Op weg naar Mali
Op weg naar Mali
28 juli 2010
Gisteren zijn we uit Nouakchott vertrokken, op weg naar Kiffa. De weg was goed en de 600 km die we moesten afleggen gingen dan ook redelijk snel. Wel hadden we om de haverklap een controle; van de politie, de gendarmerie en af en toe ook de douane. Gelukkig heb ik thuis nog een “fiche” gemaakt met al onze gegevens erop (paspoortnummer, beroep enz. enz.) en 20 kopieen gemaakt (inmiddels heb ik al 25 kopieen onderweg bij moeten maken) dus het was meestal een kwestie van vriendelijk gedag zeggen, een fiche afgeven en weer doorrijden. Tussen Noakchott en Kiffa hebben we welgeteld 14 (!) fiches uitgedeeld en het hadden er nog meer kunnen zijn als de douane er ook elke keer eentje had willen hebben. In Kiffa hebben we dus maar weer 10 kopieen laten maken en daar zijn we nu ook al weer doorheen.
Vandaag zijn we richting Mali gereden. Het eerste stuk van de weg was erg slecht, vol met gaten waar het asfalt weg was gespoeld, af en toe moesten we naast de weg gaan rijden, zo slecht de conditie van het wegdek. Ook nu weer de nodige controleposten gehad, allemaal zijn ze even vriendelijk en regelmatig wordt er ook gerefereerd aan het wereld kampioenschap voetballen; hoe jammer het is dat Nederland verloren heeft. Wij kletsen dan maar wat mee, alsof ons dat allemaal iets kan schelen.....
We kunnen echt merken dat het regentijd is. De woestijn van Mauretanie is ongelooflijk groen, het doet een beetje Keniaans aan; groene uitgestrekte vlaktes, met veel acaciabomen en enorme rotspartijen. Erg mooi allemaal! Wat minder mooi is, is dat de woenstijn een echt kerkhof is. Met karkassen van auto's, koeien, ezels, geiten en schapen. Alles ligt waar het ter aarde is gestort en alleen de auto's zijn volledig gestript van alles wat nog bruikbaar is. Vaak is alleen nog maar de ijzeren buitenkant over, de motor, stoelen, ruiten zijn verdwenen. Blijkbaar worden de dieren niet gestript, die blijven liggen, drogen helemaal uit tot er alleen nog maar een hoopje botten over zijn.
De huizen in Mauretanie doen erg onafrikaans aan: overal staan huizen met schuine dagen, stenen muren en een dak van plastic zeil. Vaak ontbreken delen van de muren, bewust gedaan zodat de wind er lekker doorheen kan.
Zodra we de grens met Mali over waren, was het afgelopen met de onafrikaanse huizen en zagen we de hutten van leem, traditioneel gebouwd zoals we ook al in zuidelijk Mali hebben gezien.
De grensovergangen gingen wonderlijk snel, stempels werden gezet en eenmaal in Mali hoefden we alleen nog in Nioro een Laissez passez voor onze auto te halen. Dat ging minder makkelijk dan we dachten, oftewel we hebben er nog steeds geen! De man van de douane die de Laissez Passez uit mag geven was al naar huis. Op telefoontjes reageerde hij niet, dus de dame van de douane zei dat we om een uur of 5 maar terug moesten komen. Of ie er dan was, dat kon ze niet met zekerheid zeggen..... Wij zijn dus maar naar Nioro doorgereden waar een aardige militair ons geholpen heeft met het zoeken naar een auberge. We hebben er eentje gevonden, ergens in de “brousse”, zonder zijn hulp zouden we waarschijnlijk ergens hebben moeten wil kamperen. Het Laissez passez laten we voor vandaag maar even zitten, morgenvroeg komen we toch weer langs het douanekantoor, op weg naar Bamako, dan gaan we wel even kijken of de meneer inmiddels terug is.
29 juli 2010
Vanochtend vroeg vertrokken richting douane, waar gelukkig de meneer van de Laissez passez aanwezig was. De papierwinkel was gelukkig snel gebeurd. Nog een stempel bij de politie halen en toen konden we op weg. Bij het douanekantoor ontmoette we ook nog een man uit Niger die we bij de ambassade van Mauretanie ook al hadden ontmoet. Hij is op weg naar Niger met 2 auto´s en blijkbaar moet je dat in konvooi doen. Hij stond al een dag te wachten voordat ie weer verder kon. Wij hoefden naar Bamako gelukkig niet in konvooi, die weg is blijkbaar veilig, geen aanslagen van Al Qaida, wat in het grensgebied van Niger en Mauretanie wel zo is.
In Bamako herkende we niets meer van de stad die we 16 geleden , in 1994,in haast hebben verlaten. De CFA was toen enorm gedevalueerd, voor 1 franse franc kregen wij ipv 50 CFA ineeens 100 CFA, wat maakte dat de bevolking in opstand kwam. Vooral als je blank was moest je het ontgelden. Overal waren mensen aan het demonstreren, brandjes werden gesticht en auto´s met blanken bekogeld. Gelukkig deden ze aan middagpauze, en in die pauze zijn wij toen de stad uitgevlucht, richting noorden. Er was toen nog geen asfaltweg en de piste was niet meer dan een spoor. Het traject wat we nu hebben gedaan, Nioro / Bamako, in één dag, daar deden we toen geloof ik 3 of 4 dagen over. Fonetisch hadden we alle dorpjes opgeschreven waar we langs moesten komen en bij elk dorp vroegen we toen de weg naar het volgende dorp. Zo zijn we uiteindelijk in Nioro aangekomen. Een heel stuk avontuurlijker dan nu het geval is!
In Bamako zijn we per toeval in hetzelfde hotel terechtgekomen als toen, hotel Colibris. Toen een hotel wat meer een brothel was (de kamers werden per uur verhuurd!), je kon er ook kamperen. Nu is het een 3-sterrenhotel met zwembad. We herkenden dan ook niets toen we het terrein opreden.