Wederzijds (on)begrip
Wederzijds (on)begrip
Daar zit ik dan op het, niet al te grote, bed. Ik kijk rustig de kamer rond. Dit is mijn thuis voor de komende drie weken. Er staat een oude bank, een salontafel, kleding kast en een TV. Op zich ziet het er best in orde uit. Ook de badkamer lijkt op het eerste gezicht prima. In ieder geval zie ik een zit-wc en een grote boiler. Dat lijkt op warm water. Helaas kan ik geen douchekop ontdekken. De grote teil in de hoek van de badkamer vertelt me dat het dus drie weken ‘scoopen’ wordt. Daar kan ik wel mee leven. Maar ja, ik heb ook geen keus. Het is ook allemaal best schoon. Indiaas schoon, dat dan weer wel. Dat betekent dat hoe langer je rondkijkt, des te meer verbeterpunten je ziet voor de schoonmaker. Misschien is het niet helemaal wat ik verwachtte, maar voor de komende periode wel te doen.
Dan vliegt de deur open. Zonder verder te kloppen of te vragen of het allemaal wel schikt komt een Indiase man ‘mijn’ kamer binnen. ‘Hello sir, chai?, vraagt hij. Dat is natuurlijk wel lekker en ik antwoord bevestigend. Vervolgens komt er nog een heel verhaal, waar ik niks van versta. Ik vermoed dat hij Hindi tegen mij spreekt, maar ik weet het niet zeker. Met handen en voeten probeert hij duidelijk te maken, wat zijn functie is. Op dit moment begrijp ik dat nog niet helemaal.
Maar gedurende mijn eerste uur in de kamer kom ik daar langzaam maar zeker achter als hij om de haverklap mijn kamer op komt. De ene keer met de afstandsbediening om de werking van de TV uit te leggen, dan met een stukje zeep, dan weer met een kan met water. En telkens zonder kloppen. Op het laatst laat ik de deur maar open, dan scheelt weet een schrikreactie als hij opeens voor me staat.
We gaan elkaar steeds beter begrijpen. Gelukkig maar, want al snel blijkt dat hij mij de komende drie weken gaat voorzien van ontbijt en avondeten en al het andere dat ik nodig zou kunnen hebben. En hij neemt zijn taak best serieus. Hij blijft met grote regelmatig onaangekondigd in mijn kamer verschijnen. Het maakt hem niet veel uit wat ik aan het doen ben. Terwijl ik op de WC zit, hoor ik wat gerommel in de kamer en zelfs de TV aangaan. Vlak daarna zie ik zijn hoofd om de hoek van de deur verschijnen. “Sir, dinner is ready”, zegt hij lachend. Hij laat er een mooie headwiggle of volgen. Vanaf de WC lach ik maar vriendelijk me hem mee en bedank hem voor het brengen van het eten. Ik ben in India en daar is alles anders, toch?
Hij blijkt een prima kok. Op mijn eerste avond verrast hij mij met overheerlijke parratha’s, drie verschillende curries en een gezonde hoeveelheid rijst. Vol van het eten besluit ik even languit op de bank te gaan liggen om alles te laten zakken (zowel de indrukken als de paratha’s en curries). Langzaam vallen mijn ogen dicht en val ik in slaap. “Chai, sir?”, klinkt het vrolijk naast mijn hoofd. Ik schrik wakker en kijk verward in het rond. Mijn nieuwe vriend staat me lachend aan te kijken.
De care-taker en ik gaan elkaar gedurende de eerste week steeds beter begrijpen. Ik accepteer dat het constant binnenlopen in onderdeel is van zijn manier van werken. Hij lijkt te accepteren dat ik enig belang hecht aan het woord privacy. Wel als het hem uitkomt natuurlijk. Op een dag komt hij de kamer op en vraagt iets over ‘doing laundry’. Dat vind ik wel handig. De temperatuur in Lucknow is rond de 35C en ik ga hard door mijn stapeltje ‘kantoor overhemden’ heen. Mijn enthousiaste reactie op zijn voorstel is voor hem om het startschot om direct maar door mijn kleding te gaan zoeken. Al snel heeft hij een stapeltje ‘was’ gevonden in de kledingkast. Dat hij in die stapel ook nog ‘niet gedragen’ kleding verzameld, heb ik even niet verwacht. Het kost me de nodige moeite om hem ervan te overtuigen dat echt niet alles deen Indiase was behandeling nodig heeft. .
Maar het wederzijds begrip neemt steeds een beetje meer toe. Vooral als ik in de avonduren een van de vele cricketwedstrijden op het oude TV’tje zit te kijken. Dan begrijpen we elkaar helemaal; MS Dhoni is de beste, Sehwag is over zijn hoogtepunt heen en Vinay Kumar hoort niet in het team. Met een grote glimlach realiseer ik me dat ook nu weer culturele verschillen lijken te verdwijnen door sport. Maar dit geluk is van korte duur als ik later die avond door een ‘misverstand’ mijn hele doos Indiase koekjes aan de caretaker verlies. Nu heb ik wel een extra grote doos gekocht om een paar stukjes met hem te delen, maar toch… . Ik heb zelf pas twee koekjes op als ik hem de doos voorhoud om er wat stukjes barfi uit te pakken. Ik verwacht niet dat hij de hele doos pakt, uit de kamer verdwijnt (ik dacht hij gaat wat delen met het andere personeel, prima) en de hele avond niet meer terugkomt. Mij toch wel sip kijken achterlaten, bij elk geluid hoopvol kijkend naar de open deur… .
Toch kunnen het prima vinden met elkaar. De verzorging is prima en na drie weken weet ik niet beter. Veel te vlug is het tijd om weer naar huis te gaan. Ik heb mijn rugzak ingepakt en ben helemaal klaar om naar het vliegveld te gaan. Nog even afscheid nemen van mijn grote vriend en ik ben op weg. Maar waar ik ook kijk, ik zie hem niet. Drie weken lang is hij niet van mijn zijde geweken en nu is hij zoek… . Dan besef ik ook dat ik niet eens weet wat zijn naam is. Die heeft hij me nooit verteld.