India

Reisgids

Reistips

Nieuws

Beste reistijd

Regio's en steden

Foto's

Praktisch

India image

India

India
Azië
Femkeopwereldreis

De kleuren van India

We zijn terug. De wereld waar mango smoothies, pizza funghi en steaks met french fries overal te vinden zijn. Maar ook een plek waar de claxons van taxi’s, bussen en motoren schel door de straten klinken. Een plek waar reizigers hun trip beginnen of juist eindigen. Pokhara is voor velen een waar paradijs. Na twee weken trekken door de Himalaya, genieten we vier dagen lang van de westerse smaken in de talrijke restaurants. Het enige dat wat van onze energie verbruikt, is het waterfietsen door het meer Phewa Tal.

Grensstadje
Nadat we zijn bijgetankt in Pokhara, nemen we de bus naar Tansen, een dorpje dat halverwege op de weg ligt naar de grens van India. Het lijkt erop dat we hier de enige toeristen zijn. Vanuit hun donkere huisjes in de smalle straten werpen nieuwsgierigen hun blik op ons blanken. Kijken, smoezen, wijzen en giechelen is veelal het gevolg. Andere bijdehantere Nepalezen, roepen luidkeels ‘Namastee!’ De lokale bevolking is hier duidelijk nog niet gewend aan westerlingen, wat het extra bijzonder maakt. Na een busrit van vijf uur komen we de volgende dag aan in Bhairawa. Vanaf het dak van ons hotel, zien we onze volgende bestemming al liggen: India! We hebben echter nog een aantal uur door te brengen in dit afgrijzelijke grensstadje. Het hotel is ook niet echt om over naar huis te schrijven, dus belanden we bij de enige ‘Pizza Hut’ in town, waar je overigens geen pizza’s kan krijgen. Na de aanbevolen kip met knoflook in saus, leven we gelukkig nog, en dwalen wat door het stadje. Smerige straten, straatkindertjes, bedelaars en straatverkopers overal. Manouevrerend tussen de fietsriksja’s belanden we uiteindelijk op een grote bazaar vol marktkraampjes. Het wordt misschien saai, maar ook hier worden we nagestaard en steken we mooi af tussen de kleurrijke producten en mensen. Een mooi voorproefje voor Varanasi in India.

Vermoeiende rit
s Ochtends vroeg gooien we onze rugzakken achterop de fietsriksja, op weg naar Sunauli. De arme man heeft zo’n 200 kilo weg te trappen. We worden afgezet voor de slagboom en passeren het bord ‘Welcome to India!’ Nadat ons paspoort is gecheckt, gaan we op zoek naar een geschikte bus die ons vandaag nog afzet in Varanasi, zo’n 320 kilometer hier vandaan. Dat klinkt echter eenvoudiger dan dat het is. We verheugen ons op een heerlijke airco-bus. Dit blijkt echter niet haalbaar te zijn, en misschien ook wel een beetje naief van ons. Uiteindelijk nemen we dus plaats in een gammele bak die behoort tot het openbaar vervoer. Tussen de etensresten en het afval van de vorige passagiers, vinden wij een plekje voorin de bus, wat betekent dat we genoeg beenruimte hebben. Twee uur later vertrekken we eindelijk. Na vijf minuten rijden, mindert de chauffeur wat vaart en staan drie man voor onze neus. Hoe zwaar onze tassen wegen, vragen ze ons. We wisten het, hier zat een addertje onder het gras! Voor de zogenaamde 12 kilo die we meedragen, moeten we zo’n slordige 30 euro neerleggen – bijna twee keer zo duur als het hele ticket! Nadat het mannetje ons dreigt de bus uit te zetten, betalen we hem uiteindelijk 15 euro. Immers, dit was de laatste bus die we konden pakken en vastzitten in dit stinkende dorp is het laatste wat je wilt. Gelukkig komen we de rest van de busrit niet meer voor verrassingen te staan. Dat betekent echter niet dat we de rit als aangenaam ervaren. We leggen gemiddeld 30 kilometer per uur af. En stoppen regelmatig voor plas- en eetpauzes waar bedelaars hongerig hun handen door de ramen steken. De chauffeur rijdt als een gek en toetert non-stop, dus rust is er niet bij. Als we uiteindelijk in Varanasi aankomen is het tien uur later en hebben de meest verschrikkellijke busreis achter onze rug. Als we vanaf het balkon van onze kamer, de eerste kaarsjes de heilige Ganges zien afdrijven en de levendigheid gadeslaan, kunnen we weer lachen. Dit is Varanasi op en top!

Lijkverbranding in holy river
’s Ochtends verlaten we de westerse wereld in ons hotel en werpen onszelf op de boulevard langs de Ganges om de eerste spiritualiteit van de stad te proeven. Indiers die zichzelf ritueel onderdompelen, hun kleding wassen en zelfs hun tanden poetsen in dit heilige water! De ghats langs de rivier dienen voornamelijk als badplaatsen, er zijn echter een aantal ghats waar de lijkverbrandingen plaatsvinden, waaronder de bekendste Manakarnika. Het is inderdaad een aanslepen van lijken; families gooien het hout op de brandstapel en wikkelen de doeken van hun dierbaren af. Veel emotie tonen de familieleden niet, misschien ook omdat de vrouwen niet welkom zijn bij de processies. Voor de Hindu’s heeft de uitvaart in de Ganges een eervolle betekenis. Op dezelfde dag van overlijden, vindt de lijkverbranding nog plaats. In een stad van 1,2 miljoen mensen, is het dan ook geen wonder dat om het half uur een nieuw lijk uit de doeken wordt gewikkeld. We slaan het tafereel vanaf een hoger gedeelte gade. Een man vertelt ons dat de onverbrande lichaamsdelen in de rivier worden gedompeld. Dit resulteert dat mensen op zoek gaan in de rivier naar waardevolle sieraden, zelfs gouden tanden krijgen waarschijnlijk een nieuw leven. De nabestaanden treuren hier echter niet om, want ze gunnen ook de armen een beter leven.

Het is absoluut een waar wonder dat mensen niet ziek worden van deze zwaar bevuilde rivier. Dagelijks nemen 60.000 mensen een heilige dip in de Ganges, over een strip van 7 kilometer lengte. Dit terwijl dertig riolen uitmonden in dit water. De rivier is zo zwaar bevuild dat het giftig is. Ter illustratie: per 100 mililiter bevat het water 1,5 miljoen e-coli achtige bacterieren. Gezond badwater zou echter slechts 500 van deze deeltjes moeten bevatten.

Benieuwd naar het vervolg van dit verhaal? Lees dan verder op www.femike.waarbenjij.nu