Het bijwonen van een festival (tshechu) is een bijzondere gebeurtenis; niet alleen is het goed voor het karma, het is ook een gelegenheid om elkaar weer te zien na een half jaar hard werken. Tijdens een tshechu ( die 4 of 5 dagen duurt) worden gemaskerde dansen opgevoerd door de monniken van het klooster. Families (en wij ) installeren zich compleet met kleedjes en picknickmanden langs de rand van de dansvloer. De tsechu wordt rond de 10e dag de maand volgens de Bhutanese kalender gevierd . Monniken voeren gedurende vier dagen dansen uit, waarbij verhalen uit het leven van Guru Rinpoche, de Indiase meester en beschermheilige van Bhutan, worden uitgebeeld. Dit is Ging, een van de bewoners van het paradijs van Guru Rinpoche. Hij kijkt door de mond van het masker, de ogen van het masker zijn afgedekt. op zijn hoofd draagt hij de vlam en de drie parels van het boeddhisme.