Een vliegreis om nooit te vergeten
Een vliegreis om nooit te vergeten
Afgelopen week bekeken we de foto’s van onze reis naar Jemen. Hoewel dat al heel wat jaren geleden is, zijn de herinneringen nog helder. Zo ook de herinnering aan een onvergetelijke vliegreis.
In de laatste week van ons verblijf in Jemen zouden we een binnenlandse vlucht maken van Seiyun naar Al-Mukalla en aansluitend nog een vliegreis naar Aden, in het zuiden van Jemen.
Om 11.00 uur stonden we (d.i. onze groep van 10 ervaren reizigers) klaar op het vliegveldje van Seiyun. Buiten onze groep om gingen er nog zo'n 30 Jemenieten mee; mannen, vrouwen en kinderen. De vrouwen waren volledig in het zwart gekleed en zwaar gesluierd. Ik had medelijden met hen, want het was verschrikkelijk warm.
Over het vliegveldje liepen we gezamenlijk naar het toestel, zo'n klein propellervliegtuigje. Bij binnenkomst werd ik overvallen door een golf van warmte en begon ontzettend te transpireren. Het liep werkelijk in straaltjes over mijn gezicht en rug en de kleren bleven aan mijn lichaam plakken. Rondkijkend zag ik dat ik niet de enige was die last van de warmte had. Iedereen zat opeens te blazen, te zuchten en te steunen en begon met zakdoekjes te wapperen en te vegen. Zodra de eerste persoon zijn handen omhoog stak om te voelen of het luchtcirculatiesysteem wel werkte, zag ik nog 40 handen naar boven gaan en aan de knopjes draaien. Maar helaas, er kwam geen koele lucht uit.
Dat zal wel komen al we eenmaal opstijgen, dachten we ....
Vrij snel was iedereen ingestapt en konden we opstijgen. Het vliegtuig zat helemaal vol zodat de kinderen bij de ouders op schoot zaten. Tijdens het opstijgen viel de deur van de cockpit met een harde klap open en we zagen hoe een jongeman heel fanatiek met een stevig papieren (kots)zakje achter de piloot stond te wapperen om wat verkoeling te brengen, terwijl bij hemzelf het vocht met straaltjes van het gezicht af liep en zijn overhemd al doorweekt was.
Nu heb ik niets tegen vliegen in het algemeen, maar vliegen met zo'n klein toestel is toch niet echt een prettige ervaring.
Met elke luchtstroom zakte en schudde het vliegtuig weer even heen en weer en ik, die al misselijk wordt op een gewone schommel, voelde gelijk mijn maag mee bewegen. Stevig de stoel voor mij vasthoudend en strak voor mij uit kijkend kon ik één en ander in evenwicht houden.
Toen het vliegtuig eenmaal op hoogte was, ging het wat beter met mijn maag, al bleef het vocht stromen want het luchtcirculatiesysteem werkte nog steeds niet. De steward kwam langs met de stevige, geplastificeerde zakjes voor diegenen die eventueel last van luchtziekte zouden krijgen. Iedereen griste de man zo'n zakje uit zijn handen en begon als een gek te wapperen met deze zakjes. De Hollanders, altijd al een verstandig volk geweest, zaten heel stil, met de armen en benen iets gespreid, om maar geen extra energie te verspillen en daardoor nog meer te gaan transpireren.
Na een minuut of tien drong het langzaam tot iedereen door dat het luchtcirculatiesysteem kapot was en er geen frisse lucht zou komen. Langzaam zag je mensen bleek worden, ze wapperden steeds minder fanatiek, kinderen begonnen te huilen en er gingen knoopjes en ceintuurs los.
Alhoewel ik het ook erg warm had en inmiddels een paar liter vocht moest hebben verloren terwijl mijn maag zo nu en dan nog een aardige buiteling maakte, voelde ik mij redelijk goed in vergelijking met de mensen om mijn heen.
Het gebrek aan zuurstof werd nu toch wel erg beangstigend en de eerste kinderen en vrouwen begonnen met de ogen te draaien, naar lucht te happen en dreigden flauw te vallen. Een klein meisje van ongeveer 4 jaar dat voor mij zat, begon plotseling over te geven. Het was of dat het sein voor de anderen was en binnen korte tijd volgden er nog meer. Om mij heen kijkend zag ik bijna niemand meer wapperen met de zakjes want die werden nu gebruikt voor hun werkelijke doel. Overal zag ik bleek-groene gezichten, gebogen over zakjes, zeer beschaafd overgevend. Een man naast ons, die reeds één zakje met zijn maaginhoud gevuld had, vroeg aan zijn buurman of hij diens zakje even mocht lenen, om vervolgens ook dit zakje volledig te vullen. De lucht in het vliegtuig, toch al zo beperkt aanwezig, wat niet fris meer te noemen. Zelfs de Hollanders zag ik slikken en verwoede pogingen ondernemen om hun maaginhoud binnen te houden, wat hen ook lukte, zij het met moeite.
Naast mij zat Cees zeer geconcentreerd naar buiten te kijken. Niet langer om van het uitzicht te genieten maar om zo min mogelijk te merken van de ellende om hem heen. Zijn broek en shirt waren door het vele zweet inmiddels een paar tinten donkerder gekleurd en zijn handen omklemden stevig de armleuningen.
En de ellende werd steeds erger.
Ik kon het niet langer aanzien!!!
Ik pakte ik mijn hoofddoek uit de tas, een toiletrol en een veldfles met water. En als een Florence Nightingale was ik het volgende kwartier bezig om al die overgevende en bijna flauwvallende vrouwen en kinderen het gezicht af te vegen, een beetje verkoeling te geven en extra zakjes voor het overgeven.
Ik had geen tijd meer over om me beroerd te voelen.
Eindelijk ging het vliegtuig aan de afdaling beginnen en ik heb nog nooit met zoveel verlangen uitgezien naar de landing.
Zodra het vliegtuig geland was gingen de deuren open en eindelijk was er weer frisse lucht binnen. De passagiers wisten niet hoe snel ze naar buiten moesten komen, natuurlijk vrouwen en kinderen eerst.
Een Jemeniet die voor ons had gezeten en wiens vrouw en kind ik had geholpen, mompelde een vriendelijk "dank je wel" en vroeg of wij nu per bus verder gingen. Op mijn antwoord: "Nee, er staat een ander vliegtuig op ons te wachten", sloeg hij zijn ogen ten hemel en riep: "Oh, nee!!!" en ..... barstte in lachen uit.
Gelukkig kon ik nog met hem mee lachen!
(geschreven door Loes)