Noord Laos

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Noord Laos image

Sabaidee Laos!

Noord Laos
Laos
Li-anne

Sabaidee Laos!

Vanuit Thailand steken we de Mekong rivier over met een piepklein gammel bootje en komen zo aan in Laos. Omdat we nog geen visum hebben regelen we dit ter plekke. Wat formulieren invullen, vervolgens wat dollars schuiven, het is eigenlijk zo gepiept. Maar omdat we na 16 uur aankomen moeten we wel een overtime-fee betalen van 1 dollar extra de man. Die verwijnt waarschijnlijk rechtstreeks in de broekzak van de amtenaar…..Welcome to Laos! De volgende dag ontbijten we op het dakterras van ons hotel, met prachtig uitzicht op de Mekong en Chiang Khong in Thailand aan de overkant. We besluiten maar meteen de slowboat te nemen naar Luang Prabang. Overland kan je daar niet komen, er loopt namelijk geen weg vanaf Huay Xai. In Laos is 80% van alle wegen zowieso niet geasfalteerd. 2 Hele dagen op de slowboat dus, over de Mekong rivier. De kleine houten bankjes zijn kaarsrecht en veel te smal - er passen nauwelijks twee europeanen op,- maar het uitzicht is overweldigend. We varen door tropisch regenwoud met hier en daar een piepklein dorpje. Als we stoppen bij een van die dorpjes om iemand uit te laten stappen loopt zowat het hele dorp uit. We zien veel kinderen spelen in of bij het water.Soms met een zwembroekje aan maar vaak ook zonder. Zouden ze niet naar school moeten, of wonen ze simpelweg te afgelegen om ook maar enig onderwijs te kunnen volgen? Aan het einde van de eerste dag bereiken we het gehucht Pak Beng. Als de boot aanlegt staan er al heel wat lokale mannetjes klaar om je naar “hun” guesthouse te brengen. Zo komen we terecht in het vrij nieuw teakhouten guesthouse Phet Sokxai aan de oever van de Mekong. Het is er niet luxe, maar het is schoon en de ligging is uniek. Het guesthouse staat namelijk op een heuvel met Mekong-vieuw. Er is maar tot 22.30 uur stroom, daarna wordt Pak Beng in het duister gehuld en zijn er alleen nog olielampjes en kaarsen. Wat is het leven hier nog heerlijk simpel… Na een heerlijk ontbijt stappen we weer in de slowboat voor nog een dag op de harde bankjes. Wederom zien we onderweg veel spelende kindjes en vrouwen met zware manden op hun rug.Deze mensen hebben geen gemakkelijk leven, en de dorpjes zien er zeer armoedig uit. Maar de mensen zijn prachtig en heel vriendelijk. Ze roepen allemaal “sabaidee!”; dat betekend “hallo” in het lao. Het landschap veranderd langzaam, we zien nu hoge bergen met een smalle vallei ertussen. Het water van de Mekong is troebel en modderbruin van kleur, waarschijnlijk omdat het moussontijd is. Ook zien we her en der gevaarlijk uitziende draaikolken en rotspunten, die maar net boven het wateroppervlak uit lijken te steken. Vele uren later komen we aan in Luang Prabang, we zijn weer in de bewoonde wereld. Luang Prabang is een oude koningsstad met heel veel eeuwenoude tempels. Je merkt ook direct dat er een geweldig goed sfeertje hangt. ’s Avonds eten we bij “le Tam Tam”, een frans restaurant aan Sisavangvong road. Het is een redelijk chique tent met zeer smakelijk eten. Tegelijkertijd bevinden we ons wel in een derde wereld land. De tegenstelling is ernorm groot met wat we onderweg gezien hebben…….We blijven uiteindelijk een week in Luang Prabang, de stad die voelt als een dorp. Omdat het zo klein en overzichtelijk is kan je bijna alles te voet doen. We zien de meest fantastiche tempels en beklimmen de Mount Phu Si, de kleine heuvel midden in Luang Prabang, voor een prachtig uitzicht over het stadje en de Mekong rivier. Ook gaan we naar de Tad Kuang Si watervallen. Met een gammele tuktuk rijden we