Toen Laos nog deel uitmaakte van Frans Indochina zagen de koloniale overheersers de 4500 km lange Mekong als een mogelijkheid om met China handel te drijven. Een probleem was dat deze rivier in het uiterste zuiden van Laos als gevolg van enorme stroomversnellingen en watervallen gedeeltelijk onbevaarbaar is. De Fransen bouwden daarom een smalspoorlijn met brug op de eilandjes Don Det en Don Khon zodat goederen overland konden worden vervoerd tot een punt voorbij de stroomversnellingen. Het Chinese handelsavontuur kwam echter nooit van de grond en sinds een halve eeuw heeft er op het kortste spoortraject van de wereld geen trein meer gereden. Op de overwoekerde rails staat nu nog een oude locomotief te verroesten.