13 x de beste bestemmingen om júíst in het regenseizoen te bezoeken
Voel jij direct nattigheid bij beruchte slechtweerbestemmingen? Nergens voor nodig! Veel bestemmingen zijn júíst in het regenseizoen op hun mooist. Meer groen, minder toeristen en lagere prijzen; genoeg redenen om een tropisch buitje te trotseren. Zo zorg je ervoor dat je vakantie niet in het water valt.
1. Azoren, Portugal: ga voor groen
Pessimisten beweren dat het altijd wel ergens regent op de Azoren. Optimisten stellen daar tegenover dat de zon altijd wel ergens schijnt op de archipel. Beide hebben gelijk. De meest extreme omstandigheden vind je op de westelijk gelegen eilanden Flores en Corvo, die over de Atlantische Oceaan aanrollende stormen en zware regenfronten opvangen. Het bergachtige terrein van Flores — het hoogste punt steekt 914 meter boven de zeespiegel uit — maakt dat heel wat wolken hier blijven hangen. Dat resulteert in 1430 millimeter neerslag in de laaggelegen delen van het eiland en liefst 3700 tot 4900 millimeter per jaar in de bergen. Flores is dan ook schitterend groen, met kronkelende riviertjes in diepe valleien en hoge kliffen met bruisende watervallen. Ook buureiland Corvo is smaragdgroen, met honderden meters hoge kliffen en twee prachtige meren in de krater van een uitgedoofde vulkaan. De grootste kans op mooi weer heb je tussen juni en september. Blijf jij andere toeristen liever voor en gok je op een paar uur zonneschijn in het laagseizoen? Veel geluk dan: in de wintermaanden wordt tot de helft van alle vluchten vanaf de andere eilanden geannuleerd door slechte weersomstandigheden ... Speel je liever op safe? Bezoek dan Santa Maria, het zonnigste eiland van de Azoren. Het zuidelijkste eiland van de archipel telt de minste dagen met neerslag en heeft bovendien de mooiste stranden.
2. Pacifische kust, Colombia: raak doordrenkt van avontuur
We gaan geen mooi weer spelen: ja, het gaat regenen. Van alle landen ter wereld valt er in Colombia de meeste neerslag — aan de westkust tot wel zeven meter per jaar. Dat betekent minder toeristen, maar een stortvloed aan biodiversiteit. Bultruggen bijvoorbeeld, die van juli tot oktober hun kalveren baren aan de Pacifische kust. Tussen juni en december kruipen diverse soorten zeeschildpadden de zwarte zandstranden op om hun eieren te leggen. Met een verblijf in de houten cabins van Mamá Orbe Family Eco-Farm help je mee om de dieren te beschermen. En in het Ranita Terribilis-reservaat vind je de gelijknamige felgele kikkers, de giftigste soort ter wereld. Voor avonturiers is de Pacifische kust een natte droom, waar je kunt surfen op woeste golven, kajakken in mangrovebossen en hiken door de jungle. Januari, februari, juli en augustus zijn de zonnigste maanden.
3. Costa Rica: trek je regenpak aan voor tropisch wildlife
Foto: Jessi van Dijck
Waar veel mensen bij de beste reistijd voor Costa Rica op zoek gaan naar wanneer de minste neerslag valt, durven wij te stellen dat het regenseizoen juist hét moment is om het land te bezoeken. In het regenseizoen, grofweg tussen mei en november, staat de overweldigende natuur van Costa Rica in bloei. Planten en dieren komen volledig tot leven. Waar wildlife in de droge tijd zich diep in de jungle terugtrekt, is de regentijd het moment om op onderzoek uit te gaan. Bovendien telt het compacte Costa Rica een onwaarschijnlijke twaalf klimaatzones, uiteenlopend van koele nevelwouden tot droge tropische bossen. Wanneer je het land ook bezoekt, er is altijd wel een plek waar het fantastisch weer is. Ook tijdens het regenseizoen, dat licht begint. Van mei tot augustus zijn de meeste ochtenden droog en zonnig en valt de neerslag pas in de loop van de middag, wanneer het één tot vier uur regent. Zet je wekker dus wat vroeger — of trotseer die tropische bui.
4. Meghalaya, India: verblijf tussen de wolken
‘De Verblijfplaats van Wolken’, zo luidt de letterlijke vertaling van deelstaat Meghalaya in Noordoost-India. Dan weet je genoeg. Europese kolonisten noemden de regio niet voor niets het ‘Schotland van het Oosten’. Dat kwam vooral door de groene heuvels en het weer, en minder door de heilige bossen waar nog altijd dieren worden geofferd, door de groepsdansen in kleurrijke traditionele klederdracht of de matriarchale samenleving. De koele bergstaat met dramatische kliffen, diep uitgesleten grotten en indrukwekkende watervallen is een van de natste plekken op aarde. Absolute recordhouder is het subtropische hoogland van Mawsynram. In 1985 viel hier 26.000 millimeter regen — nog altijd goed voor een vermelding in Guinness World Records. Gras op de daken biedt de lokale bevolking soelaas tegen het dreunende geluid van de moesson. Tussen maart en juni, de maanden voor de moessons, delen de inwoners van Meghalaya hun rituelen, muziek en dans op diverse festivals.
