Het land van de leuke mensen
Het land van de leuke mensen
De straat is smoezelig en de eetstalletjes langs de weg zijn niet op één hand te tellen, net als de brommertjes en becak’s óp de weg. Welkom op Java, Indonesië. Surabaya mag dan wel het rustiger en nettere broertje van hoofdstad Jakarta zijn, ook hier is chaos eerder regel dan uitzondering.
Het hotel waar wij verblijven doet daar overigens niet aan mee, dat is spiksplinternieuw en heel erg netjes, met een interieur dat voor modern kan doorgaan. Verborgen gebreken zijn er wel; zo is de airco een luxe die niet aan de liften en gangen is besteed en werd onze creditcard bij aankomst bijna geblokkeerd omdat het nog niet goed ingewerkte personeel dacht dat de standaard hotelcode de sleutel voor alle pasgeheimen was. Toen we in paniek onze bank wilden bellen bleek internationaal telefoneren geen optie, zelfs niet toen de manager persoonlijk polshoogte kwam nemen. Ook het warm water uit de douche kent kuren, maar goed: dit is Indonesië en we betalen er weinig voor (met een gelukkig op tijd geredde creditcard).
Iedere keer wanneer we naar buiten stappen is het contrast fascinerend. Van de koele en glanzende hotellobby de tropische hitte in, vol verkeersgeluiden en smoezelige straattafereeltjes. Indonesische chaos dus.
Op een middag, nadat we terug zijn van een uitstapje, besluit ik eens met mijn camera in de hand deze chaos in de nabije omgeving van het hotel te verkennen. Ik hoef er slechts naar links of rechts voor te gaan en zal niet kunnen verdwalen. Dat laatste vindt vooral vriendlief – die liever even binnen blijft relaxen met een boek – een zeer aangenaam idee.
Ik had niet kunnen denken dat het zó’n leuk avontuur zou worden, ook al wist ik inmiddels wel dat Javanen erg spontane mensen zijn. Ik ben bleek en blond en voor Indonesische begrippen lang, dus mijn verschijning trekt al gauw de aandacht. Bij een man die deeg staat uit te rollen vraag ik netjes of ik een foto mag maken en hij knikt. Hij blijft ondertussen ijverig doorwerken, dat geeft een mooi ingetogen beeld vol opperste concentratie. Dan op naar de volgende, een behoofddoekt vrouwtje dat een knus ogend eethuisje op wielen runt. Met grote ernstige ogen kijkt ze in de lens als ik een foto maak. Even later poseert een moeder met haar peuter, maar zoals wel vaker schrikt het kind zich een hoedje van zo’n bleek gezicht met blauwe ogen en een grote zwarte camera, dus die foto is geen succes.
Het valt me op dat iedereen op de foto wil als ik het vraag, en het ontgaat de andere mensen in de buurt beslist niet dat ik met een fotomissie bezig ben. Ik fotografeer een fietsenmaker, een pauzerende man met een kar vol handelswaar, een man die zit uit te rusten in zijn becak en daar wacht op klandizie. En steeds vaker wenken en roepen mensen uit de buurt: “You can take picture here!”. Het wordt soms zelfs een spelletje; elkaar aanwijzen zodat die ene nietsvermoedende buurman of collega eraan moet geloven. De poses worden gekker en iedereen heeft lol. Ik hoef inmiddels niemand meer te vragen maar wordt van foto-object naar foto-object geloodst en voel me zo ‘populair’ en bekeken dat de helft van mijn foto’s niet eens meer goed wil lukken omdat ik bezwijk onder de roep om aandacht van een volgend persoon. De hilariteit is telkens compleet als ik op mijn beeldschermpje het resultaat laat zien.
Zo laat ik mij min of meer loodsen tot aan de voordeur van het hotel. Daar zijn uiteraard geen foto-objecten meer, de levendige chaos houdt op bij de drempel van de lobby. Ik stap naar binnen, die andere wereld in, helemaal gelukkig met deze leuke ervaring. En ik vergeef het hotel (en daarmee indirect Indonesië) alle vele verborgen gebreken die we her en der zijn tegengekomen. Want een land met zulke spontane en goedlachse mensen, daar kan ik alleen maar van genieten! En gelukkig heb ik een hoop foto’s die daarvan getuigen.