Hamarvrouwen zijn erg ijdel en versieren zich op verschillende manieren. Zo dragen ze geitenvellen welke versierd zijn met gekleurde kraaltjes, arm en beenbanden van kraaltjes en koper en om hun nek dragen ze kralenkettingen met daarbij ook een of twee koperen / metalen nekbanden. Soms is deze voorzien van een knop. Deze knop wil zeggen dat ze dan getrouwd is. Het aantal banden zegt wat over dat ze de eerste of tweede vrouw is. Verder zijn ze erg trots op hun haar. Dit dragen ze in dreadlocks en daar smeren ze dan een rode kleismurrie in. Deze klei wordt vloeibaar gemaakt met een soort botervet. Als het er net in zit dan drupt het over hun schouders er af en komt alles er onder te zitten. Delen van hun lichaam zien dan ook soms rood vanwege deze klei. Deze twee vriendinnen zijn samen bezig met hun haar.