Kalahari Sands (3)
Kalahari Sands (3)
In Etosha rijden we van drinkplaats naar drinkplaats, stoppen daar, observeren met onze verrekijkers in de hoop onze doelen te vinden. Ontzettend veel zebra’s, herten en buffels (wildebees). In het begin maken we overal foto’s van maar na verloop van tijd kijken we niet meer op van deze dieren. Vlakvarks, jakhalzen en gieren zien we ook en we rijden van Namutoni naar Halali via allerlei drinkplaatsen om zo veel mogelijk te zien. Bussen met toeristen komen voorbij. Touringcars met mensen die ontevreden klagen dat ze te weinig zien, op elkaar zitten en niet kunnen stoppen wanneer ze dat willen. Wat zijn wij gelukkig met ons Zupje. Ook hebben we steeds de juiste muziek bij ons, speciaal voor deze gelegenheid. Onze vakantie nummers. Keer op keer draaien we The Circle of life en Magnolias for ever . Het eerste nummer roept steeds weer beelden op van een grote savanne in dit deel van Afrika, en wordt pas echt tot leven gewekt wanneer we bij een drinkplaats een troep leeuwen aantreffen. Mannetjes met hun grote manen, vrouwtjes en ook jonge leeuwen maken deel uit van de familie. We turen, we staren, we vergapen ons aan deze wilde dieren die gewoon doorleven alsof wij hier niet staan te gluren. Wanneer we weg willen rijden zien we dat er op een paar meter afstand van de auto, in de struiken, ook twee leeuwen liggen. We zien ze amper door de bladeren, maar ze liggen er, onmiskenbaar en onbeweeglijk. Met hun dikke vacht hebben ze het te warm en de enige beweging die ze maken is hijgen. Het zal tot het eind van de dag duren voordat ze weer in actie komen.
We gaan op zoek naar de rest van ons verlanglijstje. Olifanten en neushoorns. We rijden rond en het is benauwend heet. Behalve de toeristen hebben ook de dieren de schaduw opgezocht. Af en toe zien we een verscholen impala of koedoe tussen de bomen staan, maar geen spoor meer van de rest. Totdat we langs een open vlakte rijden en in de verte twee kolossen zien staan. Twee olifanten, en ze spelen met elkaar. We stoppen de auto en pakken de verrekijkers. Echt dichtbij kunnen we niet komen maar we kunnen alles goed onderscheiden. Vooral hun kleur. En deze olifanten zijn wit. Meteen denken we aan de grottekening, aan de legende van de witte olifant. Ze bestaan en ze staan hier vlak voor ons, niet wetend dat we ze betrapt hebben. Ze houden elkaars slurven vast, draaien om elkaar heen, lopen een eindje weg, komen weer terug en bespuiten elkaar met zand. Met wit zand. Mogelijk heeft dat zand een schurende en reinigende werking op de huid. De olifanten zijn eigenlijk grijs en ze zijn wit omdat ze vies zijn. Vies van modder, zand en stof. Witte olifanten weliswaar, maar voor eventjes. Hetgeen niet wegneemt dat ik blijf geloven in de witte olifant.
Ruim 400 kilometer leggen we af in het park en tegen het eind van de dag komen de dieren weer te voorschijn. Weldra bevinden we ons op een smal pad, omringd door olifanten, waaronder veel jongen. Gevaar of niets aan de hand ? Het laatste dus. We blijven te lang, en wanneer we eindelijk wegrijden treffen we een hele kudde aan. We stoppen weer, gefascineerd door deze dikhuiden. Maar voor 7 uur ‘s avonds moeten we het park uit, verplicht, en we rijden te hard om die tijd te halen. Met als gevolg dat we van de slechte weg af vliegen en achterstevoren in het zand terecht komen. Meer schrik dan schade gelukkig, maar een goede waarschuwing.
‘s Ochtends gaan we er weer vroeg uit, op avontuur door het park. Maar na een paar uur kiezen we ervoor om aan het zwembad te gaan liggen. Het is wel goed zo. Het is zondag en een beetje rust op z’n tijd doet goed. Maar aan het eind van de middag begint onze drang naar ontdekking toch weer op te spelen, we huren twee paarden en we gaan op die manier de natuur in, in een gebied waar zich geen gevaarlijk wild bevindt. Het grote voordeel is dat je heel dicht bij de dieren kunt komen. Ik denk dat de lichaamsgeur van de paarden die van ons overtreft en dat de giraffen daarom bijna aan te raken zijn. We worden verrast door een plotselinge en korte plensbui, wel het allerlaatste wat ik hier verwacht had. Maar tegen de tijd dat we weer bij het ressort zijn, zijn we reeds opgedroogd. We hebben dan wel geen neushoorn kunnen vinden, maar we zijn meer dan voldaan. En we drinken ‘s avonds in het restaurant een goede fles wijn leeg.
Deze vakantie is voor mij namelijk tegelijkertijd een wijncursus. Bram heeft verstand van wijn, ik absoluut niet. Hij vindt wijn lekker en ik nog steeds niet. Om het eerlijk te houden kiezen we om de beurt een fles uit. Hij meestal een goede omdat hij ze kent, ik meestal de duurste omdat ik verwacht dan de juiste keuze gemaakt te hebben. We hebben alles eens bij elkaar opgeteld en met z’n tweeën hebben we de afgelopen week aan heel wat verschillende alcoholische drankjes geproefd, van verschillende soorten wijn tot aan cocktails en likeuren. Met vaak, voor het slapen gaan, een flessedop sambuca, die we eerst in de brand steken alvorens het warm op te drinken. 't Is vakantie tenslotte.