Goa
Lighter, lighter!!
Security checks, je ontkomt er als reiziger niet aan. Je weet het, het hoort erbij, een noodzakelijk kwaad. Je ondergaat het gelaten. Als we er maar snel doorkomen. Er zal ook bijna niemand zijn die het onzin vindt. We willen geen terrorist aan boord in de rij vóór ons.
Iets anders is de vraag of het veilige gevoel dat we zouden moeten hebben wel zo terecht is. Niet overal worden de controles even grondig of slim gedaan. We logeerden eens in het Hilton in Nairobi. Waarschijnlijk vanwege een eerdere aanslag op een Hilton in Egypte wordt dit hotel “zwaar bewaakt”. De straat vóór het hotel was met hekken afgezet. Binnen in de lobby stonden detectiepoortjes. Maar aan weerszijden van die poortjes liep er van alles en nog wat af en aan……Niemand die erop toezag dat men dóór de poortjes ging, in plaats van erom heen. Niet echt lekker geslapen die nacht……
Controles, het is altijd weer spannend. Het is soms een bezoeking om alles weer open te maken, om je half uit te kleden. Altijd blij als deze hobbel weer is genomen.
Security checks lijken voor de gemiddelde reiziger redelijk waterdicht. De Amerikanen laten, het zal niemand verbazen, niets aan het toeval over. Op een vlucht van Amsterdam naar Miami kregen we halverwege de bekende immigratieformulieren aangereikt. Mijn blik gleed over de vragen. Hoeveel geld neemt u mee? Sigaretten, drank, hebben we soms ook nog wat drugs bij ons? Het zijn de nog begrijpelijke vragen. En dan zie ik ineens vraag 7. Ik moet drie keer in mijn ogen wrijven om er zeker van te zijn dat de letters die mooi afgedrukt staan ook echt zeggen wat ik denk te lezen.
7. ARE YOU PLANNING ANY TERRORIST ACTIVITIES IN THE USA?
Het staat er bijna triomfantelijk, alsof het de terrorist-in-spe als een mokerslag moet treffen. U dacht dat we u niet in de gaten hadden? Wij zijn vroeger opgestaan dan u vandaag! Komt u er nu nog maar eens onderuit! Ik pak mijn pen en laat hem over het papier glijden. Toch maar eerlijk antwoorden…..
De meest toegewijde controleur kwam ik in India tegen. Ik zal de man niet snel vergeten.
Het is druk, chaotisch en ongelooflijk heet in de vertrekhal. De tassen zijn al door de check. Aan de andere kant een paar tafels. We willen doorlopen, maar we worden hard tot de orde geroepen. Melden aan de tafel a.u.b.
“Lighter, lighter” schreeuwt een man met hoge stem. Er wordt geduwd en gedrongen. In een flits denk ik nog dat we een spoedcursus afvallen moeten volgen, omdat we te zwaar worden bevonden om aan boord te gaan. Maar omdat we beide een normaal postuur hebben verwerp ik die gedachte onmiddellijk.
“Lighter” schreeuwt de man nogmaals, nu duidelijk nog geïrriteerder. Juist omdat we altijd aanstekers kwijt zijn, hebben we er extra veel overal verstopt. Ik voel in mijn zakken naar een aansteker. “Quick, quick, lighter!! Yes, lighter…”. Deze man kijkt alsof iedere passagier hier toch zou moeten weten de aanstekers in de hand te hebben om ze zonder nadenken uit eigen beweging op tafel te deponeren en snel door te lopen. Maar we moeten ook in de bagage zoeken. Hij zal alles hebben tot de laatste aansteker, daar laat hij geen misverstand over bestaan. Ook al zou je ze niet hebben, op tafel leggen is de dwingende boodschap, waaraan niet te ontsnappen valt.
Ik stel me zo voor dat deze man zijn werk op de afdeling Lighters uiterst serieus neemt. Een soort levensmissie. De onderste lighter zal boven komen. Ongetwijfeld zal hem een promotie naar de afdeling Scissors and knives in het vooruitzicht zijn gesteld, als hij zijn targets haalt. En die liggen hoog. ”Lighter, lighter”. Er begint zich schuim te vormen rond zijn mondhoeken. Zweetdruppels kletteren over zijn voorhoofd naar beneden.
Inmiddels briesend door zoveel domheid van die toeristen, kiepert hij alles met grof geweld uit onze tassen. Met verbeten bewegingen graait hij de lighters uit alle spullen naar zich toe. Een triomfantelijke blik. Als hij zegt dat er lighters zijn, zijn er lighters. Geen lighter zal ongezien langs hem komen. Dat moet haast wel een baantje bij de afdeling Bodyscan worden, zoveel toewijding wordt altijd beloond, denk ik.
Hij gooit de lighters in een grote bak achter hem. De volgende passagier.” Lighter, lighter!” De grote bak zit halfvol, er moeten vele honderden aanstekers in zitten. Ik merk nog op dat hij wel een lighter-shop kan gaan beginnen. Even denk ik dat de ontploffing, waarvoor hij zo zijn best heeft gedaan om die te voorkomen, alsnog gaat plaatsvinden. Maar dan keert hij zich bruusk naar de rij achter mij. Ik probeer verder te komen in de drukte, vooruit, naar de vertrekhal. Als ik een stuk gevorderd ben hoor ik, tussen de mededeling over een gate-wijziging en de herhaling daarvan, ver weg, boven het geroezemoes uit, nog “lighter, lighter”.
Een paar uur later. Op het vliegveld van Sjarshah, waar een tussenstop wordt gemaakt, mag worden gerookt. Dit buitenkansje laat niemand zich ontgaan. Maar niemand heeft een aansteker. Die zijn immers allemaal in de ballenbak in India terecht gekomen. Bij Lione vormen zich lange rijen. Zij is de enige die er toch nog eentje heeft weten mee te smokkelen….
Op hetzelfde moment in India, enkele duizenden kilometers terug. Een man komt thuis in zijn appartementje in een buitenwijk van de stad. “Hoe was het vandaag?” vraagt zijn vrouw. “Hmm, 678 lighters”. “Dat is bijna je oude record van 702”. “Ja”, mompelt hij. Hij was vastbesloten dit record binnenkort nog eens te gaan verbreken. “Ze zijn zo ontzettend dom, die toeristen, maar vandaag had ik een Hollander die zo dom nog niet was. Ik moest maar een winkeltje beginnen, zei hij”. “Geen gek idee, die Hollanders zijn zo gek nog niet als ze er uitzien; die zien overal handel in”, antwoordt zijn vrouw. Hij knikt en tevreden noteert hij in zijn schriftje: 678.