Een weekje...Hong Kong
Een weekje...Hong Kong
In de zomer van 2009 was mijn broer met wat vrienden een ruime maand in China geweest. Een van die vrienden wist duidelijk te melden wat nu het grappigste was geweest tijdens die vakantie: de Chinezen zelf. Hoe ze praten, hoe ze op mensen uit andere culturen reageren, hun hele doen en laten eigenlijk. De lol raakte er slechts gedeeltelijk af, zo vertelde hij: de aanvankelijke drang om Chinezen na te doen veranderde in de behoefte om alleen hun zinnen te herhalen. Maar dat kon natuurlijk niet. Het zou onbeleefd zijn geweest.
Geïnspireerd door hun verhalen besloot ik dat ik zelf ook naar China wilde. Bij gebrek aan tijd werd dat Hong Kong. Een slap surrogaat voor het echte China, maar voor een stedentrip van een week waarschijnlijk zeker de moeite waard.
Ik was benieuwd hoe wij alle verhalen over die malle Chinezen zouden ervaren. Zouden ze ook voor Hong Kong opgaan? Er wonen weliswaar Chinezen, maar waarschijnlijk niet zoveel mensen die ik als 'authentieke Chinees' zou bestempelen. Een authentieke Chinees kijkt in mijn belevingswereld scheel, stinkt nogal omdat hij zich met een emmertje bij de rivier wast en heeft stukjes ei in zijn haar. Dat type zal in Hong Kong niet zoveel rondlopen, dat zullen toch vooral quasi-hippe verwesterde Chinezen zijn. Toch deden we wat research en er bleken in elk geval rivieren aanwezig. Dan kan een authentieke Chinees nooit ver weg zijn.
De eerste dagen zou die speurtocht nog op een laag pitje blijven staan. Die zouden we (mijn reisgezel Jeffrey en ik) volgens plan namelijk doorbrengen in Kowloon, een soort Aziatisch Manhattan. Kowloon bestaat vooral uit veel wolkenkrabbers en veel op elkaar gepakte mensen. Bij het binnenrijden van de stad ontdekten we dat zelf ook. Veel verkeer, veel hoge gebouwen en een bizarre hoeveelheid door elkaar rennende mensen. Toch was het niet moeilijk om het hotel te bereiken, dankzij een shuttlebusje dat ons voor de deur afzette.
Inmiddels hadden we een uurtje of dertig niet geslapen en bij het verkennen van de buurt werkte dat niet in ons voordeel. Mong Kok is het misschien wel drukst bewoonde stuk grond ter wereld en dan moet je dus alert zijn. Die scherpte hadden we in het vliegtuig achtergelaten, want we liepen wat verloren rond in de mensenmassa. Al die mensen die je zonder op of om te kijken omver lopen, het was… vermoeiend. De vele marktjes zijn overigens erg leuk. Je kunt er souvenirs kopen, heel veel sportschoenen en zelfs goudvissen in plastic zakjes. Het hoogtepunt van de eerste dag mocht echter toch de skyline zijn. ’s Avonds is deze prachtig verlicht en wordt er bovendien een heuse lasershow gehouden. Prachtig!
Ocean Park
Al sinds ik een klein kind was, heb ik een fascinatie gehad voor pandaberen. Een fantastisch huisdier leek – en lijkt - me dat. 's Avonds een film kijken, jij op de bank, de pandabeer in de Fatboy, bakje tijgernootjes met currysmaak in het midden. Je hoeft hem niet uit te laten (zo’n beest is veel te lui om te lopen), spaghetti lust hij vast wel en als je aan het werk bent is het een ideale waakhond. Hier in Hong Kong wilde ik dan ook per se naar Ocean Park, een pretpark waar ze vier van deze beesten hebben rondscharrelen. En gelukkig, ook hier bleken het briljante wezens. Tussen de maaltijden door voeren ze werkelijk niets uit. Panda’s zijn onwijstofbriljantgaaf! En cool.
Het lijkt me wel een huisdier met een nadeel: kom je op een vrijdag uit je werk, heeft hij je complete voorraad Amstel opgedronken. Bovendien, hoe verzend je een pandabeer naar Nederland? In een extra vliegtuigstoel voor hem, moet hij in het laadruim of is het voldoende om hem gewikkeld in afplakband bij het postkantoor af te leveren? Lastig. Ik besloot het er maar bij te laten zitten en deze jeugddroom onvervuld te laten.
Van tevoren had ik verwacht het met een uurtje of twee wel gezien te hebben in het park, maar we hielden het bijna tot sluitingstijd vol.
Boeddha
Even buiten het stedelijke deel van Hong Kong moesten we toch een authentieke Chinees kunnen vinden. Dat was althans de gedachte, want in de praktijk valt zoiets altijd tegen. Genoeg mensen die stinken, maar die kijken dan weer niet scheel. En vind je er dan eindelijk een die stinkt én scheel kijkt, blijkt hij geen stukjes ei in zijn haar te hebben. Het werd een helse en uiteindelijk hopeloos mislukte zoektocht.
Misschien stel ik wel te hoge eisen. Misschien lukt het wel nooit om een foto zo perfect te krijgen als ik in gedachten heb. Het zij zo. Voortaan geen grootse vooropgezette plannen meer, maar spontaniteit. Ook leuk.
Even buiten de stad vonden we wel andere leuke dingen, zoals een enorm boeddhabeeld.
Het bezoekje aan de Tian Tan boeddha, oftewel ‘Big Buddha’ was een van de laatste dingen die nog specifiek op ons wensenlijstje stonden. De resterende anderhalve dag vulden we met de dingen waar we eerder nog niet aan toegekomen waren. Het strand van Repulse Bay is schitterend en het vissersdorpje Tai O komt verrassend authentiek over.
De skyline van Hong Kong is het mooist vanaf de rivier, maar het uitzicht vanaf The Peak komt redelijk in de buurt. The Peak is het hoogste punt van Hong Kong en je ziet zo hoe uitgestrekt de stad werkelijk is. Een mooi afscheid van een afwisselende stad. Alleen die foto van die authentieke Chinees, die is er eigenlijk in de verste verte niet gekomen. En dat is toch wel een beetje pijnlijk. Toch nog maar eens naar het echte China dus.