de bijna 30 kilometer naar de watervallen. Daar slaan we een kleine trail in die ons naar de uiteindelijke watervallen zal brengen. En waar we dan terecht komen slaat alles. Dit is te mooi om waar te zijn! We zijn aangekomen in het paradijs…..het bestaat dus echt! Heel veel kleine poeltjes met fel turkoois water in een meer dan tropische omgeving. Grote bontgekleurde vlinders vliegen af en aan. Tegen een boom hangt een verdwaasde kameleon. Onze kinderen zwieren aan een touw wat aan een boom is vastgemaakt heen en weer. Ze plonzen het blauwe water in, en spelen samen met de locale kindjes. Wat is dit leuk! We klimmen nog een stuk omhoog langs een trail naast de allerhoogste waterval voor een spectaculair uitzicht over het hele gebied. In het dorpje bij de watervallen eten we een stokbroodje met kip aan een straat stalletje, en genieten van de omgeving. Omdat Laos vroeger frans is geweest zie je nog redelijk wat franse invloeden, zoals de stokbroodjes met “la vache qui rit” smeerkaas, en ook nog heel wat jeu-de-boules banen. Veel oudere mensen spreken ook nog wat frans. Terug in Luang Prabang laten we ons verwennen bij het Lao Red Cross. (www.laoredcross.org) Hier nemen we een heerlijke “Full Body Oil Massage”. Allemaal apart in een klein vertrekje, gescheiden door een dun bamboe wandje en een wapperend gordijntje. Dit is pas echt genieten! Achtereenvolgens worden onze rug, benen, schouders, armen, handen en gezicht met de olie gemasseerd. Dit alles in een zeer relaxed sfeertje. De opbrengst gaat geheel naar een goed doel, nl het rode kruis in Laos. Zo dragen ook wij ons steentje bij aan de gezondheidszorg hier. Aan het eind van de middag gaan we nog een stukje lopen door Luang Prabang. We bekijken nog enkele tempels en komen zo ook bij Wat Manolom. Hier ontmoeten we enkele jonge novicen die om een praatje verlegen zitten. De monniken leren engels op school, en dat willen ze maar al te graag even oefenen. De minst verlegen jonge monnik neemt het woord. “Where are you from?”. We laten ze raden; America? Canada? England? Nee, uit Nederland dus, ze hebben er amper ooit van gehoord. Zo praten we nog een tijdje met ze en lopen dan weer terug naar ons guesthouse. ’s Avonds eten we bij kaarslicht en honderden “kerstlampjes” in het Sunset Vieuw restaurant aan de Mekong. Om je vingers bij af te likken zo lekker! De volgende ochtend zijn we vroeg uit de veren, en om half 6 ’s ochtends staan we al langs de hoofdstraat. Elke ochtend komen de monniken van de wats (tempels) hier uit de buurt op blote voeten langs voor de dagelijkse bedelronde. We kopen wat offergaven bij een vrouwtje, zoals sticky rice en bananen. De monniken zijn dan al aan het lopen. Op blote voeten en in lange rijen komen ze langs gelopen en de mensen geven hun elk een handje rijst of iets te eten in hun bedelnap. Dat is hun eten voor die dag. Na zo’n 15 minuten zien we de laatste monnik in de verte verdwijnen. Dit ritueel herhaalt zich elke dag, en als je naar Luang Prabang gaat dan moet je dit echt gezien hebben.We huren een paar fietsen en verkennen Luang Prabang op ons gemak. Het zijn lage felrose fietsen met mandje voorop, van Chinese makelij. Bij ons zouden ze doorgaan voor kinderfietsen. De Laotianen zijn zowieso natuurlijk een stuk kleiner en fijngebouwder dan wij europeanen. We fietsen een heel stuk het stadje uit naar het busstation om te informeren wanneer de bussen vertrekken naar Vang Vieng. We kunnen alvast buskaartjes kopen, wat we ook meteen doen. Aan het einde van de middag hebben we afgesproken met Phone, de dochter van onze guesthouse. Ze werkt in het ziekenhuis van Luang Prabang en wil ons laten zien waar ze