In dit kratermeer wordt door de Borana’s zout gewonnen. De zoutdelvers lopen in hun onderbroek het water in om vervolgens met behulp van een paal grote klompen modder los te wrikken. Een zwaar werk. Vervolgens dragen ze deze zware, zwarte kluit naar de kant om het daar te laten drogen. Het overgebleven (grijze) zout wordt door ezels naar boven vervoerd. Zowel de mannen als de ezels kunnen dit maar een paar keer (2-3) per dag doen. Het zout zou hun huid anders te veel aantasten. Naar het kratermeer toe is een afdaling van ongeveer 45 minuten, de pittige klim naar boven duurt heel wat langer.