Noord Thailand
Rondreis door Thailand deel 4: Spirits of the Yellow Leaves
In de ochtend vertrokken naar het reisbureau van Madame Fhu, waar we onze gids Sammy ontmoetten en onze chauffeur, Deet. De laatste lijkt overigens veel op Jackie-chan, en dat vindt hij zelf ook. Hij is overigens zo gek als een deur, wat onze zoon geweldig vond! We zijn in de jeep gestapt (zoonlief voorin natuurlijk, een auto zonder deuren is wel heel erg stoer) en reden richting bergen.
Eerst gestopt bij een oven-potten fabriekje, waar ze een soort kookpotten uit bloempotten maken, die als kookvuur dienst doen. Sammy legt ons uit dat we deze vandaag veel bij mensen thuis zullen zien. Daarna bezoeken we een stuk verderop een weverij, waar het katoen wordt geweven dat verder van het land komt. We stappen onderweg uit bij rijstvelden en bezoeken de vrouwen die daar aan het werk zijn. Sammy laat ons pomelo's, citroengras, gember, papaya's, sesamzaad, lychees en Thais basilicum zien dat hier allemaal langs de weg groeit. Ook gaan we kijken in een rijst fabriekje, waar de rijst machinaal gepeld wordt. Sammy vertelt ons dat de dorpsbewoners aan het eind van de dag langs het fabriekje lopen om een baal rijst op de halen, prijs 25 Baht (25 eurocent). We bezoeken de Hmong, Mien en Jiao stammen.
Tenslotte gaan we naar de Spirits of the Yellow Leaves, de laatst overgebleven jagers-verzamelaar-nomaden in Thailand. Zij geloven dat de geesten boos worden als ze zich op 1 plaats vestigen, dus bouwen ze tijdelijke hutjes van bamboe en bananen bladeren, en verhuizen ze weer naar een andere plaats zodra de bladeren geel worden. Vandaar de naam van de stam. Zij leven van de dieren die ze vangen, meestal met een speer, ze zetten vallen voor vogels en kleine zoogdieren en eten wortels, noten, zaden en honing. De toekomst ziet er niet goed uit voor de stam. Er zijn nog maar 100 a 200 leden. Ze zijn erg vatbaar voor ziekten (zoals malaria) en de levensverwachting is laag. Het was een heel bijzondere dag met veel mooie kindjes, het stamhoofd die ons, slechts gekleed in een lendendoekje, liet zien hoe hij in een stuk holle bamboe stukjes varkensvet gaar kookte en dat vervolgens uitdeelde aan de leden van de stam.
Deet had bij elke stop wel een nieuwe truc voor onze zoon, zoals een olifantengezicht uit een sinaasappel snijden, een vlammenwerpen maken met het sap van een sinaasappelschil, een bootje vouwen van een stuk blad, een klappertjes geweer van bamboe en een stukje nat tissuepapier..... Dan weer deed hij een Elvis imitatie, dan weer sprong hij dwars tegen een muur van klei op, de meeste gekke dingen om ons maar aan het lachten te krijgen. Zoals ik al eerder schreef, hij is zo gek als een deur.
Om vijf uur waren we weer terug in het hotel. Moe maar voldaan. Nog even naar het internet-cafe wat mailtjes naar huis gestuurd en daarna in het ''gezellige'' hotelrestaurant gegeten en een drankje gedronken. We waren te moe om naar iets anders op zoek te gaan. Ben benieuwd wat de dag van morgen ons brengt. Zonder twijfel is Nan nu al voor ons de leukste stad tot nu toe!