5. Yakushima, Japan: zwerf door mistige oerbossen
Foto: Tim Bilman
Op Yakushima, een subtropisch eiland in het zuiden van Japan, regent het volgens de lokale bevolking 35 dagen per maand. Vooral in het door uitgestrekte wouden van sikkelcipressen bedekte, bergachtige binnenland regent het vrijwel dagelijks. Microklimaten zorgen ervoor dat de regionale verschillen op het kleine eilandje groot zijn, wat de natuur hier bijzonder divers maakt. Zo vind je in Yakushima National Park (Unesco-Werelderfgoed) sikaherten, Japanse makaken en bomen van meer dan zevenduizend jaar oud. Vanaf half september valt er wat minder regen; oktober en november zijn de beste maanden om te hiken. Waterdichte wandelschoenen en een goede regenjas zijn een must: ‘wat minder regen’ blijft op dit eiland een relatief begrip ...
6. Oost-Afrika: kleintjes worden geboren
Foto: Sjoerd Brakké en Cuno de Bruin
Oost-Afrika, met Oeganda en Rwanda als topbestemmingen, staat bekend als apenparadijs. Hier vind je onder meer berggorilla’s, chimpansees, bavianen, meerkatten en franje-apen. In mei en juni loopt het regenseizoen op zijn einde en zijn de tropische regenwouden prachtig groen. Ook worden de meeste jongen geboren en ligt het toerisme nog grotendeels stil. Genoeg redenen om die maanden te bestempelen tot beste reistijd voor Oost-Afrika.
7. Westkust, Noorwegen: dompel je onder in kunst en cultuur
Bergen is een van de natste plekken van Europa. Met gemiddeld 239 dagen regen per jaar staat de tweede stad van Noorwegen bepaald niet op de verlanglijst bij zonaanbidders. Cultuurliefhebbers laten zich echter niet afschrikken door een spatje regen: Bryggen staat met zijn kleurrijke houten handelshuizen uit de Hanzetijd op de Unesco-Werelderfgoedlijst en de verzameling van KODE is zó groot — meer dan vijftigduizend schilderijen, beelden en installaties — dat er vier kunstmusea en drie componistenwoningen nodig zijn om de collectie recht te doen. In de zomermaanden regent het hier trouwens net iets minder. Dat geldt helemaal voor de Nærøyfjord, op ruim twee uur rijden van Bergen. Op de oevers groeien planten die verder alleen in het drogere oosten van Noorwegen voorkomen. Een fjordcruise over de ruigste en mooiste zijtak van de Sognefjord voert je langs watervallen, met sneeuw bedekte bergtoppen en idyllische groene bergweiden — met boven je hoofd goede kans op blauwe lucht.
8. Sri Lanka: zoek de zonnige zijde van het eiland
In Sri Lanka is er altijd een sunny side of the island. De zuid- en westkust van Sri Lanka kennen het tegenovergestelde weerbeeld van de noord- en oostkust. Voor een rondreis over het eiland reis je júíst het beste in het regen-/laagseizoen, simpelweg omdat er geen eenduidig regenseizoen bestaat. De zuid- en westkust en het binnenland van Sri Lanka kennen van december tot maart de beste kans op mooi weer, maar de noord- en oostkust zien de meeste zon juist van april tot en met september. Tijdens de Nederlandse zomer (mei tot en met augustus) vindt het Yala regenseizoen plaats aan de zuid- en westkust van Sri Lanka. De meeste reizigers vermijden deze periode, door de grote hoeveelheid neerslag die dan valt. Dat biedt kansen, want de natuur is groener en jij weet dat aan de andere kusten de zon schijnt.
9. Thailand: vermijd de mensenmassa’s in het regenseizoen
In de maanden augustus, september en oktober valt in Thailand de meeste neerslag. Dit zijn dan ook de maanden die meeste reizigers proberen te vermijden. Maar de buien in Thailand zijn kort en krachtig. Vaak trekt pas in de namiddag of ’s nachts een fikse bui over het land, wat de reisplannen niet tot nauwelijks in de weg hoeft te zitten. Zelfs een strandvakantie in Thailand is in het regenseizoen geen probleem. De invloed van het regenseizoen is dus klein, maar de voordelen zijn groot. De natuur kleurt vijftig tinten groen, de meeste toeristen slaan deze maanden over en accommodaties en activiteiten zijn gunstig geprijsd.
