Japan on 2 shoestrings
Japan on 2 shoestrings
Bij een goedkope vakantie denk je niet direct aan Japan. Zeker niet nu door de tsunami van maart en eerder de IJslandse geiserbankiers de koers van de Yen omhoog is gespoten.
Maar, een reis door Japan hoeft niet duurder te zijn dan een door de States, Frankrijk of Duitsland. Daarnaast eet je er gezonder dan bij Uncle Sam, verstaan ze je in Frankrijk ook niet en zijn Japanners nog stipter en hoffelijker dan Duitsers.
Maar hoe ontwijk je de torenhoge prijzen zonder te hoeven te slapen onder een blauw, door de Japanse overheid verstrekt zeil, wakker te liggen in een cubicle waar tussen 23.00 en 02.00 de gestrande ‘salarymen’ binnenwaggelen of hamburgers te eten bij 1 van de duizenden filialen van McDonalds?
Velly easy: de eerste stap is zoeken naar vluchten op bijvoorbeeld Nagoya. Voor je het weet zit je tussen honderden Japanners in een KLM of Air France kist, ‘slechts’ 650 euro lichter, richting de rijzende zon. In september. Met de trein ben je vervolgens binnen no-time in Tokyo.
Voordat je op pad ging, heb je in Tokyo al je je eigen appartement gehuurd. 110.000 Yen, zo’n 900 euro, kost het om 1 week in het centrum aan de ringlijn je eigen ‘stubbe’ te betrekken. Internet, dvd-speler, balkon, keuken, alles is aanwezig. Behalve bestek, want dat vind men niet hygiënisch. Geen probleem, want bij de 100 Yenwinkel om de hoek koop je ‘alles wat je nodig hebt en nog wat meer voor een stuk minder’. Zo’n appartement telt 2 slaapkamers en 4 bedden. 225 Euro per persoon voor 1 week downtown Tokyo? Een site om het te regelen is http://www.monthlychintai.com/en/.
Na een weekje Tokyo zoeven de meeste mensen met de shinkansen verder door Japan. Dat is fantastisch, snel en altijd op tijd. Het nadeel is alleen dat je niet de flexibiliteit hebt om buiten de spoorbanen te treden. En je bent continue aan het sjouwen. De Lonely Planet van Japan speelt zich voornamelijk rondom de treinstations af en dat maakt het dus makkelijk om andere reizigers te ontwijken als je het spoor links laat liggen.
Maar links is vaak een struikelblok, want op die weghelft rijden ze in Japan. En omdat de bewijzering voor Westeners ook nog eens onleesbaar is, zie je weinig tot geen buitenlanders in huurauto’s. Japanners des te meer. Even het land doorkruizen met 300 kilometer per uur en vervolgens rustig tuffend in je huur-Toyota het station de rug toekeren is enorm populair. En het is juist heel goed te doen. Links rijden is veiliger dan oversteken en toch steeds weer links, rechts, links te kijken. Beter in de auto dan er op.
Omdat men in Japan maximaal 80 mag op de snelweg en zelden harder dan 60 op alle andere wegen en ook nog eens in kleine auto’s rijdt, kom je met 1 liter benzine al snel 20 kilometer verder. Benzine is er goedkoper dan bij ons, dus autohuren is een prima idee. En de weg vinden dan? Supersimpel. Vrijwel elke auto heeft een navigatiesysteem dat route plant op basis van het telefoonnummer van je plaats van bestemming.
Voordat je op pad gaat, geeft je Japans brabbelende digitale vriend ook nog eens 5 verschillende routes om uit te kiezen: snel, met tol, zonder tol, B-weggetjes of de scenic route. Landkaart met zowel Japans als Westers schrift erbij en er kan niets meer misgaan. Huren kan hier www.argus.com.
Zit je in de auto, ben je onderweg, wil je eten en houd je van sushi, dan is het elke dag feest. Zorg dat je voor 12.00 uur, anders hebben de salarymen de schappen geplunderd, even stopt bij de Lawson, Family Mart, 7-11 of een van de andere 24/7 shopjes, buig terug naar het personeel en koop een sushi-lunchbox. Voor 3 keer de prijs krijg je bij Albert Heijn 3 keer zo weinig. En in tegenstelling tot in Nederland hebben we het hier niet over een droge hap rijst, gevuld met rubber en omwikkeld met oud papier. Nee, in Japan krijg je restaurant kwaliteit. En ben je bij een echte, grote supermarkt in de buurt, dan haal je kakelverse, ter plekke gemaakte sushi en andere visgerechten bij de inhouse vistraiteur.
Onderweg de nacht doorbrengen? Wordt het slapen in een tempel, bij een familie thuis, of een andere plek waar je midden in de Japanse maatschappij je entree maakt. Bijvoorbeeld waar ontbijt en avondeten smelten op je tong en je een tafel deelt met Japanse medegasten: de minshuku.
Voor 100 euro voor 2 personen heb je een traditionele kamer, ergens in ‘the middle of nowhere’, waar de groenten en de rijst uit de achtertuin komen, de vis uit de vijver van de buren en de paddestoelen vers geplukt uit het bos. Het ontbijt en het diner zijn bij de prijs inbegrepen en in de minshuku proef je letterlijk de Japanse samenleving want je slaapt en eet in het huis van je gastheer en gastvrouw. Vooral buiten de grotere steden vind je pareltjes.
Wil je tot slot genieten van wereldkunst voor niets, terwijl je slaapt in een Yurt, ga dan naar het eiland Naoshima. Naoshima is een openluchtmuseum, maar dan van de moderne kunst. Dankzij een Japanse multinational. Overal op het eiland vind je kunstwerken die al dan niet opgaan in het landschap. Daarnaast zijn er twee adembenemende musea en traditionele Japanse huizen die door kunstenaars zijn herschapen. Slapen doe je aan het strand in die originele Mongoolse tent (http://www.naoshima.net/en/accommodations/index.html). Overdag kun je de musea en kunstprojecten bezoeken op de fiets.
Tijdens je hele reis heb je grote kans dat je door een Japanner wordt uitgenodigd om wat te drinken of mee te eten. Want in tegenstelling tot wat veel mensen denken, zijn niet alle Japanners gesloten.
Vertraging, vuil, dringen bij de trein, bumperkleven en vet eten: De cultuurschok die je van te voren verwachtte komt pas bij terugkeer in Nederland.
p.s. dit is een lange tip die niet onder tips paste vanwege aantal woorden