Eeuwenoude "tampons" aan de horizon van Ayutthaya
Eeuwenoude "tampons" aan de horizon van Ayutthaya
“Tampons! Tampons! Ik heb tampons nodig!”, roep ik tegen een verbrouwereerde Fred die in zijn enthousiasme een uitgebreide fietstocht door Ayuthaya heeft gepland en dat nu op de vroege ochtend aan me mededeelt. “Heel leuk, fietsen, maar eerst heb ik tampons nodig.” In deze vroegere hoofdstad van Thailand zijn er genoeg pakken maandverband te vinden, maar die zijn zo dik dat het lijkt alsof je een wc-rol in je onderbroek hebt gepropt. Of erger nog, met een luier rondloopt. Noodgedwongen zie ik geen andere optie dan de dikke pakketten katoen toch maar te gebruiken en met het gevoel de nieuwste Teletubbie te zijn waggel ik door het centrum van de oude stad op zoek naar een beter alternatief.
In de eerste twee supermarkten die we tegenkomen wijzen de winkeliers me op hun voorraad maandverband en halen verontschuldigend de schouders op. Paniekerig loop ik verder de hoofdstraat in. Bij een winkel die op een soort drogist lijkt, stap ik hoopvol naar binnen wanneer ik allerlei Westerse spullen voor baby's en moeders zie liggen. Na het rek drie keer nagezocht te hebben loop ik op de cassiere af en vraag haar naar tampons. Ze kijkt me verbaasd aan. “You want temples? Temples is down the load”. Tempels?! Nee, not temples. Ik struikel over de tempels hier, maar mijn 'temples' aan touwtjes daarentegen zijn hier een schaarste. Die dingen zijn hier een vermogen waard voor een toerist-in-nood en het geld zou binnenstromen als water. Al gaat de prijs tien keer over de kop, dan nog zou ik het ervoor over hebben. In gedachten zie ik mezelf hier als een soort ouderwetse oliebaron slapend rijk worden als ik zo'n handeltje zou beginnen. Ik vraag de afwachtende verkoopster om een papiertje en teken iets wat op een soort raket lijkt met een touwtje eraan. De vrouw kijkt me aan alsof ik haar vertel dat ik van Mars kom en vraagt nog een keer waar het voor is. “Female stuff, like...” en ik wijs op een pak maandverband. De vrouw begrijpt opeens waar ik om vraag en verbergt giegelend haar blozende gezicht achter haar handen. Dan legt ze verontschuldigend en hoofdschuddend uit “Ahh, don't have..” maar ze wijst me wel in de richting van een grote supermarkt die aan het einde van de weg zit. Er gloort weer hoop aan de met “tampons” volgebouwde horizon van Ayuthaya.
Met Fred in mijn kielzog storm ik de grote supermarkt in. Met mijn ogen scan ik razendsnel de schappen op verzorgingsproducten af en eindelijk in de zevende gang reikt van de vloer tot aan het plafond nog meer pakken Teletubbie-verband, maar nergens zijn de 'raketten-naar-Mars' te zien. Ik moet er vast overheen kijken in mijn haast en samen met Fred doorzoek ik alle hoeken van de schappen met een teleurstellend resultaat. Na mijn ervaring in de vorige winkel kijk ik argwanend naar de winkelmedewerker die netjes aan het einde van het gangpad staat toe te kijken, met zijn armen over elkaar. Met dat ik het vraag weet ik al dat het hopeloos is en de jongen kijkt me niets begrijpend aan om vervolgens weg te lopen om zijn supervisor te halen. Een eeuwigheid later (in werkelijkheid tien minuten, maar in nood lijkt de tijd soms te vertragen) komt de jongen aangelopen met een andere Thaise jongen met een ietwat ander uniformpje aan.
Als ik me niet heel erg wanhopig voelde zou ik me kapotschamen om zoveel mensen te betrekken bij mijn persoonlijke situatie, maar daar is nu even geen tijd voor. Doelgericht leg ik hem uit waarom ik zijn winkel ben binnengestapt. Na slechts een kort knikje van zijn hoofd, fluistert hij haast “follow me”. Fred en ik sprinten achter de snelwandelende Thai aan, de winkel weer uit. We lopen een aantal gangetjes door, binnenin een groot winkelcomplex. Af en toe kijken Fred en ik elkaar verbaasd aan en vragen ons af waar de jongen ons heen brengt. Zou hij ons wel goed begrepen hebben? Dan ergens op de derde verdieping staat er in de slecht belichte hoek een piepklein toonbankje weggemoffeld achter een hoop kledingrekken. Achter de glazen plaat zit een oud vrouwtje ons bijzonder scherp aan te kijken. De jongen mompelt iets in Thai en snelt vervolgens weer weg. De oude vrouw staat vol rust en zelfverzekerdheid op en begint te rommelen achter haar toonbank die vol staat met tijgerbalsem, rare theekruiden en mentholinhalers. Met het gevoel alsof we een stel drugsdealers zijn die een supergeheime cokedeal aan het sluiten zijn, staan Fred en ik een beetje schichtig om ons heen te kijken. Waarom wordt er zo moeilijk gedaan om een stel tampons? Is dat soms al te intiem voor Thaise mensen? Dan tot mijn grote opluchting zie ik in haar gerimpelde handen het bekende oranje met blauwe pakje schitteren. Als er ook nog de bekende letters O.B. opstaan kan ik wel helemaal jubelen van vreugde. Ik moet mezelf bedwingen om de oude vrouw om de hals te vallen en druk haar in plaats daarvan het geld in haar handen.
Opgelucht lopen we het benauwde winkelcomplex uit en opeens ziet de dag er een stuk zonniger uit. We zijn nu slechts enkele minuten verwijderd van een urenlange fietstocht langs oude tempels, krottenwijken en een strengbewaakte gevangenis. Het wordt een mooie dag, op onze gele fiets van vijfentwintig eurocent en mijn “tempels” van ruim het tienvoudige!