werkt. Het ziekenhuis is 2 jaar geleden door China gebouwd en geschonken. Het oogt modern van de buitenkant. We lopen er wat rond en gaan binnen in een kamer op de kinderafdeling. We zien een ernstig ziek meisje, ze heeft dengue (knokkelkoorts). Ze ziet er ernstig ziek uit. Waarschijnlijk is deze familie vanuit een bergdorpje al dagen onderweg geweest om dit hospitaal te bereiken. Ook mogen we een kijkje nemen op de ICU (intensive care unit). Het ziet er allemaal zeer primitief uit. Hier liggen 5 mensen buiten westen, en we zien ook minimaal 10 familieleden hier rondhangen. En alle patienten liggen volledig gekleed in vieze kleding op bed. Het is hier normaal dat je familie voor je zorgt en kookt als je opgenomen wordt. Deze familie leden verblijven dus dag en nacht bij hun patient. Mijn camera blijft in de tas, ik vind het niet gepast deze belabberde situatie vast te leggen, het voelt niet goed. Nu beseffen we weer in een derde wereld land te zijn waar niet alles zo vanzelfsprekend is als bij ons. De volgende dag vertrekken we naar Vang Vieng, een klein dorpje temidden van puntige karstbergen. De rit met de bus duurt maar liefst 7 uur, maar we rijden dan ook met een rotvaart van wel 30 kilometer/uur. In Vang Vieng aangekomen gaan we op zoek naar accomdatie. Voor de eerste nacht overnachten we in bamboehutten, maar de bedden zijn zo hard als een plank, het ligt echt voor geen meter. De volgende dag verhuizen we naar Villa Nam Song, (www.villanamsong.com) waar we ons eens flink in de watten laten leggen. Na de primitieve onderkomens van de laatste tijd gunnen we onszelf eens wat luxe. Het dorp Vang Vieng ligt aan de oevers van de Nam Song rivier, en kleine wiebelende bamboe bruggetjes brengen ons naar het eilandje in de rivier. Hier kan je chillen in een hangmat in kleine bamboe open hutjes. Het leven is zo slecht nog niet. De Nam Song kabbelt langzaam verder terwijl je met een Beer Lao in de hand van het schitterende uitzicht op het karstgebergte geniet. We huren ook hier weer fietsen en rijden langs de prachtige groene rijstvelden een eind het dal in over een idyllisch zandweggetje. De mensen zijn op het werk in de felgroene velden, ze ploegen en planten de jonge rijstplantjes in de natte terrassen. Bij de Phoukam Cave klimmen we een stuk omhoog een grot in. Er is eigenlijk geen pad, en omdat het nu moussontijd is, is het glibberig en hoop je maar dat je niet uitglijd langs de rotsen. In de donkere grot ligt een grote liggende buddha onder een oranje afdakje, en kan je druipsteenformaties bekijken. Beneden is het nog veel mooier, in de turkooise lagune kan je een frisse duik nemen in een sprookjesachtige omgeving. Ook hier weer heel veel prachtig gekleurde bonte vlinders. Ik ben nog nooit in een land geweest met zoveel mooie vlinders, het is echt iets unieks. Op de terugweg zien we veel kinderen en mannen zich wassen in de Nam Song rivier. De shampoo schuimt volop en de kinderen hebben veel plezier tijdens deze dagelijkse, of is het een wekelijkse wasbeurt. Zeker is dat deze mensen thuis niet over een wasgelegenheid beschikken en de rivier dus als zodanig gebruiken.
