Centraal Namibie

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Centraal Namibie image

Centraal Namibie

Centraal Namibie
Namibië
Jdevaan

The road ahead is empty

De weg van Keetmanshoop naar Sesriem was spannend, allereerst omdat we halverwege naar Mariëntal aangehouden werden door de Namibische wegenpolitie. Deze wilde de staat van onze auto controleren en ons rijbewijs en autopapieren zien.
Dat leek ons geen probleem, onze auto had pas zo’n kleine 12.000 km op de teller staan toen we hem huurden. Toch werden we er fijntjes maar beslist op gewezen dat we een offence oftewel een misdrijf pleegden. Nergens op onze auto was een sticker van Zuid Afrika te vinden en daar staat een boete op.
Dat lijkt te zeikerig voor woorden, maar we hadden al begrepen dat er niet te spotten valt met Afrikaanse officials. Dus bleven we braaf en gedwee zoeken naar een eventuele verstopplaats van de ontbrekende sticker. De tweede politieman kwam zich er nu ook bruusk mee bemoeien. Hij klonk agressief, maar wilde ons erop wijzen dat wij die kosten vooral moesten verhalen op het verhuurbedrijf. Op onze vraag hoe wij nu aan de zo begeerde ZA sticker konden komen, werden we doorverwezen naar de Wimpy van Mariëntal.
Jawel, de in Nederland uitgestorven hamburgerketen floreert in Namibië goed.

Dat je hier links moet rijden, daar beginnen we aan de wennen, wel lachen want je haalt er alle collega Europeanen zo uit. Die zetten net als wij, in deze gortdroge woestijn, de ruitenwissers aan als ze afslaan.
Maar een tweede adrenalineverhogende factor is dat we na Mariëntal echt definitief aan de gravelwegen zijn overgeleverd. En het rijden op gravelwegen vergt toch wel een enigszins aangepaste techniek. Je moet zoveel mogelijk in de sporen blijven, maar wanneer het zandoppervlak wat ruller wordt heb je dan meer kans op slippen en schuiven, rijd je op hardere weggedeelten dan tril je zowat weg door het wasbordeffect.
Eigenlijk moet je proberen daar redelijk hard over heen te rijden (80 km), maar met het voortdurende getik en gebons van stenen voelt dat niet echt lekker, zeker als je in gedachten hebt dat schade aan de onderkant en krassen op de auto voor eigen rekening zijn… Tel daarbij op dat je door de snelheid dan ook niet zo snel kan reageren op grote keien of kuilen in de weg, en je rijdt toch met behoorlijk verkrampte schouders rond.

Andere weggebruikers zijn in het algemeen minder voorzichtig en razen ons voorbij, ons in een kilometer lange zandmist achterlatend, waardoor ons tempo nog trager wordt.
Zelf veroorzaken we natuurlijk ook een zandstorm achter ons en het mag dan niet bepaald druk zijn op de Namibische wegen, maar om al inhalend onze zandstorm te trotseren is een hachelijke onderneming omdat je niet voorbereid bent op een eventuele tegenligger die zomaar plots vanachter een dalletje of bocht van de weg kan opduiken.

Vanuit Sesriem was de weg naar Solitaire niet aangegeven, dus vroegen wij aan een local de weg. Niet zo’n slimme zet bleek bijna een uur gravelen later, toen ik het toch wel erg lang vond duren voordat we de afslag naar de C14 tegenkwamen. Hij had ons met een vriendelijke Big smile dus doodgemoedereerd de verkeerde kant op gestuurd. De Namibische zon gaat vroeg onder in deze tijd en aangezien ze hier niet aan straatverlichting doen, wilden we toch graag voor het donker binnen zijn. Dat leidde ertoe dat hetzelfde stuk terug toch wel wat sneller ging. We beginnen het te leren. Maar we hadden nog steeds zo’n 200 km gravelen voor de boeg en dat niet alleen op C wegen (lees de beste gravelwegen).

Nog net in het licht van de ondergaande zon konden we de afslag naar Windhoek wel vinden, maar deze C weg bleek toch van een iets minder stabiele kwaliteit en dus slipten en gravelden we naarstig verder.
28 km op deze C weg alvorens we aan het echte avon(d)tuur begonnen, een D weg. Aanvankelijk leek de wegkwaliteit mee te vallen, maar na het passeren van een droogstaande rivier bleek dat de met regen gezegende winter toch wel wat schade had achtergelaten. Toen we een steil en venijnig klimmetje op moesten kregen we zowat een hartverzakking, want het leek wel alsof de hele onderkant opengereten werd.
Even later leek onze auto het volgende klimmetje (het is hier bergje op en af) niet te trekken. Midden in de klim stonden we stil en gleden onder zieldoorsnijdend gekras en gekraak weer net zo hard naar beneden. Toen we vervolgens weer poogden naar boven te gaan bleven onze wielen doelloos ronddraaien in het grote kiezelbad. Inmiddels was het dus pikdonker en kwamen we “geruststellende” borden tegen dat we nog slechts 8 km te gaan hadden. We vroegen ons al af of we die acht kilometer in het sukkeldrafje van 10km/uur zouden afleggen, of te voet met onze koffers op de rug.
2 km verder, dachten we zeker dat we de uitlaat eraf geroetcht hadden, toen we wederom onder luid geraas achteruit de berg afzakten. Met het geluid van lachende hyena’s in de verte besloten we toch maar om niet te voet verder te gaan en zijn we zo mogelijk nog langzamer verder gegaan, het lijken wel de meest zenuwslopende kilometers uit mijn leven. Maar twintig minuten later kwamen we dan toch eindelijk bij onze gastfamilie van de Rooiklip aan.

Een ervaring rijker maar ook een wijze les geleerd: the road ahead is empty, its paved with miles of the unknown.