10. Hawaï, Verenigde Staten: wees de wolken voor
Op het Hawaïaanse eiland Maui regende het ooit 331 dagen achter elkaar, één onafgebroken regenbui op het eiland Oahu duurde een onvoorstelbare tweehonderd dagen en het kletsnatte Kauai kent soms wel 350 dagen regen per jaar. Dat is te danken aan de uitgedoofde schildvulkaan Mount Wai‘ale‘ale, Hawaïaans voor ‘overstromend water’. Verantwoordelijk voor de extreme omstandigheden is een combinatie van blootstelling aan regenfronten door de afgelegen noordelijke ligging van het eiland, stuwingsneerslag door vochtige lucht die langs steile bergwanden omhoog wordt geduwd en passaatwinden net boven de bergtop die voorkomen dat de wolken verder kunnen stijgen. Maandelijks valt er 600 tot 1200 millimeter neerslag; een droge periode is er niet. Wel is het van september tot december en tussen april en juni wat rustiger op het eiland. Wie de heilige berg Mount Wai‘ale‘ale zonder wolkenmantel wil zien moet vroeg opstaan. De Alakai Swamp Trail, een uitdagende hike van ruim twaalf kilometer door sponsachtig moerasland, leidt naar een uitzichtpunt waar je de beste kans maakt. Als het je tenminste lukt dit punt rond zonsopkomst te bereiken — de eerste zonnestralen zorgen dat door de moerassen opgenomen water in de warme ochtenduren verdampt, waarna regenwolken zich razendsnel omhoog spoeden. De race tegen de klok is een even afmattende als magische ervaring, zeker wanneer je snel genoeg bent en de mysterieuze vulkaan voor je ogen in de wolken ziet verdwijnen.
11. Pacific Northwest, Verenigde Staten: wandel door een gematigd regenwoud
Foto: Ethan Welty
Een reis naar Seattle zorgt vooraf wellicht voor slapeloze nachten: gaat het de hele tijd hard regenen, of krijgen we ook dagen waarop het alleen miezert? Het is een hardnekkig vooroordeel waar de stad maar niet vanaf komt, terwijl in steden als New York en zelfs Miami toch echt méér neerslag valt. Seattle ligt namelijk in de regenschaduw van de Olympic Mountains. Vanaf de Stille Oceaan aangevoerde bewolking botst tegen deze bergen, waardoor er in het westen van Olympic National Park gemiddeld 3550 millimeter neerslag per jaar valt, tegen 945 millimeter in het oostelijke deel en Seattle. Tal van planten en dieren weten het waterballet op waarde te schatten. In het gematigde regenwoud kruipen langteensalamanders, giftige ruwe salamanders, rubberboa’s en knalgele Pacifische bananenslakken, terwijl vreemde paddenstoelen voor kleurige vlekjes zorgen tussen alle schakeringen groen. Juli en augustus zijn de beste maanden voor lange wandeltochten. Het regent dan minder vaak en de weelderige regenwouden van Hoh en Quinault zijn na de natte lente op hun groenst.
12. Vietnam: laat je niet afschrikken door de moesson
De Happy Road in het noorden van Vietnam is de mooiste roadtrip van Zuidoost-Azië. © Tim Bilman
‘One day it started raining, and it didn’t quit for four months’, luidt een befaamde en beruchte uitspraak van Forrest Gump over Vietnam. Ja, het kan grofweg tussen april en september flink regenen tijdens de moesson. Maar planning is key, want door de grote verschillen in weertype in de verschillende regio’s kun je je reis bijna geheel regenvrij plannen. Ook zijn de meeste buien niet meer dan wat neerslag aan het eind van de dag. In juli en augustus valt de meeste neerslag in Noord-Vietnam, maar in Zuid-Vietnam juist in september en oktober. De meeste reizigers vermijden echter de gehéle periode van de moesson. Met reizen in de regentijd zie je de groenste versie van Vietnam, is het niet zo verstikkend heet, is het minder druk en dalen de prijzen.
13. Zuid-Afrika: beste kans op wildlife spotten
Het verse regenwater is van levensbelang voor wildlife. © Getty Images
Zuid-Afrika ligt op ongeveer dezelfde oosterlengte als Nederland, maar dan aan de zuidzijde van de evenaar. Dat betekent dat de seizoen precíés andersom zijn: zomer versus winter, lente versus herfst. Een echt regenseizoen kent Zuid-Afrika niet, neerslag is het hele jaar door schaars, maar in januari en februari valt de meeste neerslag. Voor de wildlife is de regen van levensbelang. De dieren gaan op zoek naar drinkwater en laten zich geregeld zien bij de poeltjes die ontstaan. Zo heb jij de beste kans om dieren te spotten en weet je waar je zoeken moet!
Volg Columbus Travel op Facebook en/of Instagram en meld je aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief.