China
Kevin, een bijzondere ontmoeting
Hij heet Kevin en hij is onze coupégenoot, in de nachttrein die ons van Taiyuan naar Xi`an brengt. Kevin is natuurlijk niet zijn echte naam, maar de westerse nickname die jonge Chinezen maar al te graag aannemen om hun eigen onuitspreekbare naam te vervangen door iets westers en dus hip. Want alles wat westers is is gaaf, zo hebben we inmiddels geleerd. En dus zijn wij ook gaaf. Kevin is een student die op bezoek gaat bij zijn ouders, en hij kan zijn geluk niet op dat hij op die lange en normaal saaie treinreis is ingedeeld bij een stel Europeanen van zijn eigen leeftijd. Al snel blijkt dan ook dat Kevin heel erg graag zijn Engels met ons wil oefenen. Het begint met het gebruikelijke “Where are you from?”, en meer van dat soort vragen. Beleefdheidshalve zijn we naast hem op zijn bed gaan zitten. Niet zo’n heel erg goed idee, want Kevin stinkt ontzettend. Waarschijnlijk naar Chinese kool of iets in die geest, maar opstaan doe je niet zomaar meer als je eenmaal naast iemand een gesprek zit te voeren en je de nacht nog in één hok moet gaan doorbrengen. En dus proberen we de geur te negeren en luisteren we naar Kevin’s verhalen.
Kevin heeft zijn laptop erbij gepakt en geeft ons een digitaal inkijkje in zijn leven. We zien zijn ouders, zijn vriendinnetje en zijn pasgeboren babyneefje (die met “she” wordt aangeduid omdat de Chinezen in hun taal geen onderscheid schijnen te maken wat geslacht betreft). Afgezien van de baby poseren alle mensen op de typisch Aziatische wijze: armen stijf naast het lichaam, strak de lens inkijkend. Of juist met een stupide grijns, hun vingers in een peace-teken gevormd. We moeten er eigenlijk een beetje om lachen, want ondanks de cultuurbarrière die het beoordelen van zoiets lastig maakt lijkt Kevin ons sociaal gezien een beetje vreemd, en we verkeren al een paar dagen in een melige stemming die ervoor zorgt dat dit de slappe lach oproept. Maar we houden ons netjes in, ook als Kevin na de foto’s van zijn familie overgaat op filmpjes van zijn favoriete boyband ’N-Sync – in Nederland reeds vele jaren verdwenen uit de hitparade en voor zover ik weet nooit aanbeden door welke man ook, tenzij openlijk homoseksueel en niet bang voor het predikaat ‘fout’. Kevin lijkt ons niet homoseksueel, maar afgaande op zijn gelukzalige gezichtsuitdrukking aanbidt hij de zingende puberidolen totaal en zonder schroom – en lijkt daar niets fouts aan te vinden.
Dan gaat de laptop dicht, en wij denken ietwat opgelucht dat we nu wel kunnen gaan lezen; want de monologen van Kevin beginnen inmiddels een heel klein beetje saai te worden. En de stank ondraaglijk. Maar Kevin heeft andere plannen.
Uit zijn rugzak komt zijn portemonnee tevoorschijn. Hij toont ons zijn creditcard en zegt: “This is a creditcard”. Gevolgd door: “Do you also have a creditcard?”. Wanneer het antwoord ja is vraagt hij glunderend of hij deze mag zien en lijkt vereerd het pasje even vast te mogen houden. Een kinderhand is gauw gevuld, komt bij me op - al is Kevin heel duidelijk geen kind meer maar een twintiger die aan de universiteit studeert.
Als we denken dat het echt niet gekker kan komt de topper. Een geldbriefje komt uit de portemonnee tevoorschijn. We betalen er al een hele poos mee, maar Kevin zegt verduidelijkend: “This is Chinese money”. Een reactie lijkt hij niet te verwachten, want hij is nog niet klaar met zijn demonstratie van het geld. Kevin wijst op Mao Zedong, nog altijd in volle glorie prijkend op de waardevolle papiertjes. “This,” zegt Kevin plechtig, “is chairman Mao. Mao is our leader.” Hij zwijgt even, haalt diep adem, zijn gezicht wordt nog plechtiger.
Dan, in volle overgave: “WE LOVE HER!”.
Daar kan geen antwoord tegenop. En we zijn ook wel een beetje sprakeloos van deze ontknoping. Dus we houden onze mond, en laten Kevin denken dat dit gepaste eerbied is.
Voordat de volgende scène zich aan kan dienen zeggen we tegen de onvermoeibaar lijkende Kevin dat we nu toch wel wat moe zijn en willen gaan slapen. Al was het alleen maar omdat we vrezen ons gezicht niet lang meer in de plooi te kunnen houden. Kevin is teleurgesteld, maar dempt beleefd voor ons het licht. Wanneer het net stil is en we denken te gaan slapen gaat het licht echter weer aan. Toch nog een scène. Kevin stommelt onhandig de gang op en komt gelijk weer terug. “My shoes are there”, verkondigt hij. “Because my feet are really smelly!!” Hij kijkt tevreden de coupé rond, blij met deze geniale ingeving lijkt het, en doet het licht weer uit.
Welterusten Kevin! Het was een ontmoeting om nooit te vergeten.