"Zie jij wat ?"
"Zie jij wat ?"
'Look, you see black stone, yes ? Behind is other stone, then to the left you see brown birds, yes'
Geestdriftig zit onze gids in Gir Forest te gebaren, maar ik zie helemaal niks.
'Zie jij wat schat ?', maar ook Carina die tussen de bomen zit te turen heeft geen idee wat we moeten zien.
'You see two trees, ok, look two meters to the right, then two meters behind !'.
Ook nu weer niks, na twee eerdere safari's zijn we aardig gewend om vrij snel te zien wat de gidsen aanwijzen, maar nu beginnen we bijna te twijfelen of we niet in de maling genomen worden. Gebarend, wijzend, mijn hoofd vastpakkend wordt geprobeerd mijn blik de goede richting op te sturen maar nog steeds zie ik niks.
'Kijk maar uit, hij wordt bijna kwaad, straks gooit ie je nog uit de jeep', inplaats daarvan springt hij zelf uit de auto, klappend en fluitend een paar meter het bos in en dan zien wij het ook: twee paar verschrikte ogen komen uit de struiken omhoog en op hoge poten staan de vogels ons aan te kijken, klaar om te vluchten. Niet nodig natuurlijk, want lachend stapt de Indiër weer in, wij hebben gezien wat hij ons wilde laten zien.
'Very rare sir, you are lucky man', helaas verstaan wij niet de naam van de beestjes, mocht iemand ze kunnen identificeren aan de hand van de foto dan horen wij dat graag.
Na een paar biizonder prettige dagen op Diu Island zijn we aangekomen in Gir Forest, de plek waar de laatste 300 overgebleven Aziatische leeuwen leven. Gir komt tot bloei tijdens de moesson, maar nu, begin januari, is er geen blaadje groen te zien, een groot contrast met het frisgroene agrarische deel van Gujarat waar we doorheen gereden zijn.
Het bos in tinten grijs en beige lijkt in eerste instantie een dooie bedoening maar het barst van het wildlife, als je ogen eenmaal gewend zijn zie je overal eekhoorntjes rondrennen. Tussen de flinterdunne uitgedroogde bladeren die de bodem bedekken lopen her en der groepjes Chital of Spotted Deer en zo nu en dan een grotere Sambar,de mannetjes met een indrukwekkend gewei. Nieuwsgierig staan ze ons aan te kijken, maar dat zijn we inmiddels gewend in een deel van India waar weinig ,westerse, toeristen komen. Alle andere jeeps in het park zitten vol met Indiërs, vooral inwoners van Ahmeddabad, de hoofdstad van de deelstaat Gujarat, die een lang weekend vrij zijn. Zij zijn hier met maar één doel: leeuwen kijken, de mooiste beesten op aarde , zoals onze buurman in de Gir Birding Lodge weet te vertellen.
Helemaal met hem eens zijn wij niet, onze volgende missie ligt 1500 kilometer verderop, tijgers kijken in Bandhavgarh, maar ook wij willen niet weg uit Gir voordat we een paar leeuwen gezien hebben.
Op onze eerste safari is het al vrij snel raak, langs de kant van de weg ligt een volwassen vrouwtje ons verveeld aan te kijken, met haar gele ogen kijkt ze recht de camera in, erg mooi.
Het boek “Natural Wonders of India & Nepal” schrijft: “The Asiatic Lion is no less majestic than its African conterpart, although there are some differences in appearance. The Indian species is much shaggier, its coat and the fringe of its belly are denser, and the hair of the elbow and tail tuft longer” en inderdaad ze ziet er een stuk verfomfaaider uit dan de leeuwen die we (helaas alleen van TV) kennen.
Nadat we een paar meter verder zijn gereden ontdekken we een ook nog een paar welpjes die verderop verborgen in een greppel liggen, helaas zien we van hen niet veel meer dan de achterkant van hun oren.
Na de nodige vogels, waaronder een bijzonder fraaie uil, een groep jakhalzen en een schichtige Nilgai of Blue Bull (wij verstonden Bill vandaar onze bijnaam Blauwe Willem), krijgen we de hoodact voorgeschoteld. Langs de weg staan twee parkwachters die een groot mannetje weten te liggen in een dal, net buiten ons zicht. Eigenlijk mogen wij de jeep niet uit ,maar omdat wij 'very special guests from Holland' zijn mogen we wel even onder begeleiding het bos in, en inderdaad een meter of tweehonderd van het pad ligt meneer te slapen in een greppel, verstoord door onze aanwezigheid kijkt hij even op om daarna weer verder te gaan met waar hij mee bezig was, zo interessant zijn we niet.
'Quick, we must go back before our Boss sees us !' De gidsen krijgen haast, we rennen terug naarde jeep en net op tijd zitten we weer braaf op ons plekje als de grote baas met zijn indrukwekkende snor aan komt rijden op zijn brommer, 'Problems ?' vraagt hij. 'Nee hoor, alleen jammer dat wij dat mannetje niet kunnen zien verderop, maar ja zo zijn de regels nu eenmaal'.
Vrolijk lachend rijden we verder richting de uitgang, wij hebben ons mannetje gezien, en de parkwachters ? Die hebben weer een leuke fooi verdiend met hun toneelstukje, benieuwd hoe groot het percentage van de opbrengst voor "the Boss" is !
[div align="center"]Vorige blog - Volgende blog[/div]