De kracht van geur
De kracht van geur
Verbouwereerd kijk ik mijn man aan. Bij de eerste golf liggen we achterover. ‘Sorry, ik had moeten zeggen dat je je in de branding beter kunt vasthouden,’ lacht onze gids Francis schaapachtig. Dat had zeker handig geweest, zegt mijn blik. Ik krabbel overeind en klamp me vast aan het bankje.
De bootsman zit er onspannen bij. Iets wat mij niet lukt. Onze gemotoriseerde sloep maakt water, barst van de roestplekken en de motor produceert een stinkende benzinewalm. En hiermee moet ik de zee op?
Onze bestemming is Masoala NP. Het leefgebied van de Helmet Vanga. Een fascinerende vogel met een knalblauwe snavel. Bijna alleen te vinden in het park waar wij naartoe op weg zijn.
Bedenkelijke kwaliteit
Tot nu toe loopt dit gedeelte van de reis verre van vlekkeloos. Gisterochtend stapten we, na flinke vertraging, in een krakkemikkig vliegtuig. Op de landingsstrip van Maroansetra pikt de gids ons op. Zijn auto is duidelijk al lang in gebruik. Veren steken door de bekleding. Ramen kunnen met moeite open en in de voorruit zit een flinke ster. Over een zandweg hobbelen we naar het dorp. Plotseling zegt Francis: ‘Helaas gaat er vandaag geen boot meer naar Chez Arol.’ Verschrikt vraag ik wat hij precies bedoelt. ‘De golven zijn te hoog na 11:00 en er vaart niets meer. Morgen vroeg kunnen we het proberen.’
Idyllisch onderkomen
Francis rijdt naar een hotel in de buurt. Gelukkig hebben ze plaats. Ik kijk om me heen. Ik heb betere kamers gezien. Ik zie honderden snoeren voorzien van tape naar overal en nergens lopen. Hier en daar staat een emmer. Bij regen kan het hier gevaarlijk worden. Er hangt een onverklaarbare geur.
Om tijd te doden, slenteren we over een brug naar het dorp. Veel toeristen komen hier niet. De donkere dorpelingen bekijken ons van alle kanten. Kinderen zwaaien naar ons.
Al snel hef ik mijn hoofd. Wat ruikt er zo heerlijk zoet? Ik loop mijn neus achterna. Overal liggen vanillestokjes te drogen. Buiten op grasvelden, maar ook in de schuren. Het hele plaatsje ruikt ernaar. De verleiding is te groot en natuurlijk gaan er wat stokjes mee naar huis.
In de avondschemering touren we over de rivier. Alles om maar niet in ons idyllisch onderkomen te hoeven zijn. We zien het rivierleven vanaf het water. Op de oever wordt uitbundig gezwaaid.
Jonas
En nu dobber ik in dit vaartuig. In het oosten komt de zon net boven de horizon. Boven de boot hangt een grijs plafond van wolken en de wind neemt behoorlijk toe. We ploeteren door de hoge golven.
‘Kijk, walvissen,’ roept Francis. We keren om. Eigenlijk wil ik zo snel mogelijk aan land. Leuk deze zeezoogdieren, maar ik wil niet eindigen als Jonas.
Wanneer we na minder dan 45 minuten voet aan wal zetten, haal ik opgelucht adem. Nu kan de zoektocht naar onze duurste vogel ooit eindelijk beginnen.
Elke keer als ik thuis de keukenla met vanillestokjes opentrek, ruik ik Maroansetra. En beleef ik deze hachelijke onderneming opnieuw. Dat is de kracht van geur.