Tegen de avond reden we terug naar ons kamp, toen er op het pad naast ons een kraanvogel met kleintjes meeliep.
Natuurlijk stop je dan om de dieren beter te bekijken. Het gouden kroontje valt het meest op; de Europese kraanvogels hebben dit niet. Ik weet niet of dit een mannetje of vrouwtje is, want beide geslachten zien er hetzelfde uit, het mannetje is iets groter.

De vogels bouwen hun nesten bij voorkeur in de buurt of in stilstaand water. Ze kiezen meestal plekken uit waar veel hoge begroeiing is. Beide ouders helpen mee met het maken van het nest, dat zo’n 12 cm boven het water ligt.

Het vrouwtje legt 2 tot 4 eieren, wat meer is dan andere kraanvogelsoorten die meestal 1 tot 2 eieren leggen. De broedtijd bedraagt 28 tot 30 dagen. Beide ouders broeden de eieren uit.

Twaalf uur nadat ze uit het ei zijn gekropen kunnen de kuikens al zwemmen en drijven en na twee dagen gaan ze al samen met hun ouders op pad om voedsel te zoeken waarna ze de nacht weer doorbrengen in hun nest. De vogels eten insecten en kleine zoogdieren die ze vinden bij kuddes hoefdieren die ze wel eens volgen. Ik denk dat de familie weer op weg is naar het nest.

Nog iets leuks: Grijze kroonkraanvogels zijn de enige kraanvogels die regelmatig in bomen zitten, want ze hebben een extra teen achterop hun poten die andere kraanvogels niet hebben.