Manaslu trekking dag #03 - 'splitsing'
Manaslu trekking dag #03 - 'splitsing'
Als ik met nog slaperige ogen naar buiten kijk zie dat de lucht boven Jagat weer is opgeklaard na de regen van gisteravond. Schijnbaar vrij gebruikelijk hier in de Himalaya, dat het ’s ochtends onbewolkt is, er gedurende de dag steeds meer bewolking komt en het ’s avonds potdicht zit (en mogelijk ook regent). Gelukkig maar, want ’s ochtends vroeg de eerste zonnestralen op imposante witte bergtoppen zien verschijnen vind ik een van de mooiste dingen die er zijn! Alleen voor het zicht op de witte bergtoppen is het nog even geduld hebben. Het is wederom vroeg uit de veren om op tijd met lopen te beginnen. Ik begin daarin een al patroon te ontdekken, maar met de Tsum vallei in het vooruitzicht vandaag, gaat het opstaan toch gemakkelijk. De Tsum vallei is een zijvallei van de hoofdroute rondom het Manaslu massief, en schijnt nog Boeddhistischer dan Tibet te zijn, omdat de volgers van de Dalai Lama hier niet echt onderdrukt worden (‘gedoogd’).
Heerlijk koel in de schaduw lopend tussen de rijstvelden zie ik voor me hoe het zonlicht de vallei steeds dieper doet opwarmen. Een paar Nepalezen vrouwen die met volle manden oogst sjouwen groeten ons amicaal. Mijn eigen backpack voelt opeens een stuk lichter aan. Richting het dorpje Philim wordt de vallei weer een prachtige smalle gorge met steile, groen begroeide rotswanden en kletterende watervallen. Na een vroege lunch lopen we afwisselend in de zon en de schaduw, maar een licht briesje maakt de warmte een stuk dragelijker dan gisteren. Het is fascinerend om mensen te zien werken op de kleine stukjes land die niet te steil zijn om gewassen op te verbouwen. Alles op het land wordt hier nog met de hand gedaan en bij een boerderij met een prachtig leistenen dak liggen oranje-gele maiskolven te drogen in de zon. Het tempo van leven hier begint me wel te bevallen.
Het is dan ook zeker geen straf om bij een schitterende waterval even te pauzeren om een lange ezel karavaan te laten passeren. Sommige ezels blijken koppige dieren die niet bepaald zin hebben om braaf door te lopen en de vegetatie rondom de waterval veel interessanter vinden. Voor mijn gevoel lopen we even later praktisch onder een waterval door, die boven mij grotendeels door de wind wordt verneveld, gehuld in een traag wapperend regenboogmotief. Het is een betoverd gezicht, met een lichtelijk stijve nek als kortstondig gevolg!
Na een pittig klimmetje zie ik in de verte de porter lachend staan wachten bij een wat roestend bord met daarop ‘Location Map’ en wat gele lijnen waaruit af te leiden is dat hier het pad richting de Tsum vallei afsplitst. Ik vraag aan de porter waarom hij moet lachen en het enigszins sadistische, maar goed bedoelde “up up up we go!” is het antwoord. Na een check in de tracking app op mijn mobiel kan ik concluderen dat we de helft van de ongeveer 600 hoogtemeters van vandaag nog voor de boeg hebben, terwijl het volgens de gids nog maar 1,5 uur lopen is. Een mueslireep en diepe ademteug later stappen we het pad op dat ons steil omhoog de Tsum vallei in leidt. Pas over 5 dagen zullen we hier weer terugkomen na deze bijzondere ‘off the beaten track side trip’!