Ontmoet de reizigers die dwars door India reizen met een riksja
Goldie Oldie en Silver Bullet. Het zijn de namen van de twee riksja’s waarmee Carolien Beerlage en haar team in 2013 dwars door India ronkten. Ze namen deel aan de Rickshaw Run, een epische, drieduizend kilometer lange race die in twee weken moet worden afgelegd.
Waarom in hemelsnaam deelnemen aan de Rickshaw Run?
‘Ik kwam ruim een half jaar voor vertrek voor het eerst in aanraking met de Run. Een vriend en latere teamgenoot liet me een filmpje zien. Ik dacht meteen, dit is het meest knotsgekke avontuur ooit! Hoe cool is dit? Ik doe mee! Maar ik geef toe, hoe vaker ik het filmpje bekeek, hoe meer de twijfel toesloeg. Mensen in het filmpje maakten veel moois mee, maar ook heftige dingen. Tranen van pijn en onzekerheid waren niet ongewoon. Uiteindelijk haalden de bijzondere dingen waarvan ik wist dat ik ze onderweg zou tegenkomen me over de drempel. Overstekende olifanten, hartelijke mensen, prachtige natuur … Op zo’n speciale manier een land leren kennen, rondcrossend in een open wagentje, wie wil dat nu niet? We vormden een groepje van zes personen en schreven ons in onder de teamnaam Where the tuk is the party? Onze twee riksja’s, een gouden en een zilveren, doopten we om tot Goldie Oldie en Silver Bullet. We mochten onze eigen route bepalen tussen beginpunt Jaisalmer in het noorden en de finishlijn in Kochi in het zuiden. Een klus die in twee weken moest worden geklaard. Niet eenvoudig als je je bedenkt dat ons ‘racemonster’ slechts zestig kilometer per uur aantikte. Als de wind meezat, de weg goed was en we bergaf gingen, tenminste. Drieduizend kilometer in een riksja is een takke-eind! Hoewel de tijddruk het échte ontdekken in de weg stond, maakte het de ervaring des te dramatischer. Ik vond het zó intens om India in zulke korte tijd zó goed te leren kennen. Doordat je alles ziet en ruikt krijg je een heel mooi beeld en doordat je meeleeft, leer je hoe het werkt. Dat in combinatie met de vriendelijke mensen maakte de tocht een ontzettend pure belevenis.’
Je staat er tijdens de reis echt alleen voor, hè? Hoe voelde dat?
‘Als jij het al superspannend vindt om georganiseerd op reis te gaan dan raad ik je dit ten zeerste af. Er wordt vrijwel niks geregeld door de organisatie, een groepje ontdekkingsreizigers en expeditieleiders dat zich de League of Adventurists noemt. Wél inbegrepen in de toegangsprijs van circa € 700 per persoon: de riksja, de kennis en een mooi eindfeestje. Er zijn geen slaapplaatsen geregeld, er is geen route, er zijn geen klusspullen. Maar laat ik vooropstellen: dát is exact wat de Rickshaw Run zo gaaf maakt.’ Kun je het type persoon beschrijven dat deelneemt aan de race? ‘Iemand die beschikt over veerkracht. De Rickshaw Run verloopt iedere dag anders dan je verwacht. Dat kan spannend zijn maar ook heel vervelend – het kan gebeuren dat je een slaapplek moet zoeken als het al donker is, dat je riksja het niet meer doet of dat je mensen kwijtraakt. Je moet dus continu oplossingen verzinnen. Dat moet je in je hebben. Ik denk bovendien dat je al wel een beetje gereisd moet hebben. Al moet ik zeggen dat die regel ook uitzonderingen kent. Er waren bijvoorbeeld twee meisjes uit Zuid-Korea, echt van die Hello Kitty-meisjes, die het ook hebben gered. Zelfs de organisatie dacht, oei, als die maar levend aankomen. Hilarisch om te zien was ook het team bestaande uit drie dames op leeftijd, expatvrouwen uit Hongkong. Die waren zeker zestig. Ze hadden al eens eerder meegedaan en besloten dat kunststukje te herhalen. ‘Want we vervelen ons zo,’ zeiden ze, haha. Ik zie het mijn moeder niet doen … Maar ze hebben natuurlijk een punt. Waarom zou leeftijd een beperking moeten zijn?’
Rondcrossen in een open wagentje, wie wil dat nu niet? (Foto: Rickshaw Run)
Is iemands fysieke gesteldheid dan helemaal niet van toepassing?
