Bij een Tshechu (kloosterdans, door monniken opgevoerd) wordt de Indiase meester Guru Rinpoche geëerd. Hij is de belangrijkste heilige in Bhutan. Rond 800 verspreidde hij het Tantrisch boeddhisme vanuit India over de Himalaya en ook in Bhutan. De kloosterdansen vertellen allemaal de verhalen uit zijn leven. De tshechu’s vinden normaal gesproken plaats rond de 10e dag van de maand volgens de Bhutanese kalender, maar de precieze data veranderen soms nog in aanloop naar een festival. Bij ons werd het Urufestival verplaatst, daarom bezochten wij de tshechu in Dhamkar. Het is een intiem festival, waar nog niet zoveel toeristen komen. Hier staan de dansers klaar voor de dans van de herten en de honden, waarbij de herten uiteindelijk niet meer door de honden worden belaagd. De kleding is bij alle dansen traditioneel. Gele rokken met zijden jasjes en daarboven een houten masker dat boven op het hoofd (beschermd met doeken) stevig wordt vastgemaakt. De dansers kijken door de bek van het masker.