Even wat aardrijkskunde nu we toch weer op school zijn.
In Gambia leven ongeveer 15 verschillende stammen die 30 verschillende talen spreken.
De Mandinka is de grootste bevolkingsgroep (42%). De Fula leiden een zwervend bestaan en hebben een opvallend lichte huidskleur die waarschijnlijk afstammen van de Arabieren. Alleen binnen de Fula-stam worden 9 sterk verschillende dialecten gesproken. 18% van de bevolking behoort tot de Fula.
De Wolof hebben altijd al in Afrika geleefd en kwamen uit het gebied van de Sahara. 16% behoort tot de Wolof-stam. Van de Jola is historisch gezien weinig bekend. Toch wonen ze al heel lang langs vrijwel de gehele Atlantische kust van West-Afrika. Kenmerkend voor de Jola is de vorming van “clans”, families die zelfstandig binnen een stam gevestigd zijn. 10% behoort tot de Jola-stam.
Een kleine belangrijke groep zijn Libanezen die bakkerijen, restaurants en de voedingsmiddelenimport in handen hebben. Voorts leven er nog ongeveer 25.000 Senegalezen, voornamelijk als arbeidskrachten. Een aparte groep vormen de Aku. Dit zijn afstammelingen van teruggekeerde slaven en bevrijde slaven. De Aku zijn over het algemeen christenen en hebben vaak een Engelse achternaam.
Volgende week proefwerk !