Vlotvaren op de Gele Rivier
Vlotvaren op de Gele Rivier
De nachttrein stopt om 08.00 uur bij het station van Zhongwei en "blij dat we er zijn" stappen we uit op het relatief rustige (vergeleken met Xian) station. Aangezien dit niet de meest luxe nacht was qua toilet en badkamer mogelijkheden en we vannacht in de woestijn slapen zonder iets krijgen we de mogelijkheid om 2 uur gebruik te maken van een hotelkamer.
Het was erg warm in de trein dus even lekker onder de douche en schone kleren aan.
Zhongwei kent geen Europese hotels dus geen brood, geen koffie maar het echte DIE HARD voedsel waarvan het soms wel eens lijkt of het geen calorieën bevat. Ik heb honger voor het eten, tijdens het eten en na het eten heb ik nog steeds honger. Nou ja, honger. Meer het gevoel van niet voldaan.
Even tactisch de (dag)rugzak inpakken. We gaan met een boot, met een vlot, we gaan wandelen, we gaan met een kameel, we overnachten in een tentje het is koud en het regent maar het wordt droog en heet. Succes met inpakken want de overige bagage blijft achter in het hotel. We gaan eerst naar Shapotou waar de Chinezen sinds jaren bezig zijn de woestijn een halt toe te roepen via irrigatie en "gewapende" beplanting.
Hier gaat het vervoer verder per snelle speedboot over de Gele Rivier (Huanghe), de op een na langste rivier in China (5464 km). Deze rivier is berucht om zijn onstuimige loop en het grote sediment transport, zo'n 6 ton slib per seconde. (1,4 miljard ton vaste materie per jaar).
Het waait hard en regent een beetje. Het is gewoon hartstikke koud. 12 uur geleden had ik het nog bloedheet in die trein zelfs met het raam open en nu zit iedereen bijna te klappertanden.
We hebben poncho's gekregen in rood, geel en groen. Het lijkt wel of ik met een kudde paprika's op stap ben. De speedboten blazen over het water tegen de stroming in. Ik hoop maar niet dat er boomstronken of iets dergelijk drijven waar we tegenop botsen.
Er worden in de rivier steeds meer dammen gebouwd maar ook de stuwmeren van deze dammen slibben langzaam dicht. Na een klein half uur varen komen we aan bij een mini-dorpje waar ik amper 20 mensen tel en een paar ezels. De gids verteld dat de jongeren hier niet willen blijven wonen.
Nee, dat begrijp ik. Zelfs die ezels hebben het er moeilijk mee. Het dorpje is de opstap plek voor een vlottocht op traditionele wijze, namelijk een houten rek vast gemaakt op opgeblazen schapenhuiden. Ik kijk bedenkelijk naar het vlot en dan naar de rivier die hier toch echt behoorlijk tekeer gaat.
De Chinese vlottelier (of zoiets) kijkt mij lachend aan en gebaard dat het super veilig is.
Ach, we kunnen toch zwemmen en we krijgen nog een zwemvest om.
Vroeger gingen de (handel)transporten zo over de rivier en bij aankomst lieten ze de schapenhuiden leeglopen en gingen dan weer met de huiden terug naar het dorp voor de volgende ronde.
We moeten opstappen nu en 1 voor 1 anders kantelt het vlot. Daar gaan we. Ik ben wel vaker wezen raften maar dit is toch echt iets heel anders. Het vlot ligt echter bijzonder solide in het water en de wilde golven hebben nauwelijks invloed op het vaargedrag. De vlottelier hoeft alleen maar wat bij te sturen met zijn peddel want we gaan hard zat. Op de kant zie ik mensen lopen maar die kunnen ons echt niet bijhouden.
Al met al een redelijk ontspannen vaartochtje waarbij we eigenlijk lekker in korte broek hadden moeten zitten bakken gezien de tijd van het jaar. Het weer wat we nu hebben is zeer ongebruikelijk.
De speedboten varen ondertussen terug aangezien wij halverwege door een bus opgehaald zullen worden voor het volgende avontuur: Op een kameel de Tengger woestijn in.