Kamperen op het politiebureau deel 1
Kamperen op het politiebureau deel 1
De zon is onder gegaan en op de tempel begint iedereen aanstalten te maken om zijn cyclo te vinden voor de terugrit naar Siem Reap. Graag was ik blijven zitten om het kleurenspectakel op de wolken te zien, maar het wordt mijn eerste keer kamperen in Cambodia en ik heb nog geen idee hoe dat zal uitpakken. Met het laatste half uurtje licht ga ik op zoek naar een huisje met een vlak stukje gras om te vragen of ik mijn tent daar mag opzetten. Ik ben benieuwd.
Bij het eerste huis spreekt niemand een woordje Engels, maar wordt er meteen heftig ‘nee’ geknikt door de moeder. Bij het tweede huis zijn ze ook niet al te happig en uiteindelijk kan iemand mij gebrekkig uitleggen dat het niet mag. Van wie? Van de politie.
Even denk ik na: is het voor mijn veiligheid of willen ze gewoon dat ik mijn centen besteed bij een hotel, met corrupte overheidsinstanties weet je het nooit. Ik ben hier pas drie dagen, maar ik kan me niet voorstellen dat deze mensen van het platteland mijn gehuurde fiets gaan jatten….
Ik besluit om nog een stukje verder te fietsen en het te vragen aan een huis waar ik vanmiddag gezellig had staan praten en moeders zoete versnapering had gekocht. Verrast kijken de mensen op als ik hun oprit kom opfietsen. Vrolijk begin ik uit te leggen dat ik mijn tentje graag bij hun zou willen opzetten. Zodra ze het snappen worden de kinderen wild enthousiast en beginnen mannen naar een vlak stukje grond te zoeken. En zo zet ik onder toezicht van breed lachende mensen mijn tent op en laat de kinderen er dan in spelen terwijl de ouderen grote ogen opzetten als m’n matje ontrolt en er uit dat kleine zakje zoveel slaapzak komt. De vrouw des huizes (haar man is weg gelopen en ze woont hier nu met haar vijf zonen) vraagt of ik me wil wassen.
Nu is het mijn beurt om helemaal verrukt te worden, dat zou echt zo heerlijk zijn na een volle dag over stoffige wegen fietsen in 40C. Ze komt met een sarong aangelopen en ik doe (een beetje expres) wat onnozel zodat ze me helpt met dit kokergewaad. Ze leert me hoe ze hem dichtvouwen en daarna begint ze me bij de pomp af te spoelen terwijl de rest van de gegadigden toekijkt hoe het drukgekleurde ding telkens afzakt en ik er aan loop te trekken. Deze spettershow wordt een groot lachsalvo. Ik moet in een droge sarong stappen, kan de natte afdoen en laten vallen en de droge vastknopen. Heerlijk.
Even later zitten de mannen te raden naar welke tempels ik al ben geweest aan de hand van mijn foto’s als er opeens een man aanwezig is die gewichtig dingen vraagt waar iedereen netjes op antwoordt. Een jongetje vertaald, en zo vraagt hij mij wie ik ben en waarom ik hier wil slapen. Er wordt mij niet verteld wie hij is en waarom hij deze dingen wilt weten, maar ik blijf extra netjes want ik kan voelen dat dit een belangrijk persoon is. Onderwijl worden er grapjes gemaakt want iedereen staat te lachen en er wordt een stoel voor deze meneer gehaald. Aan het jongetje vraag ik waar we op wachten. Dan blijkt dat dit het dorpshoofd is en dat we op de politie wachten. Die is om toestemming gevraagd of ik hier mag slapen en wil komen kijken.
Terwijl het dorpshoofd naar mijn familie foto’s kijkt vraag ik het jongetje of hij een goed dorpshoofd is. “Jazeker!” roept hij “Het is mijn vader.” Gegrinnik.
En daar komt een auto