Happy 2068!!!
Happy 2068!!!
Daar staan we dan. Bij een tempeltje, tussen wat rustig voorbij schuifelende mensen. Business-as-usual voor Nepalese begrippen. Is dit nu de bijzonder Nieuwjaarsviering van Thimi, waarover onze taxichauffeur ons eerder had getipt? We kijken nog eens in het rond. Achter het tempeltje staan wat mensen met kippen en geiten in een rij te wachten. De reden is al snel duidelijk. Offeren voor een goed en voorspoedig nieuw jaar. De stapel kippenkoppen en plassen bloed maken duidelijk dat de behoefte aan voorspoed, in dit door politieke strubbelingen en droogte geplaagde land, behoorlijk groot.
Alhoewel het offeren van dieren niet de leukste onderdeel van een Nepalees feest is, weten we nu wel dat we in ieder geval op de juiste plek zijn aangekomen. Er zijn inmiddels ook wat meer mensen aangekomen bij de tempel en er hangt een soort spanning in de lucht. Het is duidelijk dat iedereen wacht op iets dat komen gaat. We hebben zelf geen flauw idee. In de verte komt het geluid van trommels traag dichterbij. Tegelijkertijd wordt het drukker om ons heen. En dan verschijnt, in een mix van processie en carnaval, een oranje menigte om de hoek. Grote oranje wolken bewegen mee met de stoet. Aan de kop lopen dragers met een beeld van een Hindu-god en daarachter allemaal mannen in oranje. En niet alleen de kleding, maar ook gezichte en haar is oranje. Als een grote oranje naaktslak beweegt de menigte, in het ritme van de luide trommels, langzaam in onze richting. Er verschijnen steeds meer ‘oranje’ mannen om de hoek. Met om de 30 meter een stellage met Hindu-god, met moeite omhoog gehouden door nu al uitgeputte mannen.
Het is een fascinerend gezicht. Boven de stoet hangen oranje wolken, veroorzaakt door verfpoeder dat alles oranje kleurt. In de optocht jonge, volledig oranje ,in trance dansende mannen afgewisseld met wat ouderen heren die, veel rustiger maar ook behoorlijk oranje, meewandelen. Daar tussendoor de muzikanten die met trommels en bekkens voor het ritme van de stoet zorgen.
Inmiddels zijn er 5 goden voorbij gekomen en is de staart van de optocht in zicht. We besluiten een stukje mee te lopen om te kijken wat er nog meer staat te gebeuren. Omdat de voorkant van de stoet bezig is met een rondje rond een tempel, vinden we onszelf al snel terug midden tussen de ‘oranje’ mannen. En het onvermijdelijke gebeurt. Een wild dansende man komt naar ons toe om een ‘Happy New Year’ te wensen. ‘Aardig van hem’ denk ik en schudt enthousiast zijn hand. En dan komt zijn andere hand in beeld. Gevuld met oranje verfpoeder. Een grote grijns verschijnt op zijn gezicht. Even probeer ik nog duidelijk te maken dat ik niet echt op een oranje hoofd zit te wachten……maar wat geeft het ook. Ik loop hier midden in deze maffe optocht mee, dan kan ik ook maar beter helemaal meedoen.
Dus zo lopen we samen, mijn vriendin heeft inmiddels ook een behandeling gekregen, met oranje vegen in het gezicht en oranje haar mee in de optocht. Er is opeens iets veranderd. Nu wij ook oranje zijn, lijkt de stoet ons volledig te accepteren. Van alle kanten komen mensen onze handen schudden en een gelukkig nieuw jaar wensen. Dit gaat dan meestal gepaard met een hand vol oranje poeder in ons gezicht, maar dat versterkt het saamhorigheidsgevoel. Wij hebben inmiddels zelf ook een zakje poeder en doen volop mee; gelukkig Nieuwjaar wensen, handje geven en een poederbehandeling. We hebben deze routine snel onder de knie.
Bij elke tempel ontstaat een grote opstopping omdat de optocht een rondje maakt om alle goden te eren. Op deze momenten is de chaos compleet. Van alle richtingen komen de oranje mannen op ons af. Sommigen met alleen een beetje oranje in het gezicht, anderen compleet ondergedompeld in verfpoeder. Een beetje op weg geholpen door sterke drank en warm bier hebben vooral de oudere mannen hun schroom afgeworpen en willen graag met ons op de foto. Ik zeg ons, maar ik bedoel mijn vriendin. Ik mag de foto maken…. Een groepje van 4 oudere redelijk oranje geverfde oudere heren (ik zeg redelijk oranje, maar eigenlijk zijn het meer wandelende wortels) krijgt er geen genoeg van. Ze vragen foto na foto en de hilariteit is groot wanneer ze zichzelf op het schermpje terugzien. Ze krijgen er geen genoeg van. Als de stoet zich weer in beweging zet, lijken we ‘gered’, maar even later staan ze weer voor onze neus. ‘Nog 1 foto!’ . Nu ben ik het model. Ik krijg een traditioneel Newari hoedje opgezet en hand-in-hand staan we model. Opnieuw grote hilariteit na het bekijken van de foto. Uiteindelijk slokt de optocht ons weer op.
De trommels en de drank doen hun werk. De stoet beweegt zich steeds wilder door de straten. Bij elke nieuwe tempel vloeit er meer drank en klinken de drums luider. Midden in deze chaos lopen in alle rust een groep mannen met een fakkel voor de borst. Als het oog van een orkaan bewegen zij zich in stilte door de chaos om hen heen; alleen oog voor hun fakkel en vlam. Serieus en sereen geven zij een hele andere dimensie aan het gebeuren. Een groot contrast met alles wat om ons heen gebeurt. We merken dat we deze rust wel waarderen. De drank neemt het feest een beetje over en we besluiten de stoet achter te laten.
Voordat we weer terug naar Kathmandu gaan, drinken we nog een kopje ‘chai’ bij een klein tentje. Daar kloppen we de oranje poeder uit haar en kleding. We zijn weer toonbaar voor de wereld buiten Thimi, aan wie dit spektakel ongemerkt voorbij is gegaan. Ik breng de lege kopjes terug naar het winkeltje, draai me om en hoor dan “Happy 2068, sir!” De wolk van oranje poeder mist zijn doel niet! Door een oranje bril neem ik afscheid van Thimi!
Een voorspoedig 2068!