Colombo
Negombo & the Dutch Village
DAG 3 - maandag 23 augustus 2010
Die jetlag, ik geloof niet dat ik daar zo'n last van heb. Gisteravond na het dinner hebben we nog even wat geschreven en daarna zijn we alletwee als een blok in slaap gevallen. Dat was rond 16u Nederlandse tijd. En vervolgens werden we keurig om 7.45 lokale tijd wakker, uitgerust en wel. Jammer dat de airco in het hotel zo hard staat, anders waren we ongetwijfeld wakker geworden van de geluiden van de zee, aangezien het hotel pal op het strand staat, maar misschien is dat een idee voor de tweede nacht hier.
Het ontbijt was een soort international breakfast buffetmet zo'n beetje alles wat je je maar kon bedenken; van donuts naar scrambled eggs naar roti tot spicy curry. Dat laatste leek me dan weer niet zo relax op de vroege ochtend,maar voor de rest was de keuze zo uitgebreid dat het moeilijk werd om te kiezen. Na het ontbijt brachten we een hernieuwd bezoek aan eenATMom ditmaal meer dan 2 euro te pinnen. Gelukkig troffen we nu een andere automaat die gewoon aangaf wat het maximaal op te nemen bedrag was, dus dan zit je er geen 0 naast. (Of twee) Toen dat gelukt was gingen we opweg naar The Dutch Village, ontworpen doorene Herman Steur, volgens de reisbeschrijving. In mijn naïviteit dacht ik toen nog dat Herman Steur wel een of andere beroemde architect zou zijn geweest die een paar honderd jaar geleden een Nederlandse nederzetting ergens in Sri Lanka had gebouwd, wat nu uitgegroeid was tot een bijzonder monument. Laten we het erop houden dat ik er lichtelijk naast zat. Herman Steur leeft namelijk nog. Sterker nog, we hebben hem zelfs een hand gegeven. En ik schat hem een jaar of 70 ipv 500. Wat wel aan mijn fantasie leek te kloppen,warne de huisjes in Nederlandse stijl en misschien was het ook wel een soort van nederzetting. The Dutch Village was namelijk een flinke lap grond met allemaal huisjes die bewoond werden door (voorheen dakloze) bejaarden. We werden hartelijk ontvangen door Beatrice, een kleine en oude, maar vooral energieke bewoonster die ons uitgebreid rondleidde en vanalles wist te vertellen. De huizen en straatjes hadden allemaal Nederlandse namen zoals onder andere De Ouwe Bok en de Martina Bloemstraat. Naast allemaal losse huisjes (2 kamer + badkamer voor 4 personen, mannen en vrouwen gescheiden), was er ook gedacht aan een kapel voor 4 religies, een ziekenhuis, een centrale eethal, relaxplekken, een tandarts en een tehuisje voor dementerende bewoners. Vooral dat laatste vond ik erg ontroerend, maar ook waanzinnig gaaf dat ook daaraan gedacht was. Overal werd naar ons gezwaaid en gelachen, zo leuk. Het geheel zag er super mooi en, ook niet onbelangrijk, goed onderhouden uit. Ook het personeel was professioneel en niet zo'n verzameling vrijwilligers die overal en nergens vandaan waren geplukt. Er stond een verpleegster buiten met een groepje yoga te doen en we werden spontaan uitgenodigd om mee te doen. Dit aanbod hebben we, hoe leuk het ook leek, toch maar afgeslagen. Nadat we wegreden uit The Dutch Village vroegen we Ranil een leuke plek om te lunchen te zoeken. Waarna hij stopte op een vismarkt. Uhoh. Dacht Tine. Maar dit bleek nog bij het programma te horen (en gelukkig was het niet de bedoeling om zelf je lunch hier te vangen en klaar te maken, thank God). Zodra we uit waren gestapt werden we verwelkomd door een enorme walm vislucht en een zwerver. Beiden niet zo verrassend, op een plek alsdeze. De vismarkt had naast een hoop vis en mensen niet bijzonder veel spectaculairs te bieden, maar voor het totaalbeeld van Sri Lanka vond ik het toch onmisbaar.
Bij de lunch een dorpje verderop nam Pui, om in de stemming te blijven, een broodje cattlefish. Ik hield het braafjes bij een vegetable bum.