Soms blijven grootse monumenten als door een wonder gespaard. Terwijl begin 13e eeuw in heel Centraal Azië vrijwel elke plek van enig belang door de hordes van Dzjengis Khan werd verwoest, bleef deze prachtige tombe uit het begin van de 10e eeuw onaangetast. Dit was mogelijk, omdat hij toen al aan het zicht onttrokken was. Pas in 1934 ontdekte een Russische archeoloog dit cultuurhistorisch zo belangrijke monument onder meters zand en aarde.

In deze tombe ligt niet alleen Ismael, de stichter van de Samaniden dynastie (875-999) begraven, maar ook diens vader, neef en andere familieleden. Het mausoleum heeft de vorm van een kubus van 10,8 meter met vier identieke façades waarop een halfronde koepel rust. Maar het gaat vooral om het unieke metselwerk van het 1000 jaar oude bouwwerk in rijen complexe patronen alsof het rieten vlechtwerk betreft, een ongelooflijke prestatie.