Ethiopië
Naar het zuiden, de Rift Lakes 12
Naar het zuiden, de Rift Lakes
In Nederland had ik al contact gelegd met een gids voor een tripje van twee dagen naar het zuiden. Na wat e-mail contact, dacht ik alles rond te hebben, alleen de bevestiging ontbrak. Ik heb hem nog enkele mails gezonden in Ethiopië, maar geen antwoord gekregen. Waarschijnlijk is hij met een lange trip naar het zuiden bezig. Daarom heb ik via Alex, onze gids in de Simien Mountains, een andere gids geregeld. Daarmee hebben we alles afgesproken de dag ervoor in het hotel en nu ook een andere trip gekregen. Om half acht komt driver Sisay ons ophalen. We hebben voor een minibus gekozen i.p.v. een four wheel drive. Dat scheelt een hoop geld en we gaan toch niet echt de bush in. We rijden in een klein uurtje Addis uit en zien her en der files. Aan de rand van de stad zie je pas echt de krotten staan en tevens vervuilende industrie. Eindelijk rijden we over een prima asfaltweg naar het zuiden. We passeren de plaats Butijara. Na een uurtje gaan we de weg af en over een hobbelige zandweg naar de Adadi Maryam. Een rotskerk zo’n 12 km van de weg af. Als we aankomen in een klein dorpje, is het volop rust. Er zijn weinig mensen en al helemaal geen toeristen. We lopen een terrein op en zien in de verte de kerk liggen een uit de rots gehouwen geheel in de grond. We betalen een flinke entreeprijs, twee maal zoveel als de Loneley Planet aangeeft. Er komt een man met ons mee die ons begeleidt. We lopen een trap in de rotsen af en komen bij de rondgang die de kerk zijn vorm geeft. In het vierkant dus. Binnen kunnen we de kerk in en lopen de gang rondom het Heiligste. De kerk is erg grof en slecht onderhouden. Hij is absoluut niet zo verfijnd als degene die we in Lalibela hebben gezien. We zijn er snel mee klaar en lopen via een andere trap omhoog. In een zij-nis zien we nog een schedel van een priester. We verlaten de kerk met een tip voor de priester. Tips gaan de hele dag maar door….
Lake Ziway
We rijden verder en komen in het plaatsje Tiya aan. Hier liggen beroemde prehistorische vondsten. We zijn benieuwd. Achter het dorpje ligt de weg er naar toe. We rijden een klein stukje en komen dan aan bij een open terrein. Wel helemaal afgezet met hekken. Gelijk stormen er twee mannen op ons af. We mogen geen foto’s maken en moeten eerst betalen. Ik kijk eens even door de hekken heen en ziet een aantal monolieten op een rijtje en vraagt de heren en de driver of dat alles is. De entreeprijs is erg hoog en ik twijfel sterk. Er schijnen een eindje verder nog een rijtje stenen te liggen, maar meer is er niet. Als cultuurbarbaar overleg ik met Herman en we besluiten, dat we ons geld liever vandaag voor de boottocht besteden. De beide heren staan ons vreemd aan te kijken als we weer verder rijden. Onbegrijpelijk voor hen dat we dit willen missen! Na weer een uurtje komen we bij het eerste meer aan: Lake Ziway. We gaan het plaatsje in en rijden zo naar het meer toe. Daar aangekomen blijkt dat een hotspot te zijn. Hier komen de vissers aan wal, en verkopen de vis. Dat verkopen is nu al achter de rug, maar er zijn wel heel veel vogels die op het visafval azen. We zien tientallen, meter-hoge maraboes parmantig rondstappen. Jongetjes die ons in de gaten krijgen gooien visafval in de lucht die de vogels behendig opvangen in hun snavel. En dan willen ze natuurlijk geld. We zien zilverreigers, mooie siereenden en ganzen. Een aantal kleine kinderen spelen in het water al of niet met een zelf gemaakt bootje. En dat is ook weer prachtig om te zien.
Na al deze pracht lunchen we bij een hotelletje langs de weg. In de tuin rond het hotel zijn ook veel mooie kleurrijke vogels te zien. We hebben het zo prima naar ons zin, zeggen we tegen elkaar. Dan rijden we weer verder. We gaan steeds verder zuidwaarts. We zien Lake Langano in de verte liggen, waar we morgen een kijkje gaan nemen. Dan rijden we door Sashemene. Dit is een grote plaats en ook wel de plaats van de rastafari’s. Hier zijn vele aanhangers van dit geloof er is ook een rastafari museum. Ook zien we een zwaar bewaakt huis, van de familie van Bob Marley.