Het is nog heel vroeg in de ochtend. We hebben zojuist de zon op zien komen op het strand. Op weg naar ons ontbijt komen we haar tegen. Ze veegt het zanderige straatje rondom haar huis. Het ziet er keurig en mooi glad uit. Door de struiken heen zie ik haar en zij kijkt naar mij en wil iets zeggen. Maar ik begrijp haar taal niet. Ze blijft me aankijken. Zo te zien heeft ze moeite met "zien" Ik vind haar gezicht met al die rimpels zo mooi dat ik graag een foto van haar maak.