Rajasthan
Ziek in India.
In Jaipur hadden wij een overnachting in een heel leuk guesthouse. Het woord hotel wilde men niet gebruiken, je moest je er thuis voelen.
Nou, dat lukte. Op de gangen stonden Indiase zitjes, aan de wand hingen indrukwekkende foto's van Maharadjafeesten.
We aten de avondmaaltijd met z’n allen op de veranda, waar de zoon des huizes de bestellingen opnam.
Toen hij hoorde dat wij uit Nederland kwamen, begon hij te glimmen. Zijn oom had meegedaan aan een Nederlands televisieprogramma: Prins zoekt vrouw.
Deze Indiase prins was een broer van zijn moeder.
Het was erg gezellig op de veranda. We moesten een tijdje op het eten wachten, want de prinses kookte zelf. Maar het eten uit haar gebloemde pannen die op tafel kwamen, smaakte heerlijk!
Om negen uur kwam Olivier naar mij toe en zei: "Mam, ik ga naar bed, ik voel me niet zo lekker."
Op de kamer gaf de thermometer 39 graden aan en Olivier lag even later te schudden van de kou op het (mooie houten) Maharadja-bed.
Bij de receptie vroeg ik waar de gids was om hem te vragen naar een dokter.
In no-time stond de prinses voor me; nee, niks gids. In haar hotel vielen wij onder haar verantwoordelijkheid en zij zou haar eigen arts bellen, een hele goede dokter.
De dokter was uit eten in de stad en zou over een uur in het ziekenhuis zijn.
Een uur later klopte ze op onze deur. Ik stond klaar met paspoort , verzekeringspasje en Olivier natuurlijk.
Een jongen die in het hotel werkte kroop achter het stuur van de auto en de prinses kwam bij ons achterin zitten.
In het (privé)ziekenhuis moest ik gegevens invullen en een meneer in een keurig wit jasje bracht ons naar de spreekkamer.
Deze kamer stond vol boekenkasten en aan de muren hingen vele afbeeldingen van Hindoe-goden. Op het bureau stond een paar fluoriserende knalroze longen van plexiglas.
Olivier moest op een bank gaan liggen en kreeg een glazen thermometer in zijn mond. Intussen stelde de dokter allerlei vragen. Af en toe gaf de prinses, die ook in de spreekkamer zat, ook antwoord.
"103 Fahrenheit" zei de dokter, kijkend naar op de thermometer. Dat is 39,5 "in het Nederlands".
Hij tikte twee keer op een koperen bel die op het bureau stond en meteen kwam de meneer met het witte jasje binnen. Er werd wat gezegd en even later kwam de man terug met een handvol tabletten. Een maagbeschermer, twee soorten antibiotica en een supersterke diarreeremmer.
Ik moest Olivier onder natte handdoeken leggen en de airco aandoen. De volgende morgen moesten we om half negen terug komen.
In het hotel zei ik tegen Olivier dat antibiotica meestal snel aanslaat en dat hij zich de volgende ochtend waarschijnlijk een stuk beter zou voelen.
De natte handdoeken en airco waren geen succes. Hij lag te rillen van de kou en ik kon het niet aanzien. Dus stiekem de handdoeken weg en het laken tot de navel. Onrustig geslapen natuurlijk.
De volgende morgen was de koorts nog steeds 39 graden. Ik schrok, want we zouden vandaag vertrekken naar Pushkar.
Dit keer ging de zoon des huizes mee naar de dokter. Daar kreeg ik de schrik van mijn leven, want de arts wilde Olivier in het ziekenhuis opnemen vanwege de koorts en lichte tekenen van uitdroging. Aan het infuus met antibiotica.
Toen voelde ik toch wel paniek naar boven komen. Vragen flitsten door mijn hoofd. Hoe moet dat dan: de anderen gaan naar Pushkar, waar moeten wij slapen? Dit klinkt niet alsof het uit een moederhart komt, maar ik zei: "Dat kan niet, we gaan zo naar Pushkar!".
De dokter keek even bedenkelijk en stelde toen voor dat hij Olivier nu de medicijnen in zijn beenspier zou spuiten en dat we in Pushkar een dokter zouden zoeken die dat ook kon doen.
Ik veerde op en zei dat ik dat op mijn werk soms wel veertig keer per dag doe. Dat zou ik dus zelf kunnen doen.
Er werd weer twee keer met het belletje geklingeld en de man in het witte jasje wees ons de apotheek, waarvan het loket buiten aan de straat was. De zoon van de prinses ging mee.
Een kwartier later. In mijn hand een plastic tas met de twee soorten antibiotica die Olivier de vorige avond al had gekregen, maagbeschermers, tien ampullen met een nieuw antibioticum, tien spuiten en tien van de turbo-diarreeremmers.
De dokter ging niet over één nacht ijs en liet zien hoe hij de injectie ging geven. Daarbij alle stappen nauwkeurig doorlopend: dopje van het ampul. " Check?" dan keek hij mij aan. Ik knikte ja en zei dat ik het begreep. Hierna volgden nog een aantal "checks" totdat de injectie helemaal gegeven was.
Een stuk opgeluchter en met de plastic tas met medicijnen gingen we met de auto terug naar het hotel.
Voordat we de bus in stapten bedankte ik de prinses en haar man uitbundig voor alle hulp die zij ons geboden hadden. Dit was helemaal geen probleem zeiden ze. Zo ontzettend aardig!
Olivier lag de hele ochtend op de achterbank van de bus en dronk trouw de ORS. Je kijkt toch verder de hele rit constant achterom om te kijken hoe het gaat.
Zit hij om twee uur 's middags ineens rechtop met zijn oortjes van de iPod in!!
De nieuwe antibiotica van die morgen had zijn uitwerking! De volgende dag in de namiddag voelde hij zich weer helemaal de oude. De kuren hebben we trouw helemaal afgemaakt.
Thuis heb ik de prinses een mailtje gestuurd met daarin een foto van Olivier waar hij twee dagen later weer herrezen met een bloemenslinger om zijn nek zat.
Ze mailden meteen vanaf de Blackberry terug dat ze blij waren dit te horen, omdat ze wel wat bezorgd waren geweest.
De voor hen vanzelfsprekende behulpzaamheid en aardigheid, heeft me getroffen!! Ik denk hier met een warm hart aan terug.
Ook niets gedeclareerd trouwens bij de verzekering: de totale behandeling, inclusief medicijnen, was nog geen dertig euro!