Wie naar Vang Vieng komt, gaat ook zeker een keertje tuben. Dat is hier een echte “must do”. Bij een klein kantoorje midden in het dorp kan je een tube (grote vrachtwagen binnenband) huren voor een paar euro. De tuktuk brengt je vervolgens weg naar de Organic Mulberry Farm zo’n 4 kilometer stroomopwaarts. Vanaf dit punt drijf je in je tube de Nam Song af, die in het regenseizoen redelijk enthousiast stroomt. Maar nu komt het; onderweg zijn er heel wat mogelijkheden om aan te leggen bij een van de vele bamboe barretjes. Je drinkt er onderweg natuurlijk een Beer Lao of Lao-Lao (de enorm sterke locale rijst whisky), maar een cola kan ook. Bijna alle barretjes hebben relaxte muziek opstaan, in het genre van “don’t worry be happy” en enkele hebben hele bamboe stellages waar je vanaf kan springen of kan zwiere zwaaien aan een touw de Nam Song in. De laotiaanse eigenaren van de barretjes lachen in hun vuistje, de klanten komen gewoon langsdrijven, je hoeft ze alleen nog binnen te halen met een lange stok. Slimme zet dus! We doen uiteindelijk ruim 3 uur over het hele traject, en onze jongens springen enkele malen van een bamboe stellage. Ze vinden het helemaal top! Gaan we morgen weer tuben???Het is de hoogste tijd om Vang Vieng te verlaten, er is nog zoveel moois in Laos. Met de tuktuk naar het busstation, waar we uiteindelijk om 3 minuten voor 10 arriveren. De bus vertrekt officieel om 10 uur, dus we zijn “ruim” op tijd. De bustocht duurt ruim 4 uur, en het traject is een stuk bochtiger dan we verwacht hadden. We arriveren nu in Vientiane, de hoofstad van Laos. De stad is wederom niet zo heel groot, maar het is er wel flink drukker op de weg. We vinden hier zelfs een guesthouse met een zwembad, wat een luxe! De volgende dag gaan we op pad en vergapen ons aan de zeer sfeer volle tempel Wat Si Saket. In deze tempel bevinden zich meer dan 6800 buddha’s. Heel veel kleine buddha’s in piepkleine nisjes wat zeer apart oogt. We lopen naar de Patuxai, een soort van Arc de Triomph. Groot en plomp, gemaakt van cement. Van een afstand lijkt het nog wel wat, maar van dichtbij is het toch echt een cementen monster. We klimmen tot de 7e verdieping, en het uitzicht is prachtig. In de verte zien we de Pha That Luang al glimmen, de gouden tempel die we morgen gaan bekijken. Wat ook zo leuk is in Laos zijn de Scandinavische bakkerijen. Ze verkopen daar allerlei verse broodjes, croissantjes en zelfs gebak. We hebben het getest……..het smaakt nog heerlijk ook! We besluiten weer fietsen te huren, maar dat valt nog niet mee. Bij een soort van reisburo’tje hebben ze er maar 3. En bij een bakkerij verderop gelukkig ook nog 2. We fietsen dwars door Vientiane naar de gouden tempel. Wat Pha That Luang schittert ons al van verre tegemoet. Maar als we net voor de ingang staan, gaat ie dicht. We moeten een uurtje wachten. Gelukkig is er een marktje in de buurt en we lopen wat rond. Het blijft leuk, die marktjes. Er is altijd veel bedrijvigheid en het is leuk om mensen en koopwaar nader te aanschouwen en met handen en voeten comtact te leggen. Bij een van de stalletjes verkopen ze levende dikke wormen. Delicatesse? Heel apart om te zien, dat wel, maar proberen doen we ze niet. Even later gaat de Pha That Luang wel open en bewonderen we de beroemdste tempel van het land. Je kunt er eigenlijk niet in, maar wel kan je op de verschillende niveau’s rondlopen en genieten van de mooie uitzichten. Qua sfeer en uitstraling kan deze tempel het echter niet winnen van de fantastische eeuwenoude wats in Luang Prabang, dat is zeker! Na enkele dagen Vientiane wordt het voor ons tijd om Laos te gaan verlaten. Bij het busstation kopen we bustickets voor de Lao-Thai internationale bus die ons 25 km verderop de Friendshipbridge over zal brengen naar Nong Khai in Thailand. We hangen wat rond op het station, omdat we veel te vroeg zijn. Gelukkig is er altijd wel wat te zien op zo’n station. Met weemoed in ons hart verlaten we Laos. Dit land en zijn vriendelijke bevolking hebben ons hart gestolen, en voordat we de Mekong goed en wel overgestoken zijn hebben we al heimwee.........


Foto's

f5b7f.jpg
f5b7f.jpg
Li-anne
5e08d.jpg
5e08d.jpg
Li-anne
32412.jpg
32412.jpg
Li-anne