Met een vrucht tussen zijn tanden klimt deze Orang-oetan in een boom in het dicht begroeide Gunung Leuser National Park in het noorden van Sumatra. Van deze mensaap bestaan twee soorten, te weten de Borneose orang-oetan (Pongo pygmaeus) en de Sumatraanse orang-oetan (Pongo abelii). De naam Orang-oetan is afkomstig van het Maleise Orang Hutan, dat bosmens betekent. De naam wordt buiten Indonesië wel afgekort tot orang, een woord dat in Indonesië gewoon mens betekent. Orang-oetans zijn echte klimmers en houden zich verre van water in rivieren en meren. Ze zijn erg intelligent. De leefomgeving van de orang-oetans is de afgelopen jaren sterk afgenomen door ontbossing als gevolg van houtkap en bosbranden. Ook zijn in het verleden illegaal jonge orang-oetans gevangen om als huisdier te worden verkocht. Soms gebeurde het dat stropers de moeder doodschoten om het jong te kunnen vangen. De orang-oetan is een bedreigde apensoort en geniet gelukkig vandaag de dag veel bescherming in bijvoorbeeld het Gunung Leuser National Park. Het voedsel van de orang-oetan bestaat voornamelijk uit vruchten, boomschors en insecten, vooral mieren.