Dit gezin ontmoette ik op een binnenplaats van een verlaten moskee achter het Meidanplein in Isfahan. Zo te zien leiden ze een zwervend bestaan; hun bezittingen stonden in een hoek.
Toen ik de foto aan onze gids liet zien, vertelde ze dat dit misschien Bahá'í zijn, een bevolkingsgroep die, als ze hun geloof praktiseren, sterk wordt gediscrimineerd en vervolgd in Iran.
Uit Wikipedia:
Het Bahá'í-geloof is een religie die in de negentiende eeuw gesticht is door Bahá'u'lláh in Perzië (Iran) die de geestelijke eenheid van de mensheid benadrukt.
De bahá'í-leringen benadrukken de onderliggende eenheid van de grote wereldgodsdiensten. Religieuze geschiedenis wordt gezien als een ontvouwing van waarheid met behulp van een aantal goddelijke boodschappers, manifestaties van God genaamd, die elk een religie hebben gesticht afgestemd op de behoeften van hun tijd en het begripsvermogen van de mensen uit hun tijd. Onder deze boodschappers zijn Abraham, Krishna, Boeddha, Jezus en Mohammed de bekendste. Voor de bahá'ís is de meest recente en belangrijkste boodschapper Bahá'u'lláh.
Wereldwijd zijn er naar schatting ongeveer zeven miljoen bahá’ís in meer dan tweehonderd landen en gebieden, ook in Nederland.
Het is begrijpelijk dat veel Bahaií in Iran uitwijken naar andere landen.