Draa vallei
Met een beetje hulp
Veel Nederlanders zijn we op onze reis door Marokko niet tegengekomen. Terwijl we er 12 weken hebben rondgereden. Wanneer we dan landgenoten ontmoetten was het net of we oude vrienden waren en werden er tips uitgewisseld.
Eén tip kon ik vrij snel al gebruiken. De tip was als volgt, omdat de Marokkanen zo moeilijk op de foto te zetten zijn, is het verstandig om een band met ze te krijgen waarnaar ze vaak toestemming geven voor een portret. De tipgever gaf aan dat hij de mensen vaak een helpende hand bood, variërend van het rooien van wortels, opzetten van marktkramen of het dragen van de vuile was.
Ik knoopte één en ander goed in mijn oren en nog die zelfde dag had ik de ideale situatie gevonden.
We stonden op de camping bij een palmentuin waar de hele dag door veel mensen liepen. De een met een ezel, de volgende met een volle wasmand, of vrouwen met kinderen op de rug, een kindje bij de hand en een tas vol groen voor de geiten. Verdekt opgesteld probeerde ik dit bijzondere schouwspel vast te leggen. Maar het wilde niet lukken, alsof men een antenne had voor de camera, werd er van verre al no, no geroepen. Sommige vrouwen verdwenen in zijn, of moet ik zeggen haar geheel onder het gewaad, terwijl anderen demonstratief afwerende gebaren maakten.
Maar in de verte zag ik een jonge vrouw komen, met een stapel palmbladeren op haar hoofd. Ik groette haar vriendelijk en ging even naast haar lopen. In mijn gebrekkige frans gaf ik aan dat ik de bladeren wel voor haar wilde dragen. Een brede glimlach verscheen op haar mooie gezichtje. Met gebaren gaf ze aan dat ik achter haar moest gaan staan en zo liepen we een paar meter met zijn tweeën onder de palmbladeren. Gaat het, vroeg ze? En ze stapte onder de bladermassa vandaan, mij alleen latend met de bladeren op mijn hoofd.
Wat er toen gebeurde zou een super leuk filmpje op you tube geweest zijn, niet goed voorbereid op het gewicht lieten mijn benen mij in de steek. Langzaam zakte ik door mijn knieën, niet bij machte om de takken nog in balans te houden, schoof de hele bende over mijn hoofd heen op de grond. Daar lag ik dan op mijn knieën bedekt met palmbladeren, mijn man te perplex om te filmen, gelukkig maar, en een vrolijke Marokkaanse die bijna niet bij kwam van de lach.
Oei wat voelde ik me klein, toen ze met een enorme zwaai, de takken overnam, op haar hoofd sjorde en haar tocht vervolgde, mij in verbijstering achterlatend, zonder foto uiteraard.
Vanaf dat moment kijk ik met nog meer respect naar de vrouwen die het gewicht op hun hoofd dragen alsof het veertjes zijn.