Reis naar het verre westen
Tibet
Azië
Graaf
Reis naar het verre westen
Zondag 18 september.
Vanaf Lhatse verlaten we de Friendship Highway, steken de Yarlung Tsangpo over en rijden door een geweldig mooi landschap over 5 bergpassen (4800m, 4710m, 4778m, 4909m en 5048m) en we overnachten in Raga (4933m) in een herberg met 5 personen in een kleine kamer, er is een toilet (gat in de grond) maar geen wasgelegenheid.
Maandag 19 september.
Na een slechte nacht vroeg op pad, al snel verlaten we nu de asfaltweg en gaan recht naar het noorden, door een prachtig weids, verlaten landschap. Al gauw komen we bij heetwaterbronnen op 5100 meter hoogte. Kokend heet mineraalrijk (zwavel) water pruttelt zo uit de grond omhoog, lager, als het afgekoeld is kun je er heerlijk in baden. We rijden verder over het Tibetaans Plateau, langs een enorm meer op 5200 meter. Even later een lekke band en een half uurtje tijd om rond te wandelen, kijken genieten en fotograferen, veel edelweiss hier. Onderweg kraanvogels, antilopen, marmotten, ook wilde paarden en ezels, jaks; maar ook nomadententen en hele kuddes dieren. Op het plateau hebben we hier de hoogste berijdbare pas (5585 meter) met prachtige uitzichten. Even later de lunchstop bij een “restaurant” waar ze alleen kant-en-klare instant noodles hebben; alle afval wordt hier gewoon buiten in de natuur gegooid. De lucht is zó ontzettend droog dat het niet eens meetbaar is, veel drinken en de hele dag door je lippen invetten. We overnachten in Tsochen (4777m), een “vrij grote” stad helemaal vol Chinese leger en politiegebouwen. Het klooster mogen we absoluut niet bezoeken, een belegerde stad in bezet gebied.
Dinsdag 20 september.
Vandaag een lange rit over het Tibetaans Plateau; prachtige landschappen, turkooizen meren, besneeuwde toppen en soms een leeg maanlandschap, maar altijd met palen en draden. In dit gebied komen vrijwel geen toeristen. De voorste jeep lekte koelwater en staat nu regelmatig met een kokende motor; zo duurt de rit nog langer, maar hebben we wel extra fotostops. Na zo’n 200 km met af en toe een nederzetting van een paar huisjes of tenten, veel kuddes schapen, geiten of jaks, staat er opeens in the middle of nowhere een Chinese controlepost. Na uitgebreide controle van de chauffeurs en onze permits kunnen we verder. Tegen 5 uur rijden we Gertze binnen, een Chinese stad. We hebben eenvoudige kamers, mét TV maar geen water en sanitair. In de supermarkt in het centrum kopen we wat voor het ontbijt, intussen is er al politie langs geweest om te zeggen dat we niet in de stad mogen rondhangen en fotograferen. Als we terugkomen is er weer politie geweest om te zeggen dat we het terrein niet meer af mogen, en in het vervolg moeten zij beslissen waar we overnachten. Ze hebben alle kamers geïnspecteerd en gelukkig mochten we alsnog hier blijven. We mogen nog gezamenlijk, onder begeleiding, gaan eten. Terwijl we eten rijdt de politie vele malen voorbij. Dan maar teruglopen naar onze “gevangenis”, met wel de lekkerste bedden tot nu toe.
Woensdag 21 september.
Ontbijten op de kamer, we hebben nog heet water, dus koffie & thee, koekjes, rijstwafels en mandarijn. Net als de zon achter ons opkomt, vertrekken we voor de langste rit over het hoogland. Weer prachtige uitzichten, ’s ochtends heel veel antilopen, wilde ezels en de gewoonlijke kuddes. Ook zien we nog 2 kraanvogels. Als we in een stadje willen lunchen worden we gelijk door de politie tegengehouden; we mogen wel lunchen aan de rand, maar niet verder waar feestelijkheden zijn t.g.v. hoog bezoek. Als we klaar zijn is het net afgelopen en kunnen we het dorp uitrijden. Dan nog uren hobbelen en shaken en tegen 7 uur zijn we in Gakyi, waar we overnachten in een soortgelijk onderkomen als in Gertse, maar met afschuwelijk stinkende toiletten. We staan nog niet naast de auto’s of de politie komt alweer langs, later als we aan tafel zitten komen ze nogmaals, maar we mogen hier wel rondlopen op zoek naar een winkel om nog wat water en cakejes voor het ontbijt te kopen. Onze kamer heeft aan de voorkant geen gordijnen, maar als de “hotelservice” komt vragen of alles OK is, wordt het raam helemaal met kranten dichtgeplakt. Ontbijt kunnen we hier pas vanaf 9 uur krijgen, maar dan willen we al weg zijn; dus gaan we maar weer op de kamer ontbijten, weer geen sanitair, maar wel TV op de kamers.
Donderdag 22 september.
Vandaag een korte rit (112 km) naar Ali, de meest westelijke grote Chinese stad in Tibet. Heel veel politie en militaire gebouwen, oppassen met fotograferen, (maar de stad blijkt geen foto waard te zijn). De rit was weer door prachtige landschappen, maar doordat ze de hele afstand met de weg bezig waren, moesten we er vrijwel continu naast rijden door enorme stof en zandwolken, en het was verschrikkelijk hobbelig. In Ali hebben we weer een “luxe hotel”, met toilet en douche op de kamer, wel erg smerig. Even weer afspoelen voor de komende week en de haren wassen, maar helaas heeft onze etage geen warm water, dus weer een koude douche.
Ali (ca 4350m) is een vrij grote stad, veel winkeltjes met zowat allemaal hetzelfde en bepaald niet uitnodigend om binnen te lopen. We zien wel een sportzaak waar we even binnenlopen en voor mij een mooi dun jack van "The North Fake" (een 'genuine replica') kopen, afgedongen van 380 tot 270 ¥ (30 €), had misschien wel beter gekund, maar ze waren niet erg prettig in onderhandelen.
Foto's
