Vrijwel iedereen die Sri Lanka bezoekt gaat naar de rots in Sigiriya. Als je daar in de buurt een hotel hebt dan is een village safari mooi meegenomen. We hadden aanvankelijk onze grote twijfels en kregen beelden van Japanners op klompen voor ons bij de gedachte dat we op een kar achter een paar buffels zouden moeten rijden. Onze chauffeur drong een beetje aan en zei dat het echt een leuke ervaring zou zijn. Ach ja, waarom ook niet, we doen het.
En daar hebben we geen spijt van gekregen. We stapten aan de kant van een drukke weg op de kar en binnen geen tijd reden we door schitterende rijstvelden en prachtige bossen. Na een korte wandeling kwamen we aan bij een oever waar we op een catamaran stapten. Daar kwamen we pas echt in een paradijselijk landschap, tussen prachtige bomen, waterlelies en het enige geluid dat we hoorden kwam van vogels en af en toe een plonzende vis. Na een half uur varen gingen we aan wal en bezochten we een klein dorpje waar allerlei vruchten en groenten verbouwd werden. Nog nooit heb ik zo’n lekkere mango geproefd, recht van de boom, zelfs de papaja was er lekker, terwijl ik daar niet zo van hou.
Enige tijd later weer de catamaran in en over een meer vol met waterlelies richting de lunch, waar er een heerlijke curry opgediend in leliebladeren kregen.
Na de lunch werden door een 20jarige jongen in een tuktuk opgehaald die ons naar ons hotel bracht. Toen werd duidelijk dat hij de organisator van de excursie was en dat het zijn moeder was die zo heerlijk voor ons gekookt had. Hij gaat het nog ver brengen in zijn leven denk ik. Via elke reisagent kan je vragen naar de Hiriwadunna village safari.
Dit was echt een hele leuke belevenis, doen zo’n Village Safari!