Namibië

Reisgids

Nieuws

Beste reistijd

Regio's en steden

Foto's

Praktisch

Namibië image

Kalahari Sands (2)

Namibië
Afrika
RoyanvanVelse

Kalahari Sands (2)

De eenzaamheid van Philipp's Cave is het moment dat we kiezen om ieder even onze eigen gang te gaan. Bram duikt in de schaduw onder de overhellende rots en ik ga een stukje verder, in m’n blote bast, in de felle zon op een steen zitten. Instinctief weten we van elkaar dat we geen woord moeten zeggen, omdat ieder geluid de magie van dit moment zou verbreken. M’n benen bungelen boven een afgrond en ik staar om me heen. Ik hoor niets, er beweegt absoluut niets. Geen vlieg, geen vlinder, absoluut niets. Een intense leegte. Ze zeggen wel eens dat wanneer je er in slaagt om de absolute leegte te vinden in jezelf, je een zin kunt geven aan je leven. Is nu dat moment gekomen ? Langer geleden dan ik me voor kan stellen zaten hier ook mensen. De enige getuigen van hun leven zijn deze rotsschilderingen. Een hele beschaving, verdwenen, verdreven. En op hun territorium geniet ik nu van een onwerkelijke stilte waar geen einde aan lijkt te komen. Het zweet druppelt langs m’n lichaam terwijl ik me niet eens beweeg. Wat is het geheim van de witte olifant ? Waar vinden we die ?

Het is een genot om te staren naar de onbeweeglijkheid en te luisteren naar de leegte. Alles staat stil. Zelfs het leven. Het rustigste plekje op aarde. Kon de tijd maar heel lang stil blijven staan. Maar de dorst wint het van m’n geduld en ik loop terug naar de grot om wat te drinken. Daarmee verbreek ik de betovering die ons allebei in haar macht had. Warm geworden water in een plastic fles, maar wel drinkbaar gelukkig. En voor ons beiden is dat het teken om terug te gaan naar de auto, die we de koosnaam Zupje hebben gegeven. Dezelfde weg terug, maar het lijkt een heel ander landschap, verwonderend stap na stap.

‘s Avonds, wanneer we uitgespeeld zijn in het casino, maken we in onze kamer in hotel Kalahari Sands plannen voor de volgende dagen, terwijl we een Zuidafrikaanse wijn proeven.

De volgende dag boeken we uit en rijden we 670 kilometer in noordelijke richting. We stoppen een aantal keren onderweg. Zo bezoeken we een krokodillenfarm in Otjiwarango. Agressieve beesten. Het oudste monster is maar liefst 80 jaar oud en nog bijzonder levendig. Voor de eerste keer van m’n leven zie ik krokodillen springen. Ze zijn vijandig omdat ze hun eieren beschermen. Maar toch, drie jaar later, als de kleine krokodilletjes wat groter worden, worden ze gedood om hun leder en hun vlees. Een lekkernij naar het schijnt.

Grootfontein, vervolgens een omweg om de grootste meteoriet ter wereld te zien, Hoba, een stuk steen in een gat, en een laatste halte bij Otjikoto. We eindigen rond half vier bij de Mokuti Lodge, één van de beste hotels van het land, aan de rand van het Etosha Park. Koloniale luxe, exclusieve bediening en blokken met kamers verspreid door een park. Prachtig aangelegd. Nog vanuit je bed kun je zien dat je in Afrika bent. De savanne tot aan de voordeur. De kamer houden we even voor gezien en we strijken neer bij het zwembad. De andere gasten zijn voornamelijk oudere en rijkere Duitsers. We zoeken met niemand kontakt en rusten uit van de relatief lange trip van vandaag. En wanneer we ‘s avonds na het diner op bed liggen, zie ik een schaduw verschijnen voor het kamerraam. Een grote en brede gedaante staat stil voor onze deur en ik vraag me af of ik alles wel afgesloten heb. Ik voel me ineens geen held meer, wat onzeker opeens in dit verre land. Maar ik heb een hekel aan onzekerheid en ik sluip naar de deur. Hij is inderdaad op slot. Voorzichtig draai ik aan de sleutel en met een onverwachte ruk trek ik de deur open. De zebra die aan de andere kant staat schrikt en galoppeert weg in de nacht, door het hotel resort heen, terug de savanne op.

Om 6 uur ‘s ochtends staan we op en nog voor zevenen rijden we het Etosha Park binnen. Het is nog rustig. Het wegdek bestaat uit kleine steentjes met zand. Uit de auto stappen is verboden, van de weg af gaan ook. En meteen zien we giraffen. Nieuwsgierig en onbevangen staan ze naar ons te kijken zonder echt interesse te tonen. Weldra zien we er meer. Een jong slaat op de vlucht en het is grappig om het te zien rennen. Het is nog vroeg, de zon staat laag en het is nog redelijk fris. Daarom zijn er veel dieren op de been. Overdag slapen ze. Hyena’s steken over, foeilelijk met hun kromme rug. We hebben het gevoel dat ze ons uitlachen. En we hebben geluk gehad want van alle safarigangers die we deze weken spreken zijn we de enigen die hyena’s hebben gezien. Maar waar we eigenlijk naar op zoek zijn is: leeuwen, olifanten, neushoorns. (wordt vervolgd)