Dit kan nie gekker word nie
Dit kan nie gekker word nie
Onlangs kreeg ik in de Zuid-Afrikaanse stad Port Elisabeth een plaatselijke krant te pakken. Geschreven in het Afrikaans. Ik hou van Afrikaans. Het is een dochtertaal van het Nederlands. Het is een gemakkelijke taal, om te lezen in ieder geval. Het verstaan en spreken wordt iets moeilijker. En het is vaak grappig in onze Nederlandse ogen. De taal ontstond toen de Nederlander Jan van Riebeeck Kaapstad en de Kaapkolonie stichtte in 1652. Het 17e eeuwse Nederlands werd meteen de voertaal. Immigranten uit andere landen namen de taal over en veranderden er steeds iets aan, zoals met iedere taal gebeurt. Uiteindelijk ontstond een taal die nu door 7 miljoen mensen in Zuid-Afrika wordt gesproken en de derde taal van het land is. 95% van de woordenschat van het Afrikaans is van Nederlandse oorsprong.
Mijn oog viel op een merkwaardig artikeltje op bladzijde drie van de krant. In het Oostkaapse Karoodorp Aberdeen is de begraafplaats zo vol, dat sommigen er toe over zijn gegaan om de kuilen voor de nieuwe graven te maken op de paden die naar andere graven leiden. Stel je voor: je bent op weg naar het graf van je dierbare en je moet over andere graven heen lopen. Dit kan natuurlijk niet. Het moenie gekker word nie. Je moet nooit over je heen laten lopen, ook niet als je er zelf niets meer van kunt zeggen.
‘ Dit kan nie so aangaan nie. As nog een persoon se graf in die middel van die pad gegrawe word, sal ek wragtig die gat nog voor die begrafnis met sement toegooi’, aldus Louis. Vooral het woord ‘ontstoke’ doet het hem. Dit is niet zo maar een gevalletje ‘boos zijn’. Normaal gesproken is Louis misschien al niet zo’n gemakkelijk heerschap, maar door het bijvoeglijk naamwoord ‘ontstoke’ krijg ik de indruk dat je maar beter helemaal ver uit zijn buurt kunt blijven.
Zijn ferme taalgebruik valt op. Mooi. Dat moest in ons land toch ook vaker gebeuren. “Dit kan nie so aangaan nie”. Dat zal het parlement meteen de mond snoeren, zou Mark Rutte kunnen denken, als hij dit al zou lezen. Zelfs de oppositie. Iedereen zal instemmend knikken. Nee, dit kan inderdaad niet. Daar heeft de premier wel gelijk in. Overtuigender kan het niet. Een zin om vaker in de Tweede Kamer te bezigen, lijkt mij.
En dan de zin, dat Louis wragtig die gat met sement sal toegooi. Geen half werk verrichten, niet een schepje zand er over en het is klaar. Nee, wragtig toegooi. Een oplossing die voor honderden jaren meegaat. Misschien wel voor eeuwig. Ferm woordgebruik. Vinnig, zoals ze in het Afrikaans zeggen
Maar behalve grappig vanwege het woordgebruik - en ondanks de trieste situatie op dit kerkhof -vind ik dit artikel vooral interessant omdat het iets leert over de taal zelf. Werkwoorden vervoegen kennen ze niet. Ons eet, julle loop. Het probleem dat veel Nederlanders nog hebben met de d of t bij een voltooid deelwoord bestaat simpelweg niet in het Afrikaans: ze laten het gewoon weg. Ik het het jou tog geseg! Jy het dit mooi geverf. Ons het dit gemaak. Dat zou voor de Nederlanders onder ons, die er moeite mee hebben, een geweldige oplossing zijn!
De letter ‘g’ tussen twee klinkers vervalt in veel gevallen. Op menige middelbare school in Zuid-Afrika prijkt dan ook het naambord “Hoërskool”. De apotheek van dokter Grootpil wordt: dokter Grootpil se apoteek. Geen gedoe meer met ‘s of s achter de naam. Rene se blog. Niets meer en niets minder.
Een simpele rechttoe rechtaan taal. Het zou een flink aantal Nederlanders uit de brand helpen als Afrikaans hier als vervangende taal van het Nederlands wordt ingevoerd. Het zal even duren maar als we nu beginnen hebben we het over twintig jaar wel voor elkaar. Onze taal zal dan duidelijker, eenvoudiger en vinniger zijn geworden. We gaan geen fouten meer maken, of liever gezegd: ons maak nie meer foute nie. En dan kunnen we lachen om die paar gekke mensen die het Nederlands schrijven en spreken dat we vandaag de dag nog hanteren. Dat was pas ingewikkeld! Die lewe het nou tog baie makliker geword.
Maar zonder gekheid. Ik werd best wel vaak aangesproken in het Afrikaans. En ik antwoordde dan in gewoon Nederlands terug. Niemand stond hier van te kijken. Zoals met veel zaken in Zuid-Afrika had ik toch een gevoel van nog een kleine band met Nederland. Het Holland dat ooit de Kaapkolonie en Kaapstad stichtte en dat zo zijn stempel op de provincies Westkaap en Oostkaap heeft gedrukt. De namen van de plaatsen, de rivieren, de bergen. De naamgeving was vaak eenvoudig. Was iemand blij toen hij het idee kreeg de stad te stichten dan heette de nederzetting Treurniet. Was er twijfel of het grondwater hier wel van goede kwaliteit was, dan heette het dorp Twijfelfontein. Simpel en effectief. Veel steden zijn naar de stichters genoemd: Stellenbosch, Swellendam, Oudtshoorn, Plettenberg en Durban. En in veel van die plaatsen tref je nog de oude Kaaps Hollandse bouwstijl aan.
Er zit veel geschiedenis in dit deel van het land, het ademt (Nederlandse en Engelse) geschiedenis. Helaas moesten de Engelsen het zo nodig van ons overnemen en nog later werd het Boerenland een eigen staat. Een staat die veel problemen kende en nog wel kent, maar vooral ook een staat van wonderlijke natuurlijke schoonheid, veel dieren en mooie mensen. Een land waar hoop voor is, nog steeds. Suid-Afrika, as jy nog nooit daar was nie, mis jy iets!