Bali
Een stukje geschiedenis van Bali dat niet beschreven is in de Nederlandse geschiedenisboeken.
Waarom heb ik mijn boek "Reizen door het echte Bali" (ISBN: 978-90-484-1739-1) geschreven ?
Het antwoord kunt u vinden uit enkele pagina's uit mijn boek die ik hieronder weergeef.
(Pagina 92 t/m 94 van het boek)
Toen ik nog heel jong was wilde ik al gaan reizen naar Indonesië.
Tot op heden ben ik er nooit achter gekomen wat daarvan de reden is.
Ik voel mij in Indonesië , en met name in Bali, heel erg thuis.
Soms denk ik dat ik hier in een vorig leven heb rondgezworven, alles is zo herkenbaar.
Veel mensen geloven niet in meerdere levens en dat respecteer ik.
Maar er is gewoon iets in Bali dat mij blijft aantrekken.
Misschien is het ook wel de onderdrukking die de bewoners van dit mooie eiland in het verleden hebben meegemaakt.
In dit opzicht wil ik een stukje Nederlandse geschiedenis weergeven wat ik nooit heb terug kunnen vinden in de Nederlandse geschiedenisboeken.
Een zwarte bladzijde uit de Nederlandse geschiedenisboeken die altijd blanco is gebleven……
Het citaat gaat over de aanval die de Nederlandse troepen op 20 september 1906 uitvoerden op de hoofdstad Badung (het huidige Denpasar) waarbij 3.500 Balinezen (mannen, vrouwen en kinderen) de dood vonden.
Tijdens de aanval die met bombardementen en beschietingen gepaard ging realiseerden de drie prinsen van Badung zich op een gegeven moment dat een nederlaag onvermijdelijk was.
Zich overgeven, dat was voor hen het laatste wat ze wilden en daarom kozen voor het pad van een “puputan” (een strijd tot de dood volgt).
Eerst verbrandden de prinsen hun paleizen en daarna traden de prinsen met hun priesters en hun volgelingen de Nederlanders tegemoet, gekleed in hun mooiste juwelen en gouden krissen.
Wat hierna gebeurde is vastgelegd in het volgende citaat:
“De Nederlandse troepen, in slagorde marcherend over de lange, aan twee zijden door muren ingesloten weg naar het koninklijke paleis, waren niet verbaasd toen ze de stad klaarblijkelijk verlaten aantroffen, met vlammen en een rookpluim boven de puri (paleis).
Beangstigend was wel het wilde tromgeroffel dat vanachter de paleismuren te horen was.
Toen ze naderbij kwamen zagen ze een vreemde, stille processie uit de hoofdpoort van de puri komen.
De stoet werd aangevoerd door de raja (prins) zelf, gezeten in witte crematiekleding maar met schitterende sieraden en gewapend met een prachtige kris.
De raja werd gevolgd door zijn hoffunctionarissen, de paleiswacht, de priesters, zijn vrouwen, zijn kinderen en zijn gevolg, ook in het wit, met bloemen in hun haar en velen bijna net zo rijk uitgedost en bewapend als de raja zelf.
Op honderd passen van de verbaasde Nederlanders liet de raja zijn dragers halt houden, stapte uit zijn draagstoel en gaf het teken, waarna de afgrijselijke ceremonie begon.
Een priester stootte zijn dolk in de borst van de raja en anderen in het gezelschap wierpen zich in hun eigen dolk of staken elkaar dood.
De Nederlandse troepen, in actie gekomen na een toevallig geweerschot, beantwoordde een aanval met lansen en speren door de oprukkende menigte met geweren en zelfs artillerievuur te bestoken.
Sommige van de vrouwen wierpen de soldaten spottend juwelen en gouden munten toe, en naarmate er meer mensen door de paleispoort naar buiten stroomden, hoopte de berg lijken zich steeds verder op.
Al spoedig ontrolde zich naast dit verschrikkelijke bloedbad het schouwspel van soldaten die de lijken van hun kostbaarheden beroofden en vervolgens de paleisruimte begonnen te plunderen.”
Als ik dit stukje Nederlandse geschiedenis lees dan bekruipt mij een collectief schuldgevoel ten opzichte van de Balinezen wiens voorvaderen zijn gestorven door de wreedheid van mijn landgenoten.
Tijdens al mijn reizen op Bali heb ik persoonlijk kunnen ervaren hoeveel warmte en liefde de bewoners van dit eiland geven aan hun gasten.
Het minste waar deze mensen recht op hebben is dat hun geschiedenis op een juiste manier wordt geschreven.
Dat is één van de redenen waarom ik dit boek heb geschreven en misschien is het ook wel de reden waarom ik steeds weer terugkeer naar Bali.
Misschien was ik op 20 september 1906 wel een van hen……
Ingrid Dümpel, redactrice van indischhistorisch.nl heeft ooit gezegd : “Wij kunnen alleen herdenken wat wij weten”.
Dat is precies wat ik bedoel……..