Yunnan
Van Deqin terug naar Lijiang
Ik zit op het dakterras van wederom een fantastisch gelegen hotel. In een afgelegen vallei, ver van de weg en de drukte. Midden tussen authentieke Tibetaanse boerderijen zoals je ze zelden meer ziet. Tussen de boerderijen het goudgele koren, dat nu van het land wordt gehaald. Overal zijn hele families bezig het koren van het land te halen, allemaal nog ouderwets met de hand. In dit dorp geen televisie, internet, zelfs geen bereik met de telefoon. Het enige vermaak vanavond is kijken naar de stupa in de verte waar oude vrouwtjes uit het dorp hun rondjes draaien.
Het enige nadeel aan deze sfeervolle hotels is dat je soms wel erg ver van China bent verwijderd. Ze liggen zo idyllisch, afgelegen en rustiek dat je niet even een levendige Chinese straat kunt inlopen, of even ergens een biljartje leggen met een paar Tibetanen. Ik verlang soms naar foute Chinese staatshotels met niet begrijpend personeel en ranzige wegrestaurants met heerlijk eten, want het eten is hier wel erg Europees. Doe mij maar heerlijke pittige Chinese gerechten.
Maar voor de rest niks dan goeds; ik heb een fantastische dag gehad. Vanochtend in Deqin weer vroeg opgestaan en dit keer met meer succes. Tussen de wolken door kwamen de verschillend pieken van de Meili snowmountain te voorschijn, waaronder de heiligste berg zelf; Kawa Karpo. Een fantastisch gezicht. De vele wolkenflarden zorgen voor een mystiek geheel; het ene moment was die piek zichtbaar, het volgende moment een ander en soms de gehele bergketen. Na het ontbijt naar een serie stupa 's gereden met fantastisch uitzicht. Hoewel het een 'scenic point' is (lees: mooi uitzichtpunt waar je entree voor moet betalen), is het zeker niet alleen maar toeristisch. Tibetaanse vrouwen lopen rondjes rond de stupa 's. Een boer laat zijn yaks uit, iets verderop licht een Tibetaanse mastiff hond en pelgrims bidden tot de heilige berg. We kijken gefascineerd toe . Vervolgens maken we een prachtige tocht door de bergen, over een 4300 meter hoge pas en langs de Baima snowmountain. Dezelfde tocht, maar dan omgekeerd, als twee dagen geleden, maar met blauwe luchten en zonlicht, ziet het er toch een stuk mooier uit.
Om de dag helemaal compleet te maken keren we terug naar het Dondrupling klooster om daar de kalachakra ceremonie mee te maken. Erg indrukwekkend en een geluk dat het precies is als we er zijn. Vier dagen duurt de ceremonie die steeds rond de 15e dag van de 3e Tibetaanse maand wordt gehouden in dit klooster. Het klooster staat dan ook bekend om de driedimensionale mandala's die het herbergt en speciaal voor kalachakra is er ook een zandmandala gemaakt, met recht een monnikenwerk. Op de vierde dag van de ceremonie wordt de mandala weggeveegd; al wat mooi is, is vergankelijk.
Vanochtend weer op tijd op, de eerste zonnestralen schenen op de stupa aan de rand van het dorp, de eerste mensen liepen hun rondjes rondom de stupa al. En de dorpelingen waren er al weer vroeg bij om het graan te oogsten. Ik hoorde dat je vanuit deze vallei nog een mooie wandeling van een uur of vier kan maken langs andere dorpjes, steeds geïsoleerder liggend in valleien waar de vele fruitbomen nu in bloei staan. Maar ik moet dit een andere keer doen en rijd langs de Yangze rivier terug richting Lijiang. Een mooie tocht, door ruige bergkloven, afgewisseld met groene valleien, waar de dorpelingen overal drukdoende zijn het graan te oogsten en dorsen. Bij Shigu stoppen we even bij de 'eerste bocht van de Yangzi rivier', niet heel bijzonder, vooral omdat je de hele bocht niet in een oogopslag kan zijn, dan moet je eerst even flink een berg beklimmen. We hebben mooiere bochten gezien, maar goed die waren niet de eerste. En de plek is ook van historisch belang aangezien Mao hier met z'n Lange Mars doorheen trok.
Eind van de middag komen we aan in Lijiang. 's Avonds wemelt het weer van de Chinese toeristen, miljoenen en miljoenen komen er per jaar naar Lijiang. Aan de ene kant is het storend, soms vermakelijk, maar het is ook fascinerend om te zien. Net als onderweg voel je dat China bruist en de economie 'boomt'. Er wordt flink geld uitgegeven, overal wordt geshopt, restaurants en café 's zitten allemaal vol. Ook opvallend is dat het Chinese volk al lang geen eenheidsworst meer is. Ook nooit geweest natuurlijk, maar door de uniforme kledij leek het vroeger wel zo. Nu zijn het allemaal individuen. Dat zie je ook in het uitgaansleven; er zijn grote luidruchtige disco's, trendy technobarren, kroegen met singer-songwriters, alternatieve rockbands, noem maar op. In ieder geval heerlijk veel live muziek. En als je die jeugd, die steeds meet op 'ons' lijkt, ziet, vraag ik me hetzelfde af als ik onderweg ook al deed. Overal zagen we Chinese backpackers op eigen houtje het land verkennen, diverse malen kwamen we jongeren op stoere mountainbikes tegen die al maanden aan hete fietsen waren. En moet zo' n zelfstandig ingestelde jeugd, die zelf initiatief nemen, zich willen onderscheiden, met open blik het land verkennen, denk ik dat het China van over 20 jaar net zo anders zal zijn, als dat het China van nu is, vergeleken met 20 jaar geleden. Het land is in ieder geval flink in beweging.
Terugkijkend op deze reis kan ik alleen maar concluderen dat ik een fantastische reis heb gemaakt. Vele ervaren reizigers kijken misschien wat misprijzend als je zegt dat je naar Dali en Lijiang gaat, maar het blijft een enorm mooi gebied. En door naar alternatieven te zoeken qua te bezoeken plaatsen, wandelingen en accommodaties, kun je ook heel makkelijk van de gebaande paden afwijken en voor je het weet zit je in traditionele Tibetaanse dorpen, ouderwetse Chinese eethuisjes en geniet je van een fabelachtig landschap.