangetast gebleven. De normen en waarden van de Tibetanen liggen nog immer erg hoog.
Om het paleis binnen te komen moeten we langs een veiligheidscheck. Dat is ook niet heel erg vreemd gezien de rijkdommen binnenin. Het trappenlopen op deze hoogte valt zwaar en her en der zien we puffende mensen. Omdat het toeristenseizoen nog niet eens begonnen is, is het niet druk. Dit verhoogt de magie van de plek. De voorgevel is meer dan honderd meter hoog. Binnenin is het een wirwar van gangen en galerijen die langs vertrekken, tempels en graftomben van de vroegere dalai lama’s voeren. Nummer vijf tot en met dertien, met uitzondering van de zesde, liggen hier. De verblijven van de veertiende dalai lama zijn nog in oude staat. Niet overal echter mag gefotografeerd worden en sommige trappen en doorgangen zijn voorbehouden aan de dalai lama zelf, die hier al meer dan vijftig jaar niet is geweest. Daar waar drie trappen naast elkaar naar boven leiden is de middelste streng voorbehouden aan de dalai lama. We zien waar hij studeerde en waar hij mensen ontving. Het leven in dit paleis was zo te zien verre van comfortabel. Smalle gangen, weinig licht en koude kamers kenmerken de indeling. Dat zal ook mede de reden zijn dat de dalai lama’s na de winter naar hun zomerpaleis trokken, ook in Lhasa. Dit zomerpaleis, Norbulingka, ligt in een prachtig park met waterpartijen en paleizen. De zomerresidentie van de dalai lama was westers en gerieflijk ingericht. Hij is daarvandaan gevlucht in 1959 en alles lijkt nog onaangetast: de platenspeler met de 78-toerenplaten, de Russische radio en een voor die tijd moderne badkamer. Terwijl we daar staan lijkt het wel alsof de dalai lama op ieder moment tevoorschijn kan komen.
De rijkdommen in Potala bestaan niet alleen uit goud maar ook uit mandala’s en boeken. Mandala’s zijn kaarten of patronen die de kosmos uitbeelden. Ze kunnen zowel tweedimensionaal als driedimensionaal zijn. Het Wiel van het Leven waarop de zes bestaansrijken worden weergegeven is er een van. De boeken zijn niet zoals wij ze tegenwoordig kennen. Het zijn losse bladen die tussen twee houten plankjes liggen en veilig zijn opgeborgen in grote kasten. Het papier van de bladen is licht giftig waardoor het al meer dan duizend jaar door ongedierte met rust is gelaten. Wat er nog over is na de Chinese plundering vertegenwoordigt een cultureel erfgoed van onschatbare waarde.
Of de dalai lama ooit terug zal keren naar Tibet is nog maar de vraag. Het lijkt er niet op dat China het land op zal geven. De huidige dalai lama is al op leeftijd en vlak voordat we naar Tibet vertrokken trad hij af als politiek leider om enkel nog spiritueel leider van Tibet te blijven. Dit deed hij om te voorkomen dat de Chinezen na zijn overlijden een Chinese opvolger zullen aanwijzen. Door geen politieke rol meer te spelen is hij minder bedreigend voor China. Die rol wordt overgenomen door de regering in ballingschap.
Boeddhisten geloven in reïncarnatie en de dalai lama wordt opgevolgd door zijn wedergeboorte. Tijdens zijn leven laat de leider een teken achter over waar zijn opvolger gevonden kan worden. De panchen lama, die de eennahoogste spirituele leider is binnen het Tibetaanse boeddhisme, is een van degenen die op zoek gaat naar die opvolger. Dit gebeurt niet alleen aan de hand van de tekens. Het staatsorakel oftewel het orakel van Nechung wordt hiertoe ook geraadpleegd. Het land kent op dit moment zijn veertiende orakel. Wanneer na een zoektocht die jaren kan duren mogelijke jonge opvolgers zijn geïdentificeerd volgen nog een aantal proeven. Een daarvan houdt in dat de jongetjes zonder voorkennis in een stapel persoonlijke spullen die zaken moeten aanwijzen die van de vorige dalai lama zijn geweest. Na het vaststellen van de opvolger wordt er een regent benoemd en krijgt de nieuwe dalai lama een lange opleiding waarbij de panchen lama een belangrijke rol speelt. (wordt vervolgd)