‘O, jawel hoor. We hebben wel degelijk nagedacht over ziek worden. Maar gelukkig hebben we geen last gehad van Delhi belly en dat soort ziektes. Waar we ons echt op verkeken hebben is de kou. Nu valt vijf graden in januari wel mee. Maar als je tien uur per dag rondrijdt, al wapperend in de wind, is vijf graden behoorlijk fris. De riksja zelf was, verrassend genoeg, nog best comfortabel. Om dat uit te houden hoef je dus niet helemaal afgetraind te zijn. Houd wel rekening met de cultuurshock. Als je de Indiase hectiek niet gewend bent zal je even moeten slikken. Zeker als je reist op onze manier. Schrik ook niet van de viezigheid. Ik denk gewoon altijd, er zijn zo veel landen die niet heel netjes aangeharkt zijn.’
Na zo’n dag rijden moet je bekaf zijn geweest. Waar overnachtte je?
‘Chic slapen? Succes ermee! Misschien dat je het in Mumbai voor elkaar krijgt maar elders … Het wordt natuurlijk donker en we hadden al snel in de gaten dat het levensgevaarlijk was om dan op de weg te zijn. Daarom gingen we iedere dag al rond vier uur op zoek naar een slaapplek. Wat je tegenkomt, daar ga je voor. Zo zaten we geregeld in hotels die nog niet af waren. Dan stonden er nog steigers in de kamer of zat er een gapend gat in de vloer. In de lobby slapen was ook nooit een probleem. Er werden gewoon even zes bedjes voor ons klaargemaakt. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we halverwege, toen onze riksja stuk was, een stranddag hebben ingelast. Heerlijk zo’n strandbedje en een cocktail. Wat zo leuk is aan de Rickshaw Run is dat dat ook gewoon kan.’
De Rickshaw Run verloopt iedere dag anders dan je verwacht. (Foto: Rickshaw Run)
Met één wiel over de afgrond scheren of een net-geen-aanrijding veroorzaken: ervaarden jullie ook dat soort momenten?
‘Een vrije val of botsing wisten we gelukkig te voorkomen. Maar we reden wel degelijk rond met samengeknepen billen. De eerste dagen waren supereng want alles reed kriskras door elkaar heen. Van grote, lompe vrachtwagens tot mannetjes met karren. We snapten er echt geen barst van. En dan heb ik het nog niet eens over het links rijden. Op de allereerste dag, bijvoorbeeld, reed een van ons de verkeerde kant van een rotonde op, dwars tegen het verkeer in. Maar het voordeel is dat het zó een chaos is dat dat dan ook weer niet zoveel uitmaakt. Er lijkt zelfs een soort pikorde te zitten in de volgorde. Van links naar rechts geldt: de langzaamste eerst. Dus eerst de voetgangers, dan mensen met een kar, dan die met een brommertje, dan die met een fiets … Althans, in de steden. Hoe verder we naar het zuiden afdaalden, hoe sneller iedereen reed. Gewoon 120 waar je zestig mag. Of vrachtwagens die aan de verkeerde kant van de weg reden om alvast ‘in te voegen’ voor een afslag. Wel zo handig, toch? Omdat we ons af en toe helemaal kapot schrokken, rouleerden we geregeld van chauffeur. Toch gaat het wennen. Je past je aan de chaos aan.’
Motorpech. Wat dan?
‘Ook in dat geval sta je er alleen voor. Je gaat zelf op zoek
naar een riksjawerkplaats. Die zijn er gelukkig heel veel. Het is
dan nog maar de vraag of ze je kunnen helpen. Na een hele dag
wachten kregen we een keer te horen: ‘Dit moet vervangen worden
maar het onderdeel hebben we niet meer. Misschien bij de buren?’
Indiaas tempo dus … Op de snelweg verloren we onze uitlaat al. En
op een van de laatste dagen kwamen we erachter dat het motorblok
loszat. Dat was nog best link omdat het bijna de brandstoftank
raakte. Vaak is het een kwestie van de kop in het zand steken en
denken, zo ver zal het niet komen. De gouden tips: duct tape en wat
ijzerdraad. Alle componenten van de riksja zitten houtje-touwtje in
elkaar. Je kunt het dus ook vrij makkelijk weer houtje-touwtje
repareren. Maar op een gegeven moment kwamen we écht niet meer
vooruit. Alles begon te rammelen, versnellingen lieten het afweten.
Het was gewoon hopen dat we de finish zouden halen. Goldie Oldie en
Silver Bullet hebben het gelukkig gered. En het gekke is: je gaat
nog van die riksja’s houden ook!’ Wil je zelf meedoen? Lees er
